Wikisource nlwikisource https://nl.wikisource.org/wiki/Hoofdpagina MediaWiki 1.39.0-wmf.23 first-letter Media Speciaal Overleg Gebruiker Overleg gebruiker Wikisource Overleg Wikisource Bestand Overleg bestand MediaWiki Overleg MediaWiki Sjabloon Overleg sjabloon Help Overleg help Categorie Overleg categorie Hoofdportaal Overleg hoofdportaal Auteur Overleg auteur Pagina Overleg pagina Index Overleg index TimedText TimedText talk Module Overleg module Uitbreiding Overleg uitbreiding Uitbreidingsdefinitie Overleg uitbreidingsdefinitie Index:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu 106 20807 127059 125139 2022-08-04T12:09:15Z Hamaryns 263 typefoutjes proofread-index text/x-wiki {{:MediaWiki:Proofreadpage_index_template |Type=book |Titel=[[Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (1881)]] |Taal= |Deel=vijfde druk |Auteur=[[Multatuli]] |Vertaler= |Redacteur= |Illustrator= |Stroming= |Jaar=1881 |Uitgever=Elsevier |Plaats= |Key= |ISBN= |OCLC= |LCCN= |BNF_ARK= |DBNL= |Bron=djvu |Afbeelding=1 |Voortgang=C |Delen= |Pagina's=<pagelist from=1 to=12 1="Kaft" 2to6="-" 7="Titel" 8="-" 9="Titel" 10="-" 11to12="Voorwerk" /> ;EERSTE HOOFDSTUK <pagelist from=13 to=19 13=1 /> ;TWEEDE HOOFDSTUK <pagelist from=20 to=28 13=1 /> ;DERDE HOOFDSTUK <pagelist from=29 to=38 13=1 /> ;VIERDE HOOFDSTUK <pagelist from=39 to=59 13=1 /> ;VYFDE HOOFDSTUK <pagelist from=60 to=78 13=1 /> ;ZESDE HOOFDSTUK <pagelist from=79 to=97 13=1 /> ;ZEVENDE HOOFDSTUK <pagelist from=98 to=119 13=1 /> ;ACHTSTE HOOFDSTUK <pagelist from=120 to=140 13=1 /> ;NEGENDE HOOFDSTUK <pagelist from=141 to=153 13=1 /> ;TIENDE HOOFDSTUK <pagelist from=154 to=416 13=1 413to415="-" 416="Kaft" /> |Opmerkingen=Dit is een transcriptie van de vijfde druk van het boek “Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy”. Het is de laatste herdruk voor het overlijden van de schrijver, waarin hij nog de nodige aanpassingen en notities heeft toegevoegd. Tekst kan worden overgenomen van Project Gutenberg en is ook geüpload in [[Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelsmaatschappy]], alhoewel de spelling van deze laatste wel afwijkt. Ook wijkt de versie van Project Gutenberg hier en daar af in leestekens of soms ook inhoudelijk. Dus waar deze bronnen precies vandaan komen is onduidelijk. Project Gutenberg komt het meest overeen met de bron, maar nalezen is daarom wel noodzakelijk. {{gutenberg|11024}} {{c|'''[[Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (1881)/Inhoud|Inhoud]]'''}} {{:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (1881)/Inhoud}} |Breedte= |Css= |Koptekst= |Voettekst= }} 8k5rf22wpbr1cgbjcjbho6mde9h4lcb Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/40 104 26353 127058 89510 2022-08-04T12:07:49Z Hamaryns 263 apostroffen, gedachtestrepen, wit proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="4" user="Dick Bos" />{{RH|left=|center=28|right=}}</noinclude>kan er dóór — maar: «dat ter-nauwer-nood aan den moederlyken schoot onttogen is» zie, dit vond ik niet goed — om daarover te ''spreken'', meen ik — en myn vrouw ook niet. Marie is dertien jaar. Van ''kool'' of ''ooievaars'' wordt by ons aan huis niet gesproken, ook niet van den ''Volewyk'', maar zóó de zaken by den naam te noemen, vind ik onbehoorlyk, omdat ik zoo op zedelykheid gesteld ben. Ik deed Frits, die dat ding nu eenmaal «uitwendig wist» zooals Stern dit noemt, beloven dat hy ’t nooit weer opzeggen zou — althans niet voor hy lid van ''Doctrina'' wezen zal, omdat daar geen jonge meisjes komen — en toen borg ik het in myn lessenaar, het vers meen ik. Maar ik moest weten of er niet meer in dat pak was, dat aanstoot geven kon. Daar ging ik aan ’t zoeken en bladeren. Alles lezen kon ik niet, want ik vond er talen in, die ik niet verstond, maar zie, daar viel myn oog op een bundel: «''Verslag over de Koffikultuur in de Residentie Menado''.» Myn hart sprong op, omdat ik makelaar in koffi ben — ''Lauriergracht, N°'' 37 — en ''Menado'' is een goed merk. Dus die Sjaalman, die zulke onzedelyke verzen maakte, had ook in koffi gewerkt. Ik zag nu ’t pak met een heel ander oog aan, en vond er stukken in, die ik wel niet alle begreep, maar die werkelyk kennis van zaken aantoonden. Er waren staten, opgaven, berekeningen met cyfers, waaraan geen rym te bekennen was, en alles was met zulk een zorg en nauwkeurigheid bewerkt, dat ik, ronduit gezegd — want ik houd van de waarheid — op het denkbeeld kwam dat die Sjaalman, als de derde klerk eens uitviel — wat gebeuren kan, daar hy oud en stuntelig wordt — heel goed diens plaats zou kunnen innemen. Het spreekt vanzelf dat ik eerst informatiën nemen zou naar eerlykheid, geloof en fatsoen, want ik neem niemand op ’t kantoor, voor ik dáárvan zeker ben. Dit is een vast principe van me. Gy hebt het gezien uit myn brief aan Ludwig Stern. Ik wilde voor Frits niet weten dat ik eenig belang begon te stellen in den inhoud van dat pak, en stuurde hem daarom<noinclude></noinclude> sbmpqys535it3cnqoxdukkltz643omz Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/41 104 26354 127060 89755 2022-08-04T13:40:22Z Hamaryns 263 apostroffen, gedachtestrepen, wit proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="4" user="Dick Bos" />{{RH|left=|center=29|right=}}</noinclude>weg. ’t Werd my inderdaad duizelig, toen ik zoo den eenen bundel vóór, den anderen na, opnam, en de opschriften las. Het is waar, er waren veel verzen onder, maar ik vond veel nuttigs ook, en ik stond verbaasd over de verscheidenheid der behandelde onderwerpen. Ik erken — want ik houd van de waarheid — dat ik, die altyd in koffi gedaan heb, niet in staat ben de waarde van alles te beoordeelen, maar, ook zonder deze beoordeeling, de lyst der opschriften alleen was reeds kurieus. Daar ik u de geschiedenis van den Griek verteld heb, weet ge reeds dat ik in myn jeugd eenigszins ben gelatinizeerd geworden, en hoezeer ik my in korrespondentie onthoud van alle citaten — wat op een makelaarskantoor ook niet te-pas komen zou — dacht ik echter by het zien van dat alles: ''multa, non multum''. Of: ''de omnibus aliquid, de toto nihil''. Maar dit was eigenlyk meer uit een soort van wrevel, en uit zekeren aandrang om de geleerdheid die voor my lag, in ’t latyn aantespreken, dan wel omdat ik het precies meende. Want, waar ik ’t een of ander stuk wat langer inzag, moest ik erkennen dat de schryver me toescheen wel op de hoogte van zyn taak te staan, en zelfs dat hy een groote soliditeit in zyn redeneeringen aan den dag legde. Ik vond daar verhandelingen en opstellen: ''Over het'' {{sp|Sanskrit}}, ''als moeder van de germaansche taaltakken.'' ''Over de strafbepalingen op kindermoord.'' ''Over den oorsprong van den adel.'' ''Over het verschil tusschen de begrippen'': {{sp|Oneindige tyd}} ''en'': {{sp|Eeuwigheid}}. ''Over de kansrekening.'' ''Over het boek van'' {{sp|Job}}. (Ik vond nog iets over ''Job'', maar dat waren verzen.) ''Over proteïne in de athmospherische lucht.'' ''Over de staatkunde van Rusland.'' ''Over de klinkletters.'' {{nop}}<noinclude></noinclude> 39n1gs4gsm919x0aziauuec4esd6dnr Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/503 104 37704 127061 120147 2022-08-04T16:34:01Z WeeJeeVee 2844 /* Proefgelezen */ proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="WeeJeeVee" /></noinclude>{{dhr|2}} {{C|{{x-larger|{{sp|WETENSCHAPPELIJK BIJBLA}}D.}}}} {{dhr}} {{lijn|5em}} {{dhr|2}} '''Nieuwe ontdekkingen aangaande den ouderdom van het menschelijk geslacht.''' — {{sc|Ponzi}} heelt in den tuf van Tivoli en van Monsicelli, in de nabijheid van Rome, twee menschelijke tanden gevonden in gezelschap van tanden en beenderen van verscheidene dieren, waaronder die van hyaena en van andere daar nog levende soorten. Hij brengt dezen tuf tot het tweede pleistocène (diluviale) tijdperk en beschouwt hem als van gelijken ouderdom als de rotsen bij Rome, waarin de overblijfselen van groote pachydermen gevonden zijn (''Bullet. de la Soc. géolog. de France''. 1860, p. 451). {{sc|Noulet}} ontdekte in grind onder diluvialen leem te Clermont eenige driehoekige steenen wiggen. In denzelfden grind vond hij ook de beenderen van ''Felis spelaea, Elephas primigenius, Rhinoceros tichorinus'' enz. (''Mémoires de l'Académie de Toulouse'', IV, p. 265). {{sc|Collomb}} betoogt met groote waarschijnlijkheid, dat het diluviale terrein, waarin door {{sc|boucher de perthès}} en anderen zoovele steenen overblijfselen van de kunstvlijt der oudste menschelijke bewoners van Europa gevonden zijn, reeds gevormd is vóór het verschijnen der oude gletschers, die hunne morainen in de dalen van de Vogesen hebben achtergelaten. (''Biblioth. Univ''. 1860, No. 31, p. 200). [[Auteur:Pieter Harting (1812-1885)|{{sc|Hg.}}]]{{gap|4em}}}} {{dhr}} '''Vergelijking der planten van de steenkolenflora in Amerika met die in Europa.''' — {{sc|lesquereux}} heeft over dit onderwerp een uitvoerig onderzoek bewerkstelligd, waarvan de hoofduitkomsten zijn: dat 1) met uitzondering van twee of drie, tot hiertoe alleen in Amerika gevonden genera, alle de aldaar in de steenkolenbeddingen aangetroffen planten tot dezelfde geslachten behooren, die ook in Europa aan de vorming der steenkolen hebben deel genomen; 2) dat daarentegen de Amerikaansche en de Europesche soorten slechts voor een klein deel dezelfde zijn. Van 650 koolplanten zijn meer dan 160 eigen aan Amerika, 350 zijn alleen uit Europa bekend, en 150, dus omstreeks 23 proc., komen zoowel in Amerika als in Europa voor. (''Americ. Journ. f. sc. a. arts'' 1860,Julij, p. 63). [[Auteur:Pieter Harting (1812-1885)|{{sc|Hg.}}]]{{gap|4em}}}} {{dhr}}<noinclude></noinclude> t3zpgq0jbxuk12sttif040nwmoc13e5 Pagina:Architectura vol 005 no 006.djvu/8 104 40407 127062 2022-08-04T18:44:03Z Vincent Steenberg 280 /* Niet proefgelezen */ proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="1" user="Vincent Steenberg" />{{RH|38|{{sp|ARCHITECTUR}}A.|6 Februari 1897.}} {{lijn}}</noinclude><section begin="technische vakvereeniging"/>de naaste toekomst op den weg onzer Vereeniging een ernstig woord van protest tegen zulke wanverhoudingen te laten hooren? Steunt ons met alle macht, die in u is{{grijs|[.]}} Wanneer eenmaal de T{{grijs|[.]}} V. V. 10 of 100—tallen van leden sterk is, zooals we nu eenheden tellen en de T. V. V. over geheel {{sc|nederland}} is verspreid, wanneer dan die breede schare van mannen staande tusschen patroon en werkman een macht zal zijn, waarmede rekening moet gehouden worden, welnu, {{sp|dan}} zal het informatie—bureau een overvloed van gegevens bezitten — dan is het niet alleen een Bureau van Plaatsing, maar een informatie-bureau in den uitgebreidsten zin van het woord. <br>{{gap}}Nog heeft spreker een treurige ervaring opgedaan, nl. dat zij, die door tusschenkomst van het Bur. v. Pl. eene functie verkregen, het meestal niet eens de moeite waard achten, zulks te melden aan een der Bureaux of aan het Hoofd-Bureau, wat natuurlijk aanleiding geeft tot noodelooze onkosten en verwarring en, op zijn zachtst uitgedrukt, onbeleefd is. Ten slotte brengt hij in rondvraag of het wensrhelijk geacht wordt den Leden, welke met succes van het informatie-bureau gebruik maken, eene kleine bijdrage te doen storten voor dekking van ten zijnen behoeve gemaakte kosten{{grijs|[.]}} <br>{{gap}}Een luid en herhaald applaus getuigt van de algemeene instemming met de woorden van den heer {{sc|couturier}}. <br>{{gap}}De Heer {{sc|van wuijckhuise}} betuigt zijne sympathie met het gehoorde en noemt het een bewijs van de gedruktheid van den opzichtersstand. <br>{{gap}}De President neemt de vraag over van den Heer {{sc|couturier}} of het billijk geacht wordt hem, die door tusschenkomst van het informatie-bureau eene functie verkrijgt, eene kleine bijdrage te doen storten. De meeningen hierover loopen eenigszins uiteen: de een wil hen niet laten betalen, doch zoo zij geen lid zijn der T. V. V. hen de verplichting opleggen lid te worden, een ander wil niet-leden in het geheel niet helpen enz. Besloten wordt dat leden en niet-leden het recht hebben kosteloos vau het informatie-bureau gebruik te maken, onder beding, dat leden steeds voorgaan, terwijl niet-leden slechts eenmaal zullen worden geholpen. <br>{{gap}}Verder zullen de afdeelingen, afgezonderd van het door hen verschuldigde aan de kas der Vereeniging alle kosten van het informatie-bureau met het Hoofdbestuur hoofdelijk dragen. <br>{{gap}}Alsnu is aan de orde punt 4 der Agenda: „Loting voor eene Commissie tot nazien der rekening en verantwoording van den Penningmeester.” <br>{{gap}}De heer {{sc|van wuijckhuise}} protesteert daartegen, omdat dat eene handeling zou zijn door het Huishoudelijk Reglement voorgeschreven. In dit reglement komen z. i . eenige art. voor, welke in strijd zijn met de statuten, tengevolge waarvan in principe iets te niet wordt gedaan&nbsp;<ref>Vermoedelijk doelende op de tegenstrijdigheid (volgens v. w{{grijs|[.]}}) van art. 18 der Statuten met art. 2 H. R.</ref>, zoodat dus het H. R., volgens den Heer {{sc|v. w.}}, niet mag worden toegepast. <br>{{gap}}Deze woorden geven aanleiding tot een levendig debat, waaruit blijkt dat eenige Haagsche leden ontevreden zijn, omdat het Huish. Reglem. met de wijzigingen van het Hoofdbestuur niet aan de goedkeuring der leden van de afd. {{sc|den haag}} werd onderworpen, alvorens het gedrukt werd. De President wijst er op, dat het Hoofdbestuur het Huish. Reglem. (met de wijzigingen van het Hoofdbestuur) aan het bestuur der afd. {{sc|den haag}} gezonden heeft, alvorens het te drukken. Dat het Haagsche bestuur dit op zijne bestuursvergadering behandelde en niet op de ledenvergadering is niet te wijten aan het Hoofdbestuur. <br>{{gap}}De heer {{sc|henning}}, 1e Secretaris van de afd. {{sc|den haag}}, leest een schrijven voor van den 2en Secretaris van het Hoofdbestuur, welk schrijven het Haagsche bestuur in den waan heeft gebracht, dat dit onderzoek van het H. R. eene {{sp|voorloopige}} werkzaamheid was, zoodat het later weer bij hen terug zou komen alvorens het gedrukt werd, terwijl het Hoofdbestuur het niet als zoodanig bedoelde. <br>{{gap}}In stemming gebracht, wordt het Huish. Reglem. geaccepteerd met 26 tegen 10 stemmen, terwijl 3 stemmen blanco werden uitgebracht. <br>{{gap}}De Heer van {{sc|wuijckhuise}} vraagt herziening van het Huish. Reglem. en stelt de volgende motie voor: <br>{{gap}}„De vergadering spreekt de wenschelijkheid uit, dal het H. R., zoo spoedig mogelijk, wordt herzien{{grijs|[.]}}” <br>{{gap}}Deze motie wordt met 34 tegen 3 stemmen aangenomen. <br>{{gap}}De President stelt hierna normaals aan de orde punt 4 der Agenda. Bij loting wordt de afd{{grijs|[.]}} {{sc|amsterdam}} aangewezen, tot het nazien der rekening en verantwoording van den Penningmeester. <br>{{gap}}Alsnu is aan de orde punt 5: „Ontwerp-begrooting 1897.” Deze wordt voorgelezen en zal aan de afdeelingen ter goedkeuring worden toegezonden. <br>{{gap}}Bij de rondvraag aan de leden verzoekt de Heer {{sc|timmer}} aan het Hoofdbest. zich met de Vereeniging {{sp|Pulchri Studio}} te verstaan, teneinde te verkrijgen dat de leden der Techn. Vakv. zooal niet kosteloos, dan tegen verminderd entree toegang verkrijgen op de kunstbeschouwingen van deze Vereeniging President belooft zulks. <br>{{gap}}De Heer {{sc|des bouvrie}} vestigt de aandacht op het Nat. Congres van Handels- en Kantoorbedienden den 24 en 25 Nov. j.l. te {{sc|utrecht}} gehouden. Hij wijst er op, hoe deze Vereeniging in sommige doeleinden overeenstemt met de onze, b.v. in Bevordering Zondagsrust, Ver{{grijs|[t]}}egenwoordiging in de Kamers van Arbeid. Beperking van overmatigen arbeidsduur, Weduwen- en Weezenverzekering enz. en stelt de volgende motie voor: <br>{{gap}}„De vergadering gelet op art. 2 sub c. der Statuten, machtigt het Hoofdbestuur, de pogingen van het bestuur van den {{sp|Nationalen Bond van Handel}}s-{{sp| en Kantoorbedienden in Nederland}} te steunen in zake de adres-beweging voor pensioneering, en daar, waar wederzijdsche belangen dit vorderen, verderen steun toe te zeggen en die wederkeerig te verzoeken.” <br>{{gap}}Deze motie wordt bij acclamatie aangenomen. <br>{{gap}}Door eenige leden wordt verder de wenschelijkheid uitgesproken van meer onderlinge gedachtenwisseling der afdeelingen, b.v. het zenden van verslagen der ledenvergaderingen, het uitwisselen van lezers enz. Pres{{grijs|[.]}} zegt dat de afdeelingen {{sc|amsterdam}} en {{sc|rotterdam}} reeds lang in dien geest werkzaam zijn. Dat de afdeeling {{sc|den haag}} echter van eenige algemeene zaken min of meer onkundig blijft, wijt hij grootendeels aan het feit, dat de afd. {{sc|den haag}} hare leden voor het Hoofdbestuur koos uit de leden en niet uit het bestuur. <br>{{gap}}Niemand meer het woord verlangende, deelt de President mede, dat met het oog op het feit, dat de beide door de Afd. {{sc|amsterdam}} gekozen Hoofdbestuursleden, verkozen waren vóór de goedkeuring der Statuten, vraagt de Voorzitter aan deze eerste Alg{{grijs|[.]}} Verg. sanctie voor de 7 functionarissen, daar anders natuurlijk 3 der Heeren hadden moeten aftreden. Deze sanctie wordt verleend, waarbij Voorz{{grijs|[.]}} er nog op wijst, dat de billijkheid eischt, dat ook eene regeling, met betrekking tot Utrecht’s vertegenwoordiging in het Hoofdbestuur, noodig zal blijken. <br>{{gap}}Hierna dankt de Pres. alle aanwezigen voor hunne opkomst, roept aller medewerking in en sluit de vergadering. {{Rechts|Namens het Hoofdbestuur,<br>{{sc|bern. w. c. emons}}, President.<br>{{sc|p. schotel jr}}{{grijs|[.]}}, 1e Secretaris.}} <section end="technische vakvereeniging"/> <section begin="berichten"/>{{Rechts|BERICHTEN.}} <section end="berichten"/> <section begin="dinsdag16februarias"/>{{gap}}— {{sc|dinsdag 16 februari}} a.s. zal {{sc|mr. h. verkouteren}} in de vereeniging {{sp|Amstels Bouwkring}} eene bespreking van hoofdstuk IX der Politieverordening (bouwen en sloopen) inleiden. <br>{{gap}}Uitgebreide introductie zal worden verleend. <section end="dinsdag16februarias"/> <section begin="deministervanbinnenlzaken"/>{{gap}}— De Minister van Binnenl. Zaken heeft de uitnoodiging als Eerelid van het Hoofdcomité der in dit jaar te houden Dordrechtsche tentoonstelling aanvaard. <section end="deministervanbinnenlzaken"/> <section begin="dezeweekwas"/>{{gap}}— Deze week was in de {{sc|kalverstraat}} voor een der winkelramen van de firma {{sc|pander}} geëxposeerd een buste in pleister van den heer {{sc|orelio}} gemodelleerd door den beeldhouwer {{sc|j. w. best jr}}. <section end="dezeweekwas"/> <section begin="bijdetweedekamer"/>{{gap}}— Bij de Tweede Kamer is ingekomen een wetsontwerp tot goedkeuring van den kosteloozen afstand van een stuk geslechten vestinggrond te {{sc|groningen}} aan de provincie en de gemeente {{sc|groningen}} ten behoeve van den bouw van een ziekenhuis met aanhoorigheden. <br>{{gap}}Bij deze overeenkomst verbinden provincie en gemeente zich, om voor gemeenschappelijke rekening te stichten een ziekenhuis van 350 bedden, welk ziekenhuis zal worden toegankelijk gesteld voor en dienstbaar gemaakt aan het geneeskundig onderwijs aan de Rijks Universiteit te {{sc|groningen}}. De Staat verbindt zich gedurende 30 jaar jaarlijks uit te keeren een som gelijk staande met de rente ad 5 pc. van de helft der stichtingskosten, of pl. m. f25000 en in de kosten van exploitatie zal de Staat jaarlijks een vaste som van f38.800 bijdragen. <br>{{gap}}Tot bouwmeester is aangewezen de heer {{sc|j. j. van nieukerken}}, architect te ’s-{{sc|gravenhage}}. <section end="bijdetweedekamer"/> <section begin="indenloop"/>{{gap}}— In den loop van dezen zomer zal aan de Rijks-Academie van Beeldende Kunsten te {{sc|amsterdam}} de gelegenheid worden opengesteld om te dingen naar den „{{sp|Prix de Rom}}e” in de Architectuur. <br>{{gap}}De vorige prijskamp in de bouwkunst heeft tot geen resultaat geleid, daar de eenige candidaat zich voor het einde had teruggetrokken. Het is zeer te wenschen, dat ditmaal binnen de grenzen der tegenwoordig geldende organisatie aan de Rijks-Academie de voorwaarden dusdanig zullen worden gesteld, dat meerdere bouwkundigen zich zullen aanmelden om te dingen naar het jaargeld. <br>{{gap}}Aangezien er bij dezen prijskamp niet aan gedacht kan worden om hen alleen, die de theorethische studiën te {{sc|delft}} hebben gedaan alleen toe te laten — maar het veelmeer in de bedoeling ligt om hen, die met beperktere middelen de vrije opleiding in de praktijk volgen, de gelegenheid te geven om hun blik door eene buitenlandsche studie te verruimen — zoo wil het ons voorkomen, dat juist de {{sp|praktische}} zijde van de natuur- en wiskundige vakken tot eisch gesteld kan worden bij de bepaling tot toelating voor den wedstrijd. <section end="indenloop"/> <section begin="tothoofddirecteurvan"/>{{gap}}— Tot {{sp|Hoofddirecteur van}} ’s{{sp| Rijks-Museum}} te {{sc|amsterdam}} is benoemd {{sc|jhr. b. van riemsdijk}}, Directeur van het Nederlandsch Museum aldaar. De betrekkingen van Onder-Directeur van het Prentencabinet, en Directeur der Schilderijen-verzameling zijn nog niet vervuld. <br>{{gap}}{{sc|jhr. b. van riemsdijk}} heeft zijn loopbaan als gediplomeerd bouwkundig-ingenieur van uit {{sc|delft}} begonnen bij Staatsspoorwegen, waar hij werkzaam was aan de lijn {{sc|dordrecht-geldermalsen}}; daarna werd hij verbonden aan de afdeeling VI, {{sp|Schoone Kunsten}} van ’t Ministerie van Binnenlandsche Zaken — welke betrekking hem meer in de gelegenheid stelde om den toestand der Nederlandsche monumenten te leeren kennen. Hierop volgde zijne benoeming tot onder-directeur en na ’t overlijden van den Heer {{sc|david van der kellen}} tot Directeur van het Ned. Museum. Ook buiten zijn onmiddellijken werkkring gebruikte hij vaak zijn invloed om bij particulieren en bij genootschappen het behoud van geschiedkundige monumenten te bevorderen, getuige o. a. de herstellingen te Sehermerhorn en te Leerdam. <br>{{gap}}De betrekking van hoofddirecteur, die bijzonder organiseerend en administratief is, stemt zeker meer overeen met het karakter van technisch opgeleid man, dan met den aanleg van een directeur van dc Schilderijen verzamelingen, hoe uitgebreid diens astistieke en archeologische kennis ook moge zijn. <section end="tothoofddirecteurvan"/> <section begin="eenlidder"/> — Een lid der commisie tot organisatie van de tentoonstelling van vrouwebj'ken arbeid, te houden hij gelegenheid der inhuldiging van II. M . de Koningin in 1898 verzoekt inlichtingen omtrent eene v r o u w e l i j k e a r c h i t e c t e welke in NEDERLANDS» II OOST-I.NDIE. 't plan gemaakt cn de uitvoering ge- leid heelt van een ziekenhuis. Onze lezers uit Insulinde zullen genoemde commissie verplichten met in- lichtingen dienaangaande. DIENSTAANBIEDINGEN EN VACANTE BETREKKINGEN. (*) Bij den bouw eener kleine kerk op afgelegen plaats, een opzichter die bekend is met heiwerk en gewelven metselen. (*) Deze rubriek is uitsluitend opengesteld voor leden van A. et A . en voor abonne's op dit bl <section end="eenlidder"/><noinclude><references/></noinclude> 5tlrdl027wxgpifp6uqcohhqlo9dvlr Pagina:Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants Cesare Ripa 1644.djvu/521 104 40408 127063 2022-08-05T07:57:01Z Vincent Steenberg 280 /* Proefgelezen */ proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" />{{RH|{{gap|3em}}|''Suyverheyt des Gemoeds''.{{gap|1em}}''Swackheyt''.{{gap|1em}}''Swaermoedigheyt'', &c.|499}}</noinclude><section begin="purita&sinceritadanimo"/>bediet, dat gelijck de Sonne, door haere tegenwoordigheit, de Werlt verlicht, dat oock alſoo de Suyverheyt den Menſche, zijnde de Kleyne Werlt, verlichtede. En gelijck deſe, door haer ondergaen, de duyſterheyt van den nacht veroorſaeckte, alſoo veroorſaeckte het ondergaen van de Suyverheyt, in de Kleyne Werreld of Menſche, een duyſterniſſe in de ziele en in ’t gemoed. <br>{{gap}}De Haene, gelijck ''Pierius Valerianus'' verhaelt, wort by de Oude, voor de Suyverheyt en oprechtigheyt des gemoeds genomen: Waer over ''Pythagoras'' zijne Scholieren beval, datſe den Haen ſouden voeden, dat is, de Suyverheyt en oprechtigheyt van haere gemoederen. En ''Socrates'', wanneer hy nu ſoude ſterven, liet hy by uyterſte wille aen ''Æsculapius'' eenen Haen nae, gelijck ''Plato'' verhaelt. Waer mede deſe wijſe Philoſooph wilde betoonen, dat hy aen de Godlijcke goedigheyt, dieder was beſorghſter tegen alle quaeden, zijne ziele ſoo ſuyver weder gaf, als hyſe eerſt had ontfangen. Waer over ''I. Camillus'' ſinght: {{Block center|''By u, o'' Æſculaep! ''dees Vogel lof behaelt'',<br>''Die heyligh u gewijt, den blijden daeghraet kraelt''.}} ’t Was oock de raed van ''Pythagoras'', datmen ſich moſt onthouden van den witten Haen, verſtaende verborgender wijſe, datmen moſt acht nemen, op de Suyverheit van ’t gemoed. <br>{{gap}}De Haene, doch inſonderheyt de witte, die verſchrickt en brenght den Leeuw opter vlucht, gelijck ''S. Ambroſius'' ſeyt; alſo betemt de oprechte Suyverheyt, het geweld van ’t oproerige gemoed, en de ongebreydelde geylheyt der Liefde, uytgedruckt door het voorſte deel van de Leeuwe; gelijck ''Pierius'' ſeyt. <section end="purita&sinceritadanimo"/> <section begin="infermita"/>{{center|{{sc|{{sp|Infermit}}a}}. ''Swackheyt.'}} {{Initiaal|E}}En bleecke en magere Vrouwe, met een tack van ''Anemone'' in de hand, en een krans van ’t ſelve kruyd. Want ''Orus'' de Egyptenaer verhaelt, dat de Oude, door dit kruyd de kranckheyt verſtonden. En dit is ’t geene de Poëten verſierden, waer in ''Adonis'' de Vryer van ''Venus'' ſoude herſchept zijn, weſende van ’t wild Swijn omgebracht, gelijck ''Theocritus'' verhaelt. ’t Heeft een purpre bloeme en ſchoon, maer de bloeme en ’t kruyt duyren een korte tijd, en miſſchien wordt hier door de ſwackheyt uytgedruckt. <section end="infermita"/> <section begin="malinconia"/>{{center|{{sc|{{sp| Malinconi}}a}}. ''Swaermoedigheyt''.}} {{Initiaal|E}}En oude treurige en droeve Vrouwe, met leelijck laecken gekleet, en dat ſonder eenigh cieraet, ſittende op eenen ſteen, mette ellebogen op de knyen, en beyde handen onder de kinne, ter ſijden haer ſtaet een boom ſonder blaeders, die tuſſchen twee rotſen is uytgewaſſen. <br>{{gap}}De Melancolie doet in den Menſch even ’t ſelve dat de Winter doet in de boomen en kruyden, diewelcke van verſcheyden buyen en winden gedreven, van de koude geplaegt, en van de ſneeu bedeckt zijnde, onvruchtbaer, dor, verdrooght en van kleynder waerde ſchijnen. Derhalven iſſer naulijx eene, die niet ſoude vlieden het geſelſchap van de ſwaermoedige Menſchen, als een verachte ſaecke, om dat zy altijd met ſwaere en diepe gedachten beſigh zijn, die zy haer, als voor oogen, en ofſe in der daed alſoo waeren, inbeelden, ’t welck de teyckens van droefheyt en treurigheyt te kennen geven. <br>{{gap}}Oud wort zy gemaelt, om dat het den Iongelingen eygen is, vrolijck te zijn, en de Oude daer en tegens zijn ſwaermoedigh, gelijck ''Virgilius'' ſeyt: {{Block center|''De bleecke kranckheyt, my gelooft'',<br>''Hanght ’t droevigh Ouder boven ’t hoofd''.}} {{gap}}Zy is ſlecht, ſonder cierſel gekleet, nae de gelijckheyt van de boomen ſonder blaeders en vruchten, om dat zy door haere ſwaermoedigheydt nimmermeer ’t gemoed ſoo verheft, datſe om haer eygen gemack eenigſins denckt, levende in geſtadige ſorge van quaeden, die zy haer inbeelt, dat haer boven ’t hoofd hangen. <br>{{gap}}De ſteen, daer zy op ſit, bediet, dat het ſwaermoedigh hert dor is van woorden en van wercken, ſoo wel voor haer ſelve, als voor andere: inſgelijx doet oock de ſteen, diewelcke geen kruyd voortbrenght, noch laet oock niet toe, dat het de aerde doet, daer zy op leyt. Doch alhoewel het ſchijnt dat zy by zijne Wintertijd ledigh is in Burgerlijcke handelingen, niet te min wort zy in de Lentetijd ontdeckt, als wanneermen wijſe Mannen van noode heeft, want dan zijn de ſwaermoedige bevonden en beproeft datſe ſeer wijſe en verſtandige Mannen zijn. <section end="malinconia"/><noinclude>{{Rechts|R r r{{gap}}2{{gap|6em}}{{sc|M&nbsp;a}}-}}</noinclude> d5mvlhbrufkl9fyirgyzugd1wlsg1qu Index:De Nieuwe Courant vol 007 no 086 Ochtendblad.pdf 106 40409 127064 2022-08-05T08:28:26Z Vincent Steenberg 280 nieuw proofread-index text/x-wiki {{:MediaWiki:Proofreadpage_index_template |Type=boek |Titel=De Nieuwe Courant |Taal=nl |Deel=7 |Auteur=Verschillende auteurs |Vertaler= |Redacteur=[[Auteur:Lambertus Joannes Plemp van Duiveland|L.J. Plemp van Duiveland]] |Illustrator= |Stroming= |Jaar=1907 |Uitgever= |Plaats=Den Haag |Key= |ISBN= |OCLC= |LCCN= |BNF_ARK= |DBNL= |Bron=pdf |Afbeelding= |Voortgang=C |Delen= |Pagina's=<pagelist 1=1 /> |Opmerkingen= |Breedte= |Css= |Koptekst= |Voettekst= }} j4jhcj7j0n7s8xm06stdelqlcyz3vic Pagina:De Nieuwe Courant vol 007 no 086 Ochtendblad.pdf/3 104 40410 127065 2022-08-05T08:32:04Z Vincent Steenberg 280 /* Proefgelezen */ proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" />{{RH|''OCHTENDBLAD''|''DE NIEUWE COURANT, Woensdag 27 Maart 1907.|'''Tweede Editie'''}}</noinclude><section begin="kunst"/>{{center|{{x-larger|{{sp|KUNS}}T.}}}} {{lijn}} <section end="kunst"/> <section begin="opdegroepententoonstelling"/>{{gap}}Op de groepententoonstelling in Pulchri Studio werd nog verkocht no. 6 Benoordenhout; no. 9 Molensloot te Voorburg, van Joh. H. Doeleman; no. 7 Tulpenvelden bij Bloemendaal, van A. L. Koster en no. 3 Na den afslag, van Willy Sluiter. <section end="opdegroepententoonstelling"/> <section begin="menschrijftuit"/>{{gap}}Men schrijft uit Londen aan de N. R. Ct.: <br>{{gap}}De Nederlandsche meesters van den heer J. C. J. Drucker, wier opneming in de National Gallery ik dezer dagen gemeld heb, hebben verleden week hun plaats door den directeur, Sir Charles Holroyd, toegewezen gekregen. Bosboom, Israëls, Maris en Mauve prijken thans in kamer no. 12, waar de Peel-verzameling gehuisvest is, terwijl de twee Isabeys naast de Fantin Latour hangen, derhalve in de Fransche afdeeling. <section end="menschrijftuit"/> <section begin="landsverdediging"/>{{center|{{x-larger|LANDSVERDEDIGING.}}}} {{lijn}} {{gap}}Naar de ''N. R. Ct.'' meldt, zal de kapitein F. H. van der Kop, van het 11e reg. inf. te Ede, binnenkort den dienst verlaten. <section end="landsverdediging"/> <section begin="postenverkeer"/>{{center|{{x-larger|Post en Verkeer.}}}} {{gap}}{{sp|Benoemd:}} 16 Maart, tot teekenaar bij den telegraafdienst, G. Lingkeek, H. van Oudheusden en B. A. M. Deckers; 1 April, op verzoek, tot hoofdcomm. der tel., de directeur bij den post- en telegraafdienst W. Burkels te ’s-Gravenhage (beheerder van het bijpost- en telegraafkantoor „Stadhoudersplein”); op verzoek, tot comm. der tel. 2e kl., de directeuren bij den post- en telegraafdienst C. S. de Wit, en H. van den Heuvel, respectievelijk beheerder van het bijpost- en telegraafkantoor „Katendrecht” en van het bijpost- en telegraafkantoor „’s-Gravendijkwal” te Rotterdam; tot brievengaarder te Hoeven, H. Mannien. <br>{{gap}}{{sp|Bevorderd:}} 16 Maart tot comm. der post, 1e kl., de comm. 2e kl. F. Eilers en G. J. Somer; tot comm. der post. 2e kl., de comm. 3e kl. J. M. Bekaar; tot comm. der post, en tel. 2e kl., de comm. 3e kl. A. Smit; tot comm. der post. en tel. 3e kl., de comm. 4e kl. H. W. de Jong, J. Marees, H. C. Felser, G. J. N. Prick, J. L. Cluijsenaar en C. J. Canneel. <br>{{gap}}{{sp|Verplaatst:}} 13 Maart de telefoniste J. H. L. Bellaard, van Utrecht naar Rotterdam; 16 Maart, de klerk der post. en tel. 2e kl. J. Meinardij, van Amsterdam (telegraafk.) naar Drachten; 1 April, de comm. der post. en tel. 4e kl. C. J. Kole, van Rotterdam (postk.) naar Venlo (postk.); 1 April, de tijdel. klerk der post. en tel. G. van Westen, van Amsterdam (telegraafk.) naar Makkum. <br>{{gap}}{{sp|Eervol ontslagen}} op verzoek 1 April, de klerk der post. en tel. 2e kl. R. L. van Praag te Amsterdam (telegraafk.) <br>{{gap}}{{sp|Ontslagen}} 6 Maart de klerk der post. en tel. 1e kl. H. E. Veendijk te Enschedé. <section end="postenverkeer"/> <section begin="landbouwenvisscherij"/>{{center|{{x-larger|Landbouw en Visscherij.}}}} <section end="landbouwenvisscherij"/> <section begin="algemeenevereenigingvoorbloembollencultuur"/>{{center|{{larger|'''Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur.'''}}}} {{gap}}Onder leiding van den heer E. H.{{sp| Krelage}} is heden te Haarlem gehouden de 114e vergadering der Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur. <br>{{gap}}Aan wezig was ook de heer H. J. Lovink, directeur-generaal van den Landbouw. <br>{{gap}}De rekening en verantwoording van den secretaris-penningmeester, den heer Joh. de Breuk, werd goedgekeurd. Ze sloot in ontvangsten en uitgaven tot een bedrag van ƒ&nbsp;14,500, met een batig saldo van ƒ&nbsp;8100. <br>{{gap}}Het ledenaantal bedraagt 2460; het aantal afdeelingen 33. <br>{{gap}}Tot leden van het hoofdbestuur werden gekozen de heeren J. Koomen Hz. te Winkel en S. A{{grijs|[.]}} van Konijnenburg te Noordwijk; tot eerelid der vereeniging werd benoemd de heer J. H. Wentholt, de afgetreden voorzitter. <br>{{gap}}Aangenomen werd het voorstel der afdeeling Limmen dat het hoofdbestuur pogingen zal aanwenden om wederom te geraken tot het houden van Krelage-veilingen. <br>{{gap}}Na de pauze werd den heer Wentholt, uitgenoodigd tegenwoordig te zijn, het eerelidmaatschap aangeboden en namens eenige afdeelingen en een aantal leden als bewijs van sympathie hem een fraai horloge geschonken. <br>{{gap}}Daarop werd in behandeling genomen het voorstel van het hoofdbestuur tot vaststelling van het Handelsregelment voor den Bloembollenhandel. <br>{{gap}}Na uitvoerige bespreking werd dit voorstel aangenomen. <br>{{gap}}Verworpen werd het voorstel van het hoofdbestuur om, teneinde den omzet van hyacinten te vermeerderen, gedurende 5 achtereenvolgende jaren jaarlijks een som van ƒ&nbsp;350 beschikbaar te stellen voor het uitloven van prijzen voor inzendingen van hyacinten op een der in Maart van elk dier jaren te houden plantenkeruringen der Royal Horticultural Society te Londen, op voorwaarde, dat jaarlijks door belanghebbenden eveneens ƒ&nbsp;350 beschikbaar wordt gesteld. <br>{{gap}}Aangenomen werd daarop met 67 tegen 43 stemmen het voorstel van Haarlem om ƒ&nbsp;750 tot ƒ&nbsp;1000 beschikbaar te stellen voor bovengemeld doel. <section end="algemeenevereenigingvoorbloembollencultuur"/> <section begin="kolonien"/>{{center|{{x-larger|{{sp|KOLONIE}}N.}}}} {{lijn}} <section end="kolonien"/> <section begin="oostindie"/>{{center|{{larger|OOST-INDIË.}}}} <section end="oostindie"/> <section begin="aschregens"/>{{Rechts|{{sc|Batavia}}, 27 Februari.{{gap}}}} {{center|'''Aschregens in het Tenggersche.'''}} {{gap}}De resident van Pasoeroean deelde den 22en Februari mede, dat in het district Tengger der afdeeling Probolinggo 872 bouws aanplant van diagoeng, aardappelen, kool en andere gewassen door herhaaldelijk gevallen aschregens zijn mislukt en in het district Soeunberkarang dier afdeeling ruim 38 bouws jonge padi-aanplant door overstrooming vernield. In de afdeeling Malang is in het district Penanggoengan, mede door overstrooming, de padi-aanplant op pl.m. 2 sawahs vernield. Niettegenstaande de vrij aanzienlijke mislukkingen in het eerst gemeld district, bestaat in de betrokken desa’s voorshands geen vrees voor voedingsgebrek. {{Rechts|({{sp|Jav}}a-{{sp|Bod}}e.)}} {{lijn|2em}} <section end="aschregens"/> <section begin="tabak"/>{{center|'''Tabak.'''}} {{gap}}Uit Djember schrijft men aan de {{sp|Locomotie}}f: <br>{{gap}}Thans, nu in deze residentie de tabak overal binnen is, het product in de afpakschuren de laatste bereiding ondergaat die het hier te lande ten deel kan vallen, ja, zelfs de ondernemers al menig pak verscheept hebben, is het oogenblik aangebroken om een kleine nabetrachting te houden over hetgeen in den afgeloopen oogsttijd voorviel. <br>{{gap}}In de eerste plaats valt te constateeren dat men door de zware en ook veelvuldige regens die over een groot gedeelte van deze residentie neerplasten, verplicht was ongeveer één maand vroeger dan gewoonlijk met het binnenhalen van de tabak te beginnen. De inlander moest de planten wel van het veld halen, wilde hij die niet geheel zien ten ondergaan en forceerde dus, hoewel noodgedwongen, den ondernemer om de campagne te openen. <br>{{gap}}Groote uitgestrektheden, beplant met het geurig kruid, zijn in de afdeelingen Bondowosso en Djember niet tot haar recht kunnen komen, om zoo te zeggen mislukt. Vooral de tabak, die einde September in den grond werd gedaan, kwam niet tot wasdom. <br>{{gap}}Daartegenover staat dat de aanplant, die ruim één maand later aan de aarde was toevertrouwd, krachtig opschoot en zich als het ware door de regens heensloeg. Daarvan kwam meer terecht dan men oorspronkelijk wel dacht. <br>{{gap}}De geheele oogst in Besoeki, die verleden jaar honderd zestig duizend pakken bedroeg, is thans ongeveer zestigduizend pakken minder. Voor zoover thans te overzien is, is de qualiteit van een gedeelte zeer mooi. <br>{{gap}}Zooals trouwens bij zwaar beregende oogsten meer voorkomt, loopen er vele onsterke en zelfs rotte bladeren door. <br>{{gap}}Een eigenaardig verschijnsel is dit jaar dat, hoewel de oogst, gelijk wij reeds zagen, beduidend minder is, het aantal geoogste bladeren niet naar evenredigheid is afgenomen. In een droog jaar heeft men in doorsnee ongeveer twintigduizend bladeren noodig van gemiddelde lengte om een pikol bijeen te hebben, thans dertigduizend. Het soortelijk gewicht is thans enorm licht. {{lijn|2em}} <section end="tabak"/> <section begin="verkoop"/>{{center|'''Verkoop van Ombilinsteenkolen.'''}} {{gap}}Hoewel de verkoop van deze steenkolen aan particulieren geleidelijk toeneemt, zijn aan de verkrijging daarvan, vooral wanneer men ze wenscht te betrekken van Sumatra, nogal formaliteiten verbonden. De aanvragen daartoe moeten worden bericht aan den hoofdingenieur van den Sumatra-Staatsspoorweg en de Ombilin, of, wanneer men de kolen wenscht uit het magazijn te Emmahaven, tot den magazijnmeester van den spoorwegdienst te Padang. Om het debiet aan particulieren uit te breiden, bestond bij de regeering het voornemen den uitsluitenden verkoop op te dragen aan een Bataviaasche firma, Tiedeman & Van Kerchem, met welke reeds onderhandelingen daartoe waren geopend. Achteraf echter is gebleken dat de minister van Koloniën met den voorgenomen maatregel niet kon instemmen, zoodat het plan, althans voorloopig, wel buiten gevolg zal blijven. {{Rechts|({{sp|Jav}}a-{{sp|Bod}}e.){{gap}}}} <section end="verkoop"/> <section begin="ingezondenstukken"/>{{center|{{x-larger|INGEZONDEN STUKKEN.}}}} {{lijn}} {{center|''Buiten verantwoordelijkheid der Redactie''.<br>''Van ingezonden stukken wordt de kopij teruggegeven''.}} {{lijn|3em}} {{center|{{larger|'''Lijn 2.'''}}}} {{gap|6em}}''M. de R.'' {{gap}}Waarom staat op de borden van de tramlijn 2: „Holl. Spoor—Atjehstraat—Kanaal” en niet „Holl. Spoor—Noordwal—Kanaal” of „Holl. Spoor—Schev. weg—Kanaal”? Het is gebruikelijk, evenals op de andere lijnen, begin-, middel- en eindpunt op het bord aan te geven, terwijl het bord van lijn 2 {{sp|nu}} alleen beginpunt en laatste straat met eindpunt vermeldt. Door de boven voorgestelde wijziging wordt het niet alleen voor den vreemdeling en inwoner duidelijker {{sp|welk}} gedeelte der stad deze lijn doorkruist, maar bij de vermelding van het snijpunt Scheveningscheweg zou het voor hen die aan het Station den weg naar Scheveningen zoeken veel gemakkelijker gemaakt worden{{grijs|[.]}} Door vermijding van de lijn naar het Plein zou tevens de lijn Plein—Oude Schev. weg—Kurhaus ontlast worden van het in den zomer toch reeds zoo drukke verkeer. {{Rechts|X.{{gap}}}} {{gap}}{{sc|Den Haag}}, 26 Maart. <section end="ingezondenstukken"/> <section begin="nieuweuitgavenentijdschriften"/>{{center|{{x-larger|Nieuwe uitgaven en tijdschriften}}}} {{lijn}} <section end="nieuweuitgavenentijdschriften"/> <section begin="geschiedenis"/>{{center|'''Geschiedenis.'''}} {{Verkeerd-om inspringen|6em|-2em|{{sp|Archives ou Correspondance inédite de la Maison}} d’{{sp|Orang}}e-{{sp|Nassau}} Troisiémie série publiée avec autorisiation die S. M. la Reine par {{sc|F. J. L. Kramer}}. Tome I. 1689—1697.&nbsp;<ref>Leiden, A. W. Sijthoff, 1907.</ref>.}} {{gap}}Het is bijna een halve eeuw geleden, dat het laatste, vijfde, deel van de tweede serie der onuitgegeven correspondentie van het Huis Oranje-Naseau is verschenen, waarvan de uitgave thans weder ter hand genomen is door den archivaris van Hare Majesteit, prof. Krämer. <br>{{gap}}Het werk van mr. Groen van Prinsterer liep tot November 1688, met dien verstande dat de laatste gedeelten lang niet op die hoogte staan van het begin. <br>{{gap}}Aanvankelijk alles gevende, zag de groote staatsman-historicus zich weldra genoodzaakt zich te gaan beperken en heeft hij ten slotte een keuze gedaan, niet alleen om te beoordeelen, welke stukken wel, welke niet opgenomen behoefden te worden, maar ook beslissende, welke gedeelten der uitgekozen brieven zelf nog konden achterwege blijven. Natuurlijk is een en ander geschied in volmaakt goede trouw. <br>{{gap}}In grooter kring dan die van vakgeleerden alleen, was het zeker betreurd, dat onder de voorgangers van den huldigen titularis er geen wae, die de voortzetting van Groen’s arbeid op zich had genomen. Aan de verwachting, die de benoeming van prof. Krämer destijds heeft verwekt, wordt dan nu ten volle voldaan, wat met dankbaarheid geconstateerd mag worden. <br>{{gap}}De nieuwe uitgave van prof. Krämer begint bij het jaar 1689 en wel met de correspondentie van Willem III en Heinsius. Deze correspondentie was niet geheel onbekend, gedeeltelijk zelfs gedrukt. Men vindt een deel ervan o. a. in de uitgave van Van der Heim: Het Archief van den Raadpensionaris Antonie Heinsius&nbsp;<ref>’s-Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1867, 1874, 1880.</ref>, terwijl ook verscheiden historieschrijvers o. a. Ranke, haar met voordeel gebruikt hebben. Deze briefwisseling thans echter in haar geheel te krijgen, is zeker een groot voorrecht en het verdient zeker de algemeene belangstelling, dat ter wille van onze historische wetenschap Groen’s arbeid wordt voortgezet. <br>{{gap}}De hier gegeven correspondentie bestaat uit circa 400 nummers, tusschen Willem III en den Raadpensionaris uit de jaren 1689—1697, terwijl in het supplement nog een zeventiental brieven voorkomen tusschen Heinsius en den Stadhouder van Friesland gewisseld. <br>{{gap}}Dat deze brieven niet alleen voor ons land, maar ook voor de politieke geschiedenis van die jaren in het algemeen van het grootste belang zijn, behoeft geen nadere toelichting. <br>{{gap}}De hooggeleerde uitgever heeft zich, wat de wijze van werken aangaat, aan de methode van zijn voorganger gehouden; indien dit uit piëteit geschied is, begrijpelijkerwijze. <br>{{gap}}Intusschen, zonder aan dit gevoel van eerbied te kort te doen, zouden toch wel eenige wijzigingen geoorloofd zijn, die de beteekenis van deze uitgave m. i. zeer zeker nog zouden verhoogen. <br>{{gap}}Het wordt n.l. in den laatsten tijd gebruik onder de tekstuitgevers, uit hun tekst het h. i. onbelangrijke weg te laten, iets dat te verklaren is door den toenemenden stroom van materiaal. De Rijkscommissie met haar publicaties geeft hierin het voorbeeld. Ik geloof echter niet, dat men zich genoeg rekenschap geeft, op welken gevaarlijken weg men zoodoende geraakt. De zelfstandige man van wetenschap houdt in dit geval immers den plicht om het uitgegevene met den tekst te moeten vergelijken. <br>{{gap}}Was er echter aan dat bezwaar niet te ontkomen, dan zou ik er hier niet op gewezen hebben, daar dit zeker al in heel geringe mate geldt voor den thans voor ons liggenden arbeid. Wanneer men de tekstuitgave van prof. Krämer vergelijkt met den tekst der brieven bij andere schrijvers reeds afgedrukt, dan zijn de weglatingen van prof Krämer over het algemeen zeker te billijken en niet redelijk aantastbaar, maar dit ontheft toch niet van de taak op het verkeerde in het systeem van werken te wijzen. Het werk, dat ik, als criticus heb moeten doen, zal voortaan ieder zelfstandig gebruiker ook moeten doen, n.l. de betrouwbaarheid der keuze vaststellen. <br>{{gap}}Had de hooggeleerde ons dan alles moeten geven? <br>{{gap}}M. i. neen, indien slechts in een verkorte inhoudsopgave rekenschap werd gegeven van hetgeen weggelaten was. Het logisch verband zou in dat geval blijven bestaan, het zou den gewonen lezer in staat stellen den tekst gemakkelijker te volgen en den wetenschappelijken gebruiker ontheffen van de verplichting, zelf het werk nog eens te moeten vergelijken. <br>{{gap}}Heb ik deze opmerking niet teruggehouden, dan is dat werkelijk uit groote belangstelling in deze uitgave, vooral ook omdat daardoor nog grootere verwachtingen voor de toekomst worden gewekt. In de voorrede wordt o. a. meegedeeld, dat de hooggeleerde zich een medewerker heeft verzekerd in den persoon van prof. Bussemaker, wel begrijpende, dat de groote taak door Groen van Prinsterer ondernomen, voor één ja zelfs voor enkele menschenlevens te veel was. Voor dat juiste inzicht verdient prof. Krämer van onze historici groeten dank. <br>{{gap}}De verzorging van de uitgave laat niets te wenschen over, het is onbekrompen gedrukt en in een aangenaam formaat. {{Rechts|v. d. M.{{gap}}}} <section end="geschiedenis"/> <section begin="deverborgenzijdederdingen"/>{{center|'''De verborgen zijde der dingen.'''}} {{Verkeerd-om inspringen|6em|-2em|{{sp|De Gangliën-Psych}}e. Inleiding tot de studie der occulte wetenschappen door F. Bezemer. — P. M. Wink, Amersfoort 1906.}} {{gap}}Een oorspronkelijk Nederlandsch boek over occultisme is zeker een bijzonderheid, zoo niet een unicum. Wil men zulk een boek bespreken, dan moet men zich wel min of meer op het standpunt van den schrijver stellen, of anders zwijgen. Gaat men toch van het gronddenkbeeld uit, dat er niets occults {{sp|i}}s, het negatiestandpunt, of dat er zoo iets wel bestaat, maar we er niets van weten noch zullen weten, of misschien niet mogen weten, het standpunt van ''ignoramus'' en ''ignorabimus'', dan is een boek over occultisme, een inleiding tot de occulte {{sp|wetenschappen}} nog wel, een waardeloos en onzinnig iets, dat het bespreken niet waard is. <br>{{gap}}We stellen ons dus tegenover dit werk op een gnostiek standpunt en gaan uit van het principe der gnostieken van ouden en nieuwen tijd, dat er hoogere, minder-materieele werelden en wezens zijn en dat wij, dat althans de verst-ontwikkelden onzer daarvan iets kunnen weten en dat daarover van oudsher zeer belangrijke tradities bestaan. <br>{{gap}}Wat is nu in dat verband occultisme? Volgens schrijver (pag. 133) „een zuiver esoterische wetenschap, voor welke de kennis van de verschijnselen in de zichtbare, stoffelijke wereld alleen waarde heeft ter ontdekking van de niet stoffelijke oorzaken, van wier werking de verschijnselen, de feiten slechts ''gevolg'' zijn. De schrijver, die veel ontleent aan Plantenga’s Rozenkruisjaargangen en aan de werken van den Franschen schrijver over dergelijke onderwerpen, G. Encausse, meer bekend onder zijn pseudoniem „Papus” (niet de hongerzwendelaar, natuurlijk) heeft zijn stof in drie hoofddeelen verdeeld. In de eerste afdeeling tracht hij uit de gegevens der tegenwoordige wetenschap aan te toonen, {{sp|dat}} er hoogere en diepere kennis is en dat veel van de nieuwe ontdekkingen die hier en daar de occulte wereld beginnen te raken, reeds in overouden tijd bekend was; in zijn tweede afdeeling schetst hij het uiterlijk geraamte der verschillende „occulte” leerstelsels (Kabala, alchemisten-, rozenkruiserstradities enz.) voornamelijk in het voetspoor van wat men zou kunnen noemen de Fransche school; de derde afdeeling behandelt de verschillende magische verschijnselen, magnetisme, hypnotisme, spiritisme en ten slotte de rol, die de psyche, welke dan volgens den schrijver door de gangliën-cellen het stoffelijk lichaam kan leiden en beheerschen bij die verschijnselen speelt (vandaar de vreemdsoortige naam van het boek). {{gap}}De indruk, dien dit boek bij ernstig lezer maakt, is zeer gemengd; ontegenzeggelijk staan er zeer opmerkelijke zaken in; voor iemand die eenigszins in die richting zijn studies heef uitgestrekt, echter allerminst nieuwe feiten of psychische verschijnselen, (in dien zin is het woord oorspronkelijk aan den aanhef dezer bespreking dan ook niet bedoeld) maar het uitzoeken van passende en treffende voorbeelden de toevoeging van eenige zelf-opgedane ondervindingen en het zedelijk verband daartusschen in eigen woorden gelegd, geven blijk van ernstige en moeitevolle studie op het gebied der verborgen wetenschap, der ''scientia arcana''. Een ernstig gebrek is, dat, al wordt terloop eenige malen op de noodzakelijkheid gewezen, dat niemand ongestraft een enkelen practischen stap kan doen op het gebied van het occulte zonder volstrekte reinheid van karakter en gedachtenleven, ja zonder volstrekte beheersching der lagere persoonlijkheid door de hooger aan de gewone menschen geheel verborgen innerlijke, geestelijke individualiteit; een ernstig gebrek is — zeiden wij — dat naast de ''scientis arcana'' ook niet meer werk is gemaakt van de ''disciplina arcani'', van de ethische leerschool, die de noviet door moet maken, vóór hij (Goethe’s „Zauberlehrling”) zonder schade voor zichzelf en zijn omgeving de hand kan uitsteken naar de uiterst gevaarlijke practijk dezer studie. <br>{{gap}}Het tweede, meest hinderlijke gebrek in dit boek is wel de schettertoon, waarin de schrijver telkens en telkens vervalt. <br>{{gap}}Daargelaten het hinderlijke telkens herhaalde „wij, occultisten” (d. w. z. „ik, schrijver, en andere occultisten”) is het „air”, dat de schrijver tegen de besten zijner tijdgenooten aanneemt, de grondige verachting voor wat zoo rondom hem leeft en werkt en streeft, verachting, die zich in onsmakelijk gescheld en geschetter en pedante quasi-grapjes uit, buitengewoon hinderlijk en — ongelukkigerwijze — tegelijk het afdoende bewijs, dat de schrijver allerminst een occultist is, daar een waar occultist de menschheid te innig liefheeft, zich te veel één met haar voelt om op haar, de „Weduwe” en de „Weeze”, te smalen, daar — in het kort — een waar occultist te veel weet om, naar mevr. De Staëls woord, niet alles te kunnen vergeven. <br>{{gap}}Het lijvige boek (416 pag.) is bij uitstek netjes uitgegeven en gedrukt; het titelblad-vignet, een kaballistisch amulet voorstellende, verhoogt het aangename van het welverzorgde uiterlijk. {{Verkeerd-om inspringen|6em|-2em|{{sp|Het onderzoek van spiritualistische verschijnselen en vreemde feiten}} door A. J. {{sp|Rik}}o. Met 9 afbeeldingen en een inleiding van Marcellus Emants. — Boekhandel v/h. Gebr. Belinfante ’s-Gravenhage. z. j.}} {{gap}}De heer Riko is een oud-strijder in de rangen van het spiritisme, een oud-bestrijder op experimenteele gronden van het materialisme en van de negatie van de verborgen zijden der dingen. Reeds in 1872 en ’73 gaf hij een boek uit, ''Positief Spiritualisme'' getiteld, en zijn welbekend „Handboek ter beoefening van het Magnetisme” heeft reeds drie drukken beleefd. <br>{{gap}}Ook dit boek is weder levendig en toch degelijk geschreven; het bevat de beschrijving van zeer vele proeven, grootendeels zelf gedaan door den schrijver, die alle sommiteiten op spiritistisch gebied van nabij kent en een lang leven van serieus onderzoek achter zich heeft. Overal wordt „man en paard” genoemd, boek en getuigen aangehaald en op gezonde en tevens vermakelijke wijze critiek geoefend op goedgelovigheid, gebrek aan critiek en op den magnetischen, pseudo-spiritischen zwendel, die met die goedgeloovigen gedreven wordt. <br>{{gap}}Dit is het derde, degelijke, zich stipt aan feiten houdende boek, dat in betrekkelijk korten tijd over spiritisme en spiritualisme in ons land uitkomt (de beide andere van de heeren De Fremery en Ortt) en ieder ernstig lezer zal getroffen worden door de opeenstapeling van krachtige bewijsgronden en overtuigend materiaal. Gelukkig ontbreken ook in dit boek niet geheel de waarschuwingen tegen het gevaarlijke voor zenuwen en voor gezondheid om zoo maar klakkeloos spiritische séances te houden. Een negental afbeeldingen verluchten den tekst en dragen tot de belangwekkendheid van dit boek zeer bij. {{Rechts|V.{{gap}}}} <section end="deverborgenzijdederdingen"/> <section begin="laatsteberichten"/>{{center|{{x-larger|LAATSTE BERICHTEN.}}}} {{lijn}} <section end="laatsteberichten"/> <section begin="telegrammen"/>{{center|{{larger|{{sp|Telegramme}}n.}} (''Vervolg van Pag. 1.'')}} {{lijn|2em}} {{center|'''De Doema.'''}} {{gap}}ST. PETERSBURG, 26 Maart (R. A.). {{sp|Slot der zittin}}g. Stolypin eindigt met te zeggen, dat de regeering tot de rust volkomen hersteld zal zijn, de bevoegdheid der veldkrijgsraden tot de allerergste gevallen zal beperken. <br>{{gap}}Verder zal de wet door eenvoudig niet in de wetgevende lichamen gebracht te worden, vanzelf vervallen. <br>{{gap}}Met overweldigende meerderheid nam nu de Doema een voorstel aan tot benoeming eener commissie van 16 leden tot onderzoek van het wetsontwerp op de afschaffing der veldkrijgsraden nadat de rapporteur een voorstel tot onderzoek binnen 24 uur had ingetrokken. <section end="telegrammen"/> <section begin="financieeleberichten"/>{{center|{{x-larger|FINANCIEELE BERICHTEN.}}}} {{lijn}} <section end="financieeleberichten"/> <section begin="beurssluiting"/>{{center|'''Beurssluiting.'''}} {{gap}}Het bestuur der Vereeniging van Effectenhandelaren te Rotterdam heeft bepaald, dat op Zaterdag 30 Maart 1907 Beursvacantie zal worden gehouden en mitsdien op dien dag de officieele Beursnoteering niet zal worden opgemaakt en op de kantoren niet zal worden geleverd noch ontvangen. {{gap}}De Londensche beurs blijft Zaterdag gesloten. {{lijn|2em}} <section end="beurssluiting"/> <section begin="amsterdamdelicompagnie"/>{{center|'''Amsterdam-Deli-Compagnie,'''<br>te Amsterdam.}} {{gap}}In de vergadering van heden werden de voorgestelde statuten-wijzigingen (zie ons Ochtendblad van 6 Februari) goedgekeurd. {{lijn|2em}} <section end="amsterdamdelicompagnie"/> <section begin="tarakanpetroleummij"/>{{center|'''Tarakan Petroleum-Mij.'''}} {{gap}}Blijkens een advertentie in ons Avondblad zullen de heeren Rutgers & De Beaufort te Amsterdam een beperkt aantal aandeelen der Tarakan Petroleum-Maatschappij door verkoop ter beurze tot dagelijks vast te stellen koers te Amsterdam ter markt brengen, door bemiddeling van de heeren J. H. G. Helmers & Co. <br>{{gap}}De eerste verkoopen zullen geschieden op Woensdag 27 Maart a.s. tot den koers van 36 pCt. <br>{{gap}}De levering der door hen verkochte stukken zal plaats hebben op Donderdag 4 April 1907. <br>{{gap}}Aanvragen op Woensdag 27 Maart 1907 vóór 12 uur ontvangen zullen zooveel mogelijk tot den eersten koers worden bevredigd. <br>{{gap}}De noteering in de prijscourant, uitgegeven door de Vereeniging voor den Effectenhandel te Amsterdam, zal worden aangevraagd. <br>{{gap}}Krachtens het royalty-contract is de „Koninklijke” verplicht de concessie te ontginnen te haren koste en op zoodanige wijze en schaal als het meest in het voordeel zal zijn van alle belanghebbenden en met dien verstande dat ten minste twee boormachines boven de bij exploratie gebezigde in werking zullen worden gesteld. <br>{{gap}}De „Koninklijke” betaalt voor de gewonnen ruwe petroleum aan de Tarakan Petroleum Mij. een koopprijs van f&nbsp;1.25 per ton ruwe petroleum van 1000 Kg. op te nemen in de inrichtingen tot verzameling van de ruwe petroleum van het concessieterrein. <br>{{gap}}Het vast recht, de cijns en alle andere betalingen, waartoe de concessie verplicht, zijn ten laste der „Koninklijke”. <br>{{gap}}De afrekening van den koopprijs geschiedt driemaandelijks, binnen drie maanden na den afloop van ieder kwartaal. <br>{{gap}}De „Koninklijke” is bevoegd de exploitatie van de concessie te staken, als zij meent daaruit niet genoeg voordeel meer te zullen trekken. Zij geeft van die staking kennis aan de Tarakan Petroleum Mij., die daarna de vrije beschikking over de concessie krijgt. <br>{{gap}}De concessie wordt daarop te haren name overgeschreven, dan wel aan de regeering teruggegeven, ter keuze van de Tarakan-Petroleum Maatschappij. <br>{{gap}}De door de „Koninklijke” verrichte exploratie heeft geleid tot het aanboren van vier produceerende bronnen, waarvan de olie wordt opgenomen in de verzamel-inrichtingen. <br>{{gap}}Een tweetal ijzeren tanks met een totale capaciteit van 8000 ton, een pompstation en een aanlegplaats voor tankschepen, dienende voor de afscheep van het product, zijn in 1906 voltooid. <br>{{gap}}De productie over dit jaar bedroeg ruim 6000 ton ruwe olie, een nog vrij onbelangrijk kwantum tengevolge van het eerst in den loop van het jaar gereedkomen der tanks en omdat met de afscheep van het product nog geen aanvang was gemaakt. <br>{{gap}}In de maanden Januari en Februari 1907 werd te zamen geproduceerd en in de tanks verzameld circa 2650 ton ruwe olie en werd inmiddels het bericht ontvangen dat met de afscheep inderdaad begonnen is, hetgeen als een nieuwe phase der exploitatie mag worden beschouwd. {{lijn|3em}} <section end="tarakanpetroleummij"/> <section begin="nvtabakmijpayamabar"/>{{center|'''N. V. Tabak Mij. „Paya Mabar”,'''<br>te Amsterdam.}} {{gap}}Bij de heden gehouden inschrijving op ƒ&nbsp;350,000 aandeelen dezer vennootschap werd ingeteekend voor ruim ƒ&nbsp;930,000, zoodat toegewezen wordt pl.m. 37 pCt. {{lijn|3em}} <section end="nvtabakmijpayamabar"/> <section begin="centralehypotheekbank"/>{{center|'''Centrale Hypotheekbank,'''<br>te Rotterdam.}} {{gap}}Aan het verslag over 1906, uit te brengen in de op 6 April a.s. te houden jaarvergadering, ontleenen wij het volgende: <br>{{gap}}Tot 31 December 1905 waren afgesloten 299 leeningen te zamen ad ƒ&nbsp;4,581,600; gedurende het jaar 1906 werden afgesloten 56 leeningen ad ƒ&nbsp;485,000, totaal 355 leeningen ad ƒ&nbsp;5,066,900. <br>{{gap}}Hiervan worde terugbetaaid tot 31 December 1905 ƒ&nbsp;2,178,145. Gedurende het jaar 1906: aan verplichte periodieke aflossingen ƒ&nbsp;51,795; aan tusschentijdsche aflossingen ƒ&nbsp;366,625, te zamen ƒ&nbsp;418,420, totaal ƒ&nbsp;2,596,565, zoodat het saldo der op 31 December 1906 uitstaande hypotheken verdeeld over 235 geldleeningen, bedroeg ƒ&nbsp;2,470,335. <br>{{gap}}Op 31 December 1906 was in omloop en geplaatst voor een bedrag van ƒ&nbsp;2,528,200 aan pandbrieven, verdeeld in 4 pCt. pandbrieven tot een bedrag van ƒ&nbsp;1,507,700 en in 4½ pCt. pandbrieven tot ƒ&nbsp;820,500. <br>{{gap}}Het bedrag der uitstaande hypothecaire leeningen overtrof aldus dat der in omloop zijnde pandbrieven met ƒ&nbsp;142,135. <br>{{gap}}Volgens de winst- en verliesrekening bedraagt het onverdeeld winstsaldo over 1905 ƒ&nbsp;48.98; aan provisie, vergoeding voor vervroegde aflossingen en hypotheekrente werd ontvangen ƒ&nbsp;119,090.26, te zamen ƒ&nbsp;119,139.24. <br>{{gap}}Na aftrek der onkosten en der op de pandbrieven betaalde interest, totaal ten bedrage van ƒ&nbsp;109.529.06, blijft alzoo een saldo van ƒ&nbsp;9610.18. <br>{{gap}}Commissarissen stellen voor: <br>{{gap}}1{{x-smaller|o}}. daaruit af te schrijven het geheele bedrag der rekening koersverschil pandbrieven over het afgelopen jaar ƒ&nbsp;744.71, waarna de zuivere winst bedraagt ƒ&nbsp;8865.47; <br>{{gap}}2{{x-smaller|o}}. aan aandeelhouders uit te keeren 5 pC5t. over het verplicht gestort kapitaal of ƒ&nbsp;5000; <br>{{gap}}3{{x-smaller|o}}. aan het reservefonds toe te voegen een bedrag van ƒ&nbsp;1125; <br>{{gap}}4{{x-smaller|o}}. uit het resteerende ad ƒ&nbsp;2740.47 overeenkomstig het gewijzigde artikel 48 der statuten een bedrag van ƒ&nbsp;2125 ter verdeeling te bestemmen, waardoor aan aandeelhouders in het geheel 5½ pCt. over het bedrag der verplichte storting op de aandeelen, en aan houders van oprichtersbewijzen ƒ&nbsp;2.16 per bewijs kan worden uitgekeerd, en <br>{{gap}}5{{x-smaller|o}}. de overblijvende ƒ&nbsp;615.47 als onverdeeld winstsaldo op nieuwe rekening over te brengen. <br>{{gap}}De gezamenlijke reserves bedragen alsdan na vaststelling van dit verslag met inbegrip der gekweekte renten ƒ&nbsp;17,246.83 of ruim 17 pCt. van het gestorte kapitaal. {{lijn|3em}} <section end="centralehypotheekbank"/> <section begin="alggroningerscheepshypbank"/>{{center|'''Alg. Groninger Scheepshyp.bank.'''}} {{gap}}Blijkens een advertentie in ons Avondblad besloot de directie tot de uitgifte van 5 pCt. pandbrieven, voorloopig tegen den koers van 101 pCt. niet aflosbaar door uitloting vóór 1 Juli 1911, in stukken van f&nbsp;1000, f&nbsp;500 en f&nbsp;100. Coupons 2 Januari en 1 Juli. <br>{{gap}}De uitgifte der 4½ pCt. obligatiën wordt voorloopig gestaakt. <br>{{gap}}De beursnoteeringen zullen zoo spoedig mogelijk worden aangevraagd. {{lijn|3em}} <section end="alggroningerscheepshypbank"/> <section begin="dividenden"/>{{center|'''Dividenden.''' {{sp|Lobsann Asphalt M}}ij.}} {{gap}}Naar men verneemt zal aan de algemeene vergadering van aandeelhouders op 11 April a.s. worden voorgesteld het dividend over 1906 vast te stellen op 4 pCt. (v. j. 5 pCt.) {{center|{{sp|Holland Ban}}k.}} {{gap}}In de jaarlijksche algemeene vergadering van aandeelhouders der Holland-Bank, den 3en April te Amsterdam te houden, zal over 1906 een uitkeering worden voorgesteld van ƒ&nbsp;26 op de aandeelen en van ƒ&nbsp;10 op de winstbewijzen. {{center|{{sp|Naam}}l.{{sp| Ven}}n.{{sp| Hollandsche Schouwbur}}g.}} {{gap}}In de heden te Amsterdam gehouden jaarlijksche algemeene vergadering van aandeelhouders werd verslag uitgebracht over den toestand en de lotgevallen der vennootschap in 1906. <br>{{gap}}Daaruit blijkt, dat de exploitatie een gunstig verloop heeft gehad. <br>{{gap}}Na verschillende afschrijvingen werd het dividend op 4 pCt vastgesteld. {{center|{{sp|Discont}}o-{{sp|Maatschapp}}ij.}} {{gap}}De heden te Rotterdam gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders heeft de balans en de winst- en verliesrekening over 1906 goedgekeurd en het dividend vastgesteld op 5½ pCt. <br>{{gap}}Als commissaris werd herkozen de heer C. A. E. van Lede. {{center|{{sp|Zeevisscher}}ij.}} {{gap}}De heden te Rotterdam gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders heeft de balans en de winst- en verliesrekening over het afgeloopen boekjaar goedgekeurd. Besloten werd aan de preferente aandeelhouders, boven de hun vooruit toegekende 5 pCt. dividend, ƒ&nbsp;5 per aandeel van ƒ&nbsp;250 uit te keeren. {{lijn|3em}} <section end="dividenden"/> <section begin="reuterseintons"/>{{gap}}''Reuter'' seint ons uit Londen: <br>{{gap}}De ''Bank van Engeland'' heeft heden een bedrag van £&nbsp;273,000 aan goud ontvangen{{grijs|[.]}} <section end="reuterseintons"/> <section begin="beursvanamsterdam"/>{{center|'''Beurs van Amsterdam.''' Nabeurskoersen van Dinsdag.}} {| align="center" | Erie | &nbsp; | 25<sup>1</sup>/<sub>8</sub> |- | South. Rail. | &nbsp; | 21 | 21<sup>1</sup>/<sub>8</sub> |- | Missouri | &nbsp; | 33<sup>3</sup>/<sub>8</sub> |- | Unions | 132 | 135 | 135 |- | South. Pacific | &nbsp; | 74<sup>7</sup>/<sub>8</sub> | 75<sup>1</sup>/<sub>8</sub> |- | Pref. Marine | &nbsp; | 21 |- | Steels | 33 | 34<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 34<sup>1</sup>/<sub>4</sub> |} {{lijn|4em}} <section end="beursvanamsterdam"/> <section begin="uitlotingen"/>{{center|'''Uitlotingen.''' PARIJS. 2 pCt. PREMIELOTEN (MÉTROPOLITAN). Trekking op 25 Maart 1907. Hooge prijzen: 239448 fr. 100,000, 6233 en 114118 fr. 10,000. De volgende nummers met fr. 1000: {| align="center" | align="right" | 21489 | align="right" | 24215 | align="right" | 44318 | align="right" | 71305 | align="right" | 77568 | align="right" | 81127 |- | align="right" | 90994 | align="right" | 99454 | align="right" | 100296 | align="right" | 123553 | align="right" | 130768 | align="right" | 130797 |- | align="right" | 137565 | align="right" | 139538 | align="right" | 155879 | align="right" | 183786 | align="right" | 186411 | align="right" | 191077 |- | align="right" | 191898 | align="right" | 199097 | align="right" | 203048 | align="right" | 211242 | align="right" | 211750 | align="right" | 237432 |- | align="right" | 244047 | align="right" | 269361 | align="right" | 334712 | align="right" | 371928 | align="right" | 372862 | align="right" | 388456 |} {{gap}}Betaalbaar 10 April 1907. {{lijn|4em}} <section end="uitlotingen"/> <section begin="faillissementen"/>{{center|'''Faillissementen.''' (Uit de ''Staats-Courant''{{grijs|[)]}}}} {{gap}}''Uitgesproken'': <br>{{gap}}P.{{sp| den Herto}}g, te Rotterdam, handelende onder de firma {{sp|Rotterdamsche Electrische Papiere}}n-{{sp|zakkenfabrie}}k, rechter-comm. mr. A. Rietema, curator mr. A. W. Kist, te Rotterdam. <br>{{gap}}''Geëindigd'': <br>{{gap}}M. J.{{sp| Janse}}n, alhier. <br>{{gap}}''Opgeheven'': <br>{{gap}}P. v. d.{{sp| Meule}}n, te Vlissingen. <br>{{gap}}''Vernietigd'': <br>{{gap}}G. B.{{sp| Hemme}}r, te Arnhem; J.{{sp| Vertholen}} de {{sp|Salve de Bruneto}}n, te Venlo. <section end="faillissementen"/> <section begin="berichtenuitdenederlfinancier"/>{{center|{{x-larger|'''Berichten uit de Nederl. Financier.'''}} LONDEN.}} {| | &nbsp; | 26&nbsp;Maart<br>Vroegk. | 26&nbsp;Maart<br>Slotk. | 23&nbsp;Maart<br>Slotk. |- | 2½ pCt. Consols (Nieuwe) | 85 | 85<sup>1</sup>/<sub>8</sub> | 85 |- | 4{{gap}}„{{gap}}Russ. ’89 2e ser. | 75<sup>1</sup>/<sub>2</sub> | 75<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 75<sup>1</sup>/<sub>2</sub> |- | 4{{gap}}„{{gap}}Spanje | 92<sup>3</sup>/<sub>4</sub> | 93 | 93 |- | 4{{gap}}„{{gap}}Hong. Goud | — | — | — |- | 5{{gap}}„{{gap}}Italië | — | 101<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 102 |- | 4{{gap}}„{{gap}}Japan | 84<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 84<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 84<sup>1</sup>/<sub>2</sub> |- | 6{{gap}}„{{gap}}Japan | — | 103<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 103<sup>1</sup>/<sub>4</sub> |- | 3{{gap}}„{{gap}}Portugal (Nw.) | 69<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 69<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 69<sup>1</sup>/<sub>4</sub> |- | Geünif. Turken | 92<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 92<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 92<sup>1</sup>/<sub>4</sub> |- | Turken C | — | — | — |- | 4 pCt. Egypte | — | — | — |- | 4{{gap}}„{{gap}}Brazilië 1889 | — | 82<sup>3</sup>/<sub>4</sub> | 83 |- | 2½ pCt. Uruguay | — | 70 | 70 |- | 5{{gap}}„{{gap}}dito | — | 93<sup>1</sup>/<sub>2</sub> | 93<sup>1</sup>/<sub>2</sub> |- | 3{{gap}}„{{gap}}Venezuela Dipl. | — | — | — |- | 4{{gap}}„{{gap}}Argent. 1900 | — | 83<sup>3</sup>/<sub>4</sub> | 83<sup>3</sup>/<sub>4</sub> |- | Cedulas P Argentinië | — | — | — |- | 6 pCt. Funded id. | — | — | — |- | 2½ „ Columbia | — | — | — |- | 5{{gap}}„{{gap}} Mexico | 101 | — | — |- | 3{{gap}}„{{gap}}dito Binnenl. | — | 34<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 34<sup>1</sup>/<sub>4</sub> |- | Peruv. Corp. pref. | 43 | 43<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 43 |- | {{gap}}dito dito ord. | — | 12<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 12<sup>1</sup>/<sub>2</sub> |- | Aand. Atchis. commons. | 87<sup>3</sup>/<sub>4</sub> | 90<sup>1</sup>/<sub>8</sub> | 89<sup>3</sup>/<sub>4</sub> |- | {{gap}}„{{gap}}„{{gap}}pref. | — | 96 | 98 |- | {{gap}}„{{gap}}Baltimore & Ohio | 94<sup>1</sup>/<sub>2</sub> | 95<sup>1</sup>/<sub>2</sub> | 98<sup>1</sup>/<sub>4</sub> |- | {{gap}}„{{gap}}Canadian Pacific | 166<sup>1</sup>/<sub>2</sub> | 168<sup>1</sup>/<sub>2</sub> | 165<sup>3</sup>/<sub>4</sub> |- | {{gap}}„{{gap}}Denv. & Gr. comm. | 29 | 29 | 29<sup>1</sup>/<sub>2</sub> |- | {{gap}}„{{gap}}„ „ „ pref. | — | — | — |- | {{gap}}„{{gap}}Erie common. | 25<sup>1</sup>/<sub>8</sub> | 26<sup>1</sup>/<sub>8</sub> | 26<sup>1</sup>/<sub>2</sub> |- | {{gap}}„{{gap}}„{{gap}}1e pref. | — | 61 | 61<sup>1</sup>/<sub>2</sub> |- | {{gap}}„{{gap}}Chesapeake | 39<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 39<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 40 |- | {{gap}}„{{gap}}Grand Trunk | — | — | — |- | {{gap}}„{{gap}}Illinois Central | — | — | — |- | {{gap}}„{{gap}}Milwaukee | — | — | — |- | {{gap}}„{{gap}}Miss. K. & Texas | 32<sup>1</sup>/<sub>2</sub> | 33<sup>3</sup>/<sub>8</sub> | 34<sup>1</sup>/<sub>2</sub> |- | {{gap}}„{{gap}}Nashville | 115 | — | — |- | {{gap}}„{{gap}}Norf. & W. comm. | 75 | 76<sup>1</sup>/<sub>2</sub> | 76 |- | {{gap}}„{{gap}}Ontario & West | 35<sup>1</sup>/<sub>4</sub> | 35<sup>3</sup>/<sub>4</sub> | 37<sup>5</sup>/<sub>8</sub> |- | {{gap}}„{{gap}}Reading gew | 48<sup>1</sup>/<sub>2</sub> | 49 | 49<sup>1</sup>/<sub>2</sub> |- | {{gap}}„{{gap}}Southern Ry.gew. | 20<sup>7</sup>/<sub>8</sub> | 21<sup>1</sup>/<sub>2</sub> | 21<sup>1</sup>/<sub>4</sub> |- | {{gap}}„{{gap}}Southern Pacific | 75<sup>1</sup>/<sub>2</sub> | 75 | 76<sup>7</sup>/<sub>8</sub> |- | {{gap}}„{{gap}}Union Pac. comm. | 129 | 132<sup>1</sup>/<sub>2</sub> | 133<sup>1</sup>/<sub>2</sub> |- | {{gap}}„{{gap}}Wabash | — | 25 | 25 |- | U.S. Steel Corp. common. | 32<sup>3</sup>/<sub>4</sub> | 33<sup>11</sup>/<sub>16</sub> | 35 |- | {{gap}}„{{gap}}„{{gap}}„{{gap}}pref. | 96<sup>3</sup>/<sub>4</sub> | 98 | 99<sup>1</sup>/<sub>2</sub> |- | Nieuwe Rio Tinto | 86<sup>1</sup>/<sub>8</sub> | 85<sup>3</sup>/<sub>4</sub> | 88<sup>3</sup>/<sub>8</sub> |- | Anacondas | 11<sup>7</sup>/<sub>8</sub> | 11<sup>7</sup>/<sub>8</sub> | 12<sup>3</sup>/<sub>8</sub> |- | De Beers Deferred | — | — | — |- | Chartered | — | 1<sup>7</sup>/<sub>17</sub> | 1<sup>3</sup>/<sub>8</sub> |- | Nieuwe Randmines | 6<sup>7</sup>/<sub>16</sub> | 6<sup>9</sup>/<sub>16</sub> | 6<sup>7</sup>/<sub>16</sub> |- | Goldfields | — | 4<sup>3</sup>/<sub>8</sub> | 4<sup>1</sup>/<sub>3</sub> |- | Eastrand | — | 4<sup>1</sup>/<sub>2</sub> | 4<sup>3</sup>/<sub>16</sub> |- | Randfontein | — | 1<sup>11</sup>/<sub>16</sub> | 1<sup>5</sup>/<sub>8</sub> |- | Plaatsdisconto | — | 5<sup>1</sup>/<sub>8</sub> | 5 |- | Zilver | — | 30<sup>9</sup>/<sub>16</sub> | 30<sup>7</sup>/<sub>16</sub> |} {{gap}}26 Maart. Vreemde Staatsfondsen stil doch prijshoudend vast. Van Koperaandeelen Rio Tinto’s zeer flauw en 2½ pCt. lager sluitende, Anacondas £&nbsp;½ afbrokkelend. Zuid-Afrik. goudshares in opgewekte stemming en <sup>1</sup>/<sub>8</sub> a <sup>3</sup>/<sub>16</sub> £ hooger sluitende. Amerik. sporen openden in navolging van New York percentsgewijze lager om na hevige en weifelende fluctuatiën op New York in veel gunstiger stemming te sluiten. {{center|PARIJS.}} {| | &nbsp; | 26&nbsp;Maart<br>Vroegk. | 26&nbsp;Maart<br>Slotk. | 25&nbsp;Maart<br>Slotk. |- | 3 pCt. Fransche rente | 94.60 | 94.70 | 94.80 |- | 4 pCt. Russen 1889 | 76.— | 76.10 | 76.10 |- | 5{{gap}}„{{gap}}Russ. Schatk. b. 1904 | 488.— | 488.— | 488.— |- | 5{{gap}}„{{gap}}Nieuwe Russ. leening | 88.30 | 88.05 |- | 4{{gap}}„{{gap}}Spanje Buitenland | —.— | 94.45 | 94.50 |- | 3{{gap}}„{{gap}}Portugal Nieuwe | —.— | 68.80 | 68.80 |- | 4{{gap}}„{{gap}}Servië op lev. | —.— | 81.70 | 81.25 |- | 4{{gap}}„{{gap}}Geünific. Turken | 92.80 | 93.05 | 93.50 |- | 4{{gap}}„{{gap}}Egypte 1876 | —.— | —.— | —.— |- | 4{{gap}}„{{gap}}Italië | —.— | 102.45 | 102.45 |- | 4{{gap}}„{{gap}}Brazilië | —.— | 83.90 | 83.90 |- | 4{{gap}}„{{gap}}Binnenl. Mexico | —.— | 52.70 | —.— |- | Turksche loten | —.— | 148½ | 148½ |- | Ottomansche Bank | —.— | 695.— | 695.— |- | Banque Paris | 1520.— | 1520.— | 1526.— |- | Nord d’Espagne | 263.— | 263.— | 264½ |- | Saragossa Sp | 403.— | 400.— | 400.— |- | Fransch-Oostenr. sp. | —.— | —.— | —.— |- | Credit Lyonnais | —.— | —.— | 1175 ex |- | Cape Copper | —.— | 263.— | 262.— |- | Aand. Rio Tinto | 2150.— | 2150.— | 2172.— |- | Mossamedes | —.— | 8 | 8 |- | Mozambique | —.— | 22¾ | 22¾ |- | De Beers, Deferred | —.— | 647.— | 642.— |- | Randfontein | —.— | 40¼ | 39½ |- | Transvaalland | —.— | —.— | —.— |- | Chartered | —.— | 38.— | 37.— |- | East Rand | 107½ | 111.— | 106½ |- | Goldfields | 106.— | 107½ | 103.— |- | May Consol | —.— | 60½ | 60.— |- | Robinson Randfontein | —.— | —.— | —.— |- | Nieuwe Randmines 5 sh. | 162½ | 164½ | 161½ |- | Frenchrand | —.— | 25.— | 25.— |- | Geduld | 50.— | 54.— | 48¼ |- | Champs d’or | —.— | —.— | —.— |- | Comp. Intern. d. Wag. Lits | —.— | —.— | —.— |- | Panama nieuwe aand. | —.— | —.— | —.— |- |} {{gap}}26 Maart. Van Staatsfondsen waren Russen en Spanje binnenl. à 75.65 in vaste stemming. Fransche rente daarentegen fractioneel afbrokkelend. Spaansche sporen nagenoeg onveranderd. Rio Tinto’s zwakker op Londen en fr. 22 in prijs achteruit. Zuid-Afrik. goudshares in zeer gunstige stemming en 3 à 4 francs hooger. sluitende. Ook de Beers vast en fr. 5 in avans {{center|BERLIJN.}} {| | &nbsp; | 26&nbsp;Maart<br>Vroegk. | 26&nbsp;Maart<br>Slotk. | 25&nbsp;Maart<br>Slotk. |- | 3 pCt. Duitsche Rijksleen. | 84.80 | 85.10 | 84.90 |- | 3{{gap|1em}}„{{gap|1em}}Pruisische Consols | —.— | 85.10 | 85.10 |- | 4{{gap|1em}}„{{gap|1em}}Rusl. Binn. leen. 1894 | —.— | —.— | 72.90 |- | 3{{gap|1em}}„{{gap|1em}}Hong. Goudrente | —.— | —.— | —.— |- | 4{{gap|1em}}„{{gap|1em}}1889 goud Russen | —.— | 77.10 | 77.40 |- | 4{{gap|1em}}„{{gap|1em}}Russen 1880 | —.— | 74.30 | 74.60 |- | 3½ „{{gap}}„{{gap}}1894 | —.— | 72.90 | —.— |- | 4{{gap|1em}}„ Geunificeerde Turken | —.— | 92.70 | 93.40 |- | Turksche loten | 138.20 | —.— | —.— |- | 5 pCt. Italië | 102<sup>7</sup>/<sub>8</sub> | 102<sup>7</sup>/<sub>8</sub> | 102<sup>7</sup>/<sub>8</sub> |- | 4{{gap|1em}}„{{gap|1em}}Servië | —.— | 79.50 | 79.40 |- | 5{{gap|1em}}„{{gap|1em}}Mexico | —.— | —.— | —.— |- | 4{{gap|1em}}„{{gap|1em}}Oostenr. Kr. Jan./Juli | —.— | 98.— | 98.— |- | 4{{gap|1em}}„{{gap}}„{{gap}}„ Apr./Oct. | —.— | 99.20 | 99.40 |- | Aand. Duitsche Rijksbank | —.— | 153.10 | 154.— |- | {{gap}}„{{gap}}Credit Anstalt | 210.— | 211¼ | 210⅛ |- | {{gap}}„{{gap}}Berliner H. Ges. | 165.— | 166¼ | 166¼? |- | {{gap}}„{{gap}}Dresdner Bank | —.— | —.— | —.— |- | {{gap}}„{{gap}}Disconto Gesellsch. | 174¾ | 176 | 175½ |- | {{gap}}„{{gap}}Harpener | 201⅞ | 202¼ | 203¾ |- | {{gap}}„{{gap}}Bochum | 215½ | 216⅝ | 215⅞ |- | {{gap}}„{{gap}}Laurahütte | 219⅜ | 220¾ | 219 |- | {{gap}}„{{gap}}Dynamit | 161¼ | 163⅛ | 161⅛ |- | {{gap}}„{{gap}}Gelsenkirchen | —.— | 193.10 | 191.90 |- | {{gap}}„{{gap}}Holl. Spoorweg | —.— | —.— | —.— |- | {{gap}}„{{gap}}Warschau-Weenen | —.— | 121.40 | 120.40 |- | {{gap}}„{{gap}}Aken-Maastr. Spw. | —.— | —.— | —.— |- | {{gap}}„{{gap}}id. Act. de Jouiss. | —.— | —.— | —.— |- | {{gap}}„{{gap}}Fr.-Oost. sp. | 140 | 141⅛ | 140 |- | {{gap}}„{{gap}}6 pCt. N. Z. Afr. Spw. | —.— | —.— | —.— |- | {{gap}}„{{gap}}Hamburger Packet | 135 | 136¾ | 136¼ |- | {{gap}}„{{gap}}Nordd. Lloyd | 121½ | 123⅛ | 121⅝ |- | Russ. Roebelnoten | —.— | —.— | —.— |- | Aand{{grijs|[.]}} Canadian Pac. | 162¼ | 164½ | 165⅝ |- | Lombarden | —.— | —.— | —.— |} {{gap}}26 Maart. De markt sluit over ’t algemeen in zeer vaste stemming met prijsverbetering van ½ à 1 pCt. voor Banken, ½ à 1¾ voor Bergwerken, 1 voor Franzosen, 2 voor Dynamiet en ½ à 1½ pCt. voor Stoomvaart-aandeelen. <br>{{gap}}Canadians die op New-York flauw en 3 pCt. lager openden, sluiten eveneens voor locale rekening gevraagd en met 2 pCt. herstel. <section end="berichtenuitdenederlfinancier"/> <section begin="beurzenenmarkten"/>{{center|{{x-larger|BEURZEN EN MARKTEN.}}}} {{lijn}} {{center|{{larger|Buitenlandsche Beursnoteeringen.}}}} {{lijn|4em}} {{center|BEURS VAN BERLIJN 26 Maart.}} {| width="100%" | Dresdner Bank | align="right" | 147.20 |} {{center|BEURS VAN NEW-YORK, 25 Maart.}} {| | &nbsp; | 25&nbsp;Mrt. | 23&nbsp;Mrt. |- | St. Louis en San Francisco 2e pref | 30 | 35 |} {{lijn|5em}}{{lijn|5em}} <section end="beurzenenmarkten"/><noinclude><references/></noinclude> 09y8m0zppacoqcaj5wl4hf36ooq7hva De Nieuwe Courant/Jaargang 7/Nummer 86/Ochtendblad/Op de groepententoonstelling in Pulchri Studio 0 40411 127066 2022-08-05T08:35:56Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = ‘Op de groepententoonstelling in Pulchri Studio […]’ | Schrijver = |Override_schrijver = een anonieme schrijver | Vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit het ''De Nieuwe Courant'', woensdag 27 maart 1907, Ochtendblad, [p.&nbsp;3]. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]]. }} <pages index="De Nieuwe Courant vol 007 no 086 Ochtendblad.pdf" from="3" to="3" fromsection="opdegroepententoonstelling" tosection="opdegroepententoonstelling"/> [[Categorie:De Nieuwe Courant]] [[Categorie:Kunst]] aarpydu8s2dvjwmuv6ayfxjdce0qge0