Wikisource
nlwikisource
https://nl.wikisource.org/wiki/Hoofdpagina
MediaWiki 1.39.0-wmf.23
first-letter
Media
Speciaal
Overleg
Gebruiker
Overleg gebruiker
Wikisource
Overleg Wikisource
Bestand
Overleg bestand
MediaWiki
Overleg MediaWiki
Sjabloon
Overleg sjabloon
Help
Overleg help
Categorie
Overleg categorie
Hoofdportaal
Overleg hoofdportaal
Auteur
Overleg auteur
Pagina
Overleg pagina
Index
Overleg index
TimedText
TimedText talk
Module
Overleg module
Uitbreiding
Overleg uitbreiding
Uitbreidingsdefinitie
Overleg uitbreidingsdefinitie
De Telegraaf/Jaargang 11/Nummer 3815/Avondblad/Dr. Cuypers
0
24275
127238
88529
2022-08-10T21:36:42Z
Vincent Steenberg
280
lintfout
wikitext
text/x-wiki
{{Infobox krantenartikel
| naam = Dr. Cuypers
| auteur = Anoniem
| uitgiftedatum = Zaterdag 14 maart 1903
| titel = Dr. Cuypers
| krant = De Telegraaf
| jaargang = 11
| nummer = 3815
| editie = Avondblad
| katern = Zondagsblad
| pagina = [1-2]
| afbeelding =
| datering =
| opmerkingen =
| genre =
| taal = Nederlands
| bron = [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110553202:mpeg21:a0145 delpher.nl]
| auteursrecht = [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]]
| artikelwikipedia =
}}
{|
|
{{Grijs|[1]}}
{{Grijs|[...]}}
{{Center|<big><big>{{SperrSchrift|{{Sc|Dr. CUYPERS}}}}.</big></big>}}
{{idt}}De opmerkelijkste figuur in de Nederlandsche bouwkunst, sedert Ziezenis, is ongetwijfeld Dr. Cuypers. Niet alleen om het vele en het schoone wat hij heeft gewrocht, maar ook om den ommekeer, welken hij in ons land heeft teweeggebracht.
<br>{{idt}}Vóór hem beschouwden de meesten den Gothiek met weinig minder geringschatting als men het deed in den tijd der Lodewijken; hij wist dien stijl weer te doen aanvaarden, zelfs populair te maken, bovendien voerde hij vaak met niet genoeg in acht neming van de schoonheid der vormen, het constructief princiep van Violet le Duc door, waar hij maar eenigszins kon.
<br>{{idt}}Gesteund door een uitstekend combinatievermogen, wrocht hij niet zelden op kunstige wijze het eigenaardige van verschillende stijlen inéén of stelde hij gebouwen uit elementen ja uit brokstukken van deze samen, met zeldzaam geëvenaarde vaardigheid. Den »puristen« mishaagde hij menigmaal hierdoor, doch de meerderheid der beschouwers nam er geen aanstoot aan en verheugde zich in de levendigheid van het aldus verkregen geheel.
{{idt}}Petrus Josephus Hubertus Cuypers zag het eerste levenslicht te Roermond, den 16<sup>den</sup> Mei 1827. Hij ontving aldaar zijn opleiding op de stedelijke school en het bekende college, waar hij teekenonderricht genoot van Linsen.
<br>{{idt}}Aangemoedigd door Wagener, leeraar der rhetorica op gemeld college, besloot de jeugdige Cuypers bouwmeester te worden en vertrok naar de Academie van Antwerpen, waar hij onderricht genoot van F. A. Durlet, P. P. Stoop en Ferdinand Berckmans, terwijl hij buiten de Academie nog werkzaam was in het atelier van den bouwmeester P. Dens.
<br>{{idt}}In 1849, bij het groote slot-concours voor architectuur, behaalde Cuypers den »prix d’excellence«, een overwinning welke den jongen man een schitterende ontvangst in zijn geboortestad bezorgde.
<br>{{idt}}Intusschen begonnen de monumenten der Gothische bouwkunst, welke hij te Roermond, te Antwerpen, te Brussel en te Gent aan-
[[Bestand:De Telegraaf vol 011 no 3815 Avondblad Portret van Cuypers.jpg|400px|center]]
schouwde, een diepen indruk op hem te maken, die de aanvang werd van de reactie tegen het classieke, waardoor Cuypers zich steeds heeft onderscheiden.
<br>{{idt}}Het eerste werk van eenige beteekenis, dat Cuvpers werd opgedragen, was de restauratie van het priesterkoor der Munsterkerk te Roermond en het vervaardigen van een altaar in den stijl van het gebouw, dat het oude, in moderner stijl, moest vervangen. Tot groote voldoening van zijn lastgevers volbracht hij deze taak. Een tweede daad van gewicht, die den naam van den jongen architect een goeden klank bezorgde, was het bouwen van een kelder met ribgewelf in de pastorie te Vechel. Op grooter schaal bracht hij kort daarop deze echt middeneeuwsche constructie in practijk bij het kerkje te Oeffelt, de eerste kerk volgens zijn plannen opgetrokken.
<br>{{idt}}Nu volgden een paar werken, die Cuypers’ reputatie zouden vestigen: de restauratie van de interessante kerk der abdij van Rolduc met haar 12<sup>de</sup>-eeuwsche »Krypta«, de bouw van de kerk te Vechel, die van de kerk te Wientjesvoort, die van het klooster der Predikheeren te Huissen (Gelderland) en die van de Sint Maartenskerk te Wijk-Maastricht.
<br>{{idt}}En thans was voor Cuypers de tijd aangebroken dat hij allerwegen »gewild« was. Te Alkmaar bouwde hij de Sint Laurentiuskerk, te Eindhoven de Sint Catharinakerk, te Amsterdam die van O. L. Vrouwe; te Nijmegen restaureerde hij de kerk van Sint Ignatius, te Maastricht die van Sint Servaas en O. L. Vrouwe, eindelijk in zijn geboortestad de uitwendige verbouwing van de Munster, doch hierbij ondervond hij veel tegenkanting en werd zijn voorstel om den later aangebrachten toren te amoveeren en den oorspronkelijken weder op te bouwen, niet eer aangenomen voordat mannen als James Weale, V. Stratz (den dom-architect van Keulen), Aug. Reichensperger, F. Bock en Violet le Duc dit voorstel hadden ondersteund.
<br>{{idt}}Nog sterker werd Cuypers tegengewerkt bij het oprichten van het Monument voor 1813, in het Willemspark te ’s Gravenhage. Bij den wedstrijd hiervoor had Cuypers een ontwerp in Gothischen stijl ingezonden, het werd eerst gekozen, doch na lang wikken en wegen, na het doen gelden van consideraties, welke nu niet juist met de kunst of den aard van het gedenkteeken iets te maken hadden, moest het ter zijde gelegd voor dat van Van de Waayen-Pieterse en Koelman.
<br>{{idt}}Op raad van Violet-le-Duc, eea man dien Cuypers in zekeren zin als zijn meester beschouwde, en aan wiens woorden en wenken hij het grootste gewicht hechtte, verliet de thans acht en dertigjarige bouwmeester Roermond en vestigde hij zich in de hoofdstad, waar hij met zijn zwager en vriend Jozef Alberdingk Thijm en later met pastoor Brouwers, het middenpunt werd van een kring kunstenaars en kunstvrienden, die elk volgens bekwaamheid streefden in dezelfde richting: het weder tot volkomen bloei doen komen van wat er in het eigenaardig Nederduitsch kunstleven was te loor gegaan door invloeden uit den vreemde.
<br>{{idt}}Nauwelijks te gelooven was de werkzaam-
{{Grijs|[...]}}
{{Grijs|[2]}}
{{RunningHeader|2|{{SperrSchrift|ZONDAGSBLAD VAN „DE TELEGRAAF”}}.|}}
heid, die Cuypers in dit tijdperk, van nieuwe contacten voor hem, ontwikkelde. Te Amsterdam bouwde hij de kerken van Sint Willibrordus, Sint Dominicus, het H. Hart, te Venray het hoofdgesticht en de kapel van het Urselinen-klooster, te Breda de kathedraal, voorts kerken te Sappemeer, Melick, Blauwhuis, Kloosterburen, Ruurloo, Kessel, Dokkum, Sneek, Doenrode, Bochholz, Wijtgaart, Mheer en Sevenum, ’s-Gravenhage (Sint Jacob), kapellen te Posterholt en Grave.
<br>{{Idt}}Ja, het buitenland ontbood hem; zoo werd hem de bouw van de kerk en het klooster der Conventueelen te Brussel, de beschildering en de meubileering van de kerk der Ongeschoeide Carmelieten terzelfder stede, de bouw van de kerk der Dominicanen te Hoei opgedragen en de restauratie van den beroemden Dom te Mainz.
<br>{{Idt}}Dit laatste werk bezorgde Cuypers verschillende andere in Duitschland; om slechts een paar te noemen: de restauratie der kerken van Sint Stefanus, Sint Quintinus, het »Marienhaus«, alle ook te Mainz; die van kerken te Biebes, Mühlheim i/H., te Würzburg; de bouw van kerken te Darmstadt, Ober-Ulm, Thalheim.
<br>{{Idt}}De benoeming van Cuypers, in 1874, tot lid van het collegie der Rijksadviseurs voor de Monumenten van geschiedenis en kunst, en die, in 1876, tot Architect der Rijksmuseum-gebouwen – deze als gevolg van een besloten wedstrijd – opende een nieuwe baan voor zijn werkzaamheid. Als architect van wereldsche bouwwerken en restaurateur van profane monumenten zou hij nu naam maken.
<br>{{Idt}}Het Rijksmuseum en het Centraalstation te Amsterdam doen zien wat hij in de eerste functie vermocht, en wat hij tot stand bracht in de tweede, toonden de herstelling van de oude Kapittelzaal van den Dom te Utrecht, van het huis van Maarten van Rossum te Bommel, van de kasteelen te Wijk bij Duurstede en te den Haar; van de (Ned. Hervormde) kerken te Franeker, Kampen, Sint Bavo, ’s Gravenhage; van de stadhuizen te Nijmegen en Brouwershaven; van de poorten te Hoorn en Amersfoort. Doch de bouw van kerken werd daarom niet door hem nagelaten, getuige Amsterdam (Sint Nicolaas en Barbara, Sint Magdalena), Groningen (Sint Joseph, Sint Martinustuyl), Nijmegen, Enschede, Oosterwijk, Hilversum, Goirle, Tilburg; en tijd wist hij nog te vinden voor een grafmonument voor Generaal Pel te Atjeh, het gedenkteeken ter eere van de grondleggers van het Nederlandsch gezag op noordelijk Sumatra en dat – op te richten te Batavia – voor de Atjeh-campagna van 1873–1880.
<br>{{Idt}}Begrijpelijkerwijze heeft het Cuypers bij zulk een loopbaan niet ontbroken aan vele en hooge eerbewijzen, ridder werd hij van verschillende orden o.a. van den Nederlandschen Leeuw, doctor honoris causa van de Utrechtsche Hoogeschool; lid van onderscheidene geleerde genootschappen o. a. het »Royal Institute of Britisch Architects« en het »Institut de France«. Zeker zullen dezen hem thans op zijn vergevorderden leeftijd veel voldoening verstrekken, doch de grootste voldoening, welke hij smaakt, is ongetwijfeld die van het met fierheid kunnen terugzien op den afgelegden weg in het bewustzijn steeds dat te hebben verricht, wat hem als mensch en als kunstenaar goed, waar en schoon was.
|}
[[Categorie:De Telegraaf]]
[[Categorie:Pierre Cuypers]]
5tfeetqiu1zu67xtwq4ja0j3dahhved
127239
127238
2022-08-10T21:36:50Z
Vincent Steenberg
280
removed [[Category:Pierre Cuypers]] using [[Help:Gadget-HotCat|HotCat]]
wikitext
text/x-wiki
{{Infobox krantenartikel
| naam = Dr. Cuypers
| auteur = Anoniem
| uitgiftedatum = Zaterdag 14 maart 1903
| titel = Dr. Cuypers
| krant = De Telegraaf
| jaargang = 11
| nummer = 3815
| editie = Avondblad
| katern = Zondagsblad
| pagina = [1-2]
| afbeelding =
| datering =
| opmerkingen =
| genre =
| taal = Nederlands
| bron = [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110553202:mpeg21:a0145 delpher.nl]
| auteursrecht = [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]]
| artikelwikipedia =
}}
{|
|
{{Grijs|[1]}}
{{Grijs|[...]}}
{{Center|<big><big>{{SperrSchrift|{{Sc|Dr. CUYPERS}}}}.</big></big>}}
{{idt}}De opmerkelijkste figuur in de Nederlandsche bouwkunst, sedert Ziezenis, is ongetwijfeld Dr. Cuypers. Niet alleen om het vele en het schoone wat hij heeft gewrocht, maar ook om den ommekeer, welken hij in ons land heeft teweeggebracht.
<br>{{idt}}Vóór hem beschouwden de meesten den Gothiek met weinig minder geringschatting als men het deed in den tijd der Lodewijken; hij wist dien stijl weer te doen aanvaarden, zelfs populair te maken, bovendien voerde hij vaak met niet genoeg in acht neming van de schoonheid der vormen, het constructief princiep van Violet le Duc door, waar hij maar eenigszins kon.
<br>{{idt}}Gesteund door een uitstekend combinatievermogen, wrocht hij niet zelden op kunstige wijze het eigenaardige van verschillende stijlen inéén of stelde hij gebouwen uit elementen ja uit brokstukken van deze samen, met zeldzaam geëvenaarde vaardigheid. Den »puristen« mishaagde hij menigmaal hierdoor, doch de meerderheid der beschouwers nam er geen aanstoot aan en verheugde zich in de levendigheid van het aldus verkregen geheel.
{{idt}}Petrus Josephus Hubertus Cuypers zag het eerste levenslicht te Roermond, den 16<sup>den</sup> Mei 1827. Hij ontving aldaar zijn opleiding op de stedelijke school en het bekende college, waar hij teekenonderricht genoot van Linsen.
<br>{{idt}}Aangemoedigd door Wagener, leeraar der rhetorica op gemeld college, besloot de jeugdige Cuypers bouwmeester te worden en vertrok naar de Academie van Antwerpen, waar hij onderricht genoot van F. A. Durlet, P. P. Stoop en Ferdinand Berckmans, terwijl hij buiten de Academie nog werkzaam was in het atelier van den bouwmeester P. Dens.
<br>{{idt}}In 1849, bij het groote slot-concours voor architectuur, behaalde Cuypers den »prix d’excellence«, een overwinning welke den jongen man een schitterende ontvangst in zijn geboortestad bezorgde.
<br>{{idt}}Intusschen begonnen de monumenten der Gothische bouwkunst, welke hij te Roermond, te Antwerpen, te Brussel en te Gent aan-
[[Bestand:De Telegraaf vol 011 no 3815 Avondblad Portret van Cuypers.jpg|400px|center]]
schouwde, een diepen indruk op hem te maken, die de aanvang werd van de reactie tegen het classieke, waardoor Cuypers zich steeds heeft onderscheiden.
<br>{{idt}}Het eerste werk van eenige beteekenis, dat Cuvpers werd opgedragen, was de restauratie van het priesterkoor der Munsterkerk te Roermond en het vervaardigen van een altaar in den stijl van het gebouw, dat het oude, in moderner stijl, moest vervangen. Tot groote voldoening van zijn lastgevers volbracht hij deze taak. Een tweede daad van gewicht, die den naam van den jongen architect een goeden klank bezorgde, was het bouwen van een kelder met ribgewelf in de pastorie te Vechel. Op grooter schaal bracht hij kort daarop deze echt middeneeuwsche constructie in practijk bij het kerkje te Oeffelt, de eerste kerk volgens zijn plannen opgetrokken.
<br>{{idt}}Nu volgden een paar werken, die Cuypers’ reputatie zouden vestigen: de restauratie van de interessante kerk der abdij van Rolduc met haar 12<sup>de</sup>-eeuwsche »Krypta«, de bouw van de kerk te Vechel, die van de kerk te Wientjesvoort, die van het klooster der Predikheeren te Huissen (Gelderland) en die van de Sint Maartenskerk te Wijk-Maastricht.
<br>{{idt}}En thans was voor Cuypers de tijd aangebroken dat hij allerwegen »gewild« was. Te Alkmaar bouwde hij de Sint Laurentiuskerk, te Eindhoven de Sint Catharinakerk, te Amsterdam die van O. L. Vrouwe; te Nijmegen restaureerde hij de kerk van Sint Ignatius, te Maastricht die van Sint Servaas en O. L. Vrouwe, eindelijk in zijn geboortestad de uitwendige verbouwing van de Munster, doch hierbij ondervond hij veel tegenkanting en werd zijn voorstel om den later aangebrachten toren te amoveeren en den oorspronkelijken weder op te bouwen, niet eer aangenomen voordat mannen als James Weale, V. Stratz (den dom-architect van Keulen), Aug. Reichensperger, F. Bock en Violet le Duc dit voorstel hadden ondersteund.
<br>{{idt}}Nog sterker werd Cuypers tegengewerkt bij het oprichten van het Monument voor 1813, in het Willemspark te ’s Gravenhage. Bij den wedstrijd hiervoor had Cuypers een ontwerp in Gothischen stijl ingezonden, het werd eerst gekozen, doch na lang wikken en wegen, na het doen gelden van consideraties, welke nu niet juist met de kunst of den aard van het gedenkteeken iets te maken hadden, moest het ter zijde gelegd voor dat van Van de Waayen-Pieterse en Koelman.
<br>{{idt}}Op raad van Violet-le-Duc, eea man dien Cuypers in zekeren zin als zijn meester beschouwde, en aan wiens woorden en wenken hij het grootste gewicht hechtte, verliet de thans acht en dertigjarige bouwmeester Roermond en vestigde hij zich in de hoofdstad, waar hij met zijn zwager en vriend Jozef Alberdingk Thijm en later met pastoor Brouwers, het middenpunt werd van een kring kunstenaars en kunstvrienden, die elk volgens bekwaamheid streefden in dezelfde richting: het weder tot volkomen bloei doen komen van wat er in het eigenaardig Nederduitsch kunstleven was te loor gegaan door invloeden uit den vreemde.
<br>{{idt}}Nauwelijks te gelooven was de werkzaam-
{{Grijs|[...]}}
{{Grijs|[2]}}
{{RunningHeader|2|{{SperrSchrift|ZONDAGSBLAD VAN „DE TELEGRAAF”}}.|}}
heid, die Cuypers in dit tijdperk, van nieuwe contacten voor hem, ontwikkelde. Te Amsterdam bouwde hij de kerken van Sint Willibrordus, Sint Dominicus, het H. Hart, te Venray het hoofdgesticht en de kapel van het Urselinen-klooster, te Breda de kathedraal, voorts kerken te Sappemeer, Melick, Blauwhuis, Kloosterburen, Ruurloo, Kessel, Dokkum, Sneek, Doenrode, Bochholz, Wijtgaart, Mheer en Sevenum, ’s-Gravenhage (Sint Jacob), kapellen te Posterholt en Grave.
<br>{{Idt}}Ja, het buitenland ontbood hem; zoo werd hem de bouw van de kerk en het klooster der Conventueelen te Brussel, de beschildering en de meubileering van de kerk der Ongeschoeide Carmelieten terzelfder stede, de bouw van de kerk der Dominicanen te Hoei opgedragen en de restauratie van den beroemden Dom te Mainz.
<br>{{Idt}}Dit laatste werk bezorgde Cuypers verschillende andere in Duitschland; om slechts een paar te noemen: de restauratie der kerken van Sint Stefanus, Sint Quintinus, het »Marienhaus«, alle ook te Mainz; die van kerken te Biebes, Mühlheim i/H., te Würzburg; de bouw van kerken te Darmstadt, Ober-Ulm, Thalheim.
<br>{{Idt}}De benoeming van Cuypers, in 1874, tot lid van het collegie der Rijksadviseurs voor de Monumenten van geschiedenis en kunst, en die, in 1876, tot Architect der Rijksmuseum-gebouwen – deze als gevolg van een besloten wedstrijd – opende een nieuwe baan voor zijn werkzaamheid. Als architect van wereldsche bouwwerken en restaurateur van profane monumenten zou hij nu naam maken.
<br>{{Idt}}Het Rijksmuseum en het Centraalstation te Amsterdam doen zien wat hij in de eerste functie vermocht, en wat hij tot stand bracht in de tweede, toonden de herstelling van de oude Kapittelzaal van den Dom te Utrecht, van het huis van Maarten van Rossum te Bommel, van de kasteelen te Wijk bij Duurstede en te den Haar; van de (Ned. Hervormde) kerken te Franeker, Kampen, Sint Bavo, ’s Gravenhage; van de stadhuizen te Nijmegen en Brouwershaven; van de poorten te Hoorn en Amersfoort. Doch de bouw van kerken werd daarom niet door hem nagelaten, getuige Amsterdam (Sint Nicolaas en Barbara, Sint Magdalena), Groningen (Sint Joseph, Sint Martinustuyl), Nijmegen, Enschede, Oosterwijk, Hilversum, Goirle, Tilburg; en tijd wist hij nog te vinden voor een grafmonument voor Generaal Pel te Atjeh, het gedenkteeken ter eere van de grondleggers van het Nederlandsch gezag op noordelijk Sumatra en dat – op te richten te Batavia – voor de Atjeh-campagna van 1873–1880.
<br>{{Idt}}Begrijpelijkerwijze heeft het Cuypers bij zulk een loopbaan niet ontbroken aan vele en hooge eerbewijzen, ridder werd hij van verschillende orden o.a. van den Nederlandschen Leeuw, doctor honoris causa van de Utrechtsche Hoogeschool; lid van onderscheidene geleerde genootschappen o. a. het »Royal Institute of Britisch Architects« en het »Institut de France«. Zeker zullen dezen hem thans op zijn vergevorderden leeftijd veel voldoening verstrekken, doch de grootste voldoening, welke hij smaakt, is ongetwijfeld die van het met fierheid kunnen terugzien op den afgelegden weg in het bewustzijn steeds dat te hebben verricht, wat hem als mensch en als kunstenaar goed, waar en schoon was.
|}
[[Categorie:De Telegraaf]]
lxlq6ecrapptyvquxbmqyorjr4qgptb
Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/43
104
26356
127234
89757
2022-08-10T19:46:21Z
Hamaryns
263
apostroffen, gedachtestrepen, wit
proofread-page
text/x-wiki
<noinclude><pagequality level="4" user="Dick Bos" />{{RH|left=|center=31|right=}}</noinclude>{{hwe|dacht|gedacht}} had.)
''Over zeker soort van geest der Franschen, een gevolg der armoede van hun taal''. (Dit laat ik gelden. Geestigheid en armoede…hy kan het weten.)
''Over het verband tusschen de romans'' van {{sp|August Lafontaine}} ''en de tering''. (Dit wil ik eens lezen, omdat er van dien ''Lafontaine'' boeken op zolder liggen. Maar hy zegt, dat de invloed zich eerst openbaart in het tweede geslacht. Myn grootvader las niet.)
''Over de macht der Engelschen buiten Europa''.
''Over het Godsgericht in de middeleeuwen, en thans''.
''Over de rekenkunde by de Romeinen''.
''Over armoede aan poëzie by toonzetters''.
''Over pietistery, biologie en tafeldans''.
''Over besmettelyke ziekten''.
''Over den moorschen bouwtrant''.
''Over de kracht der vooroordeelen, blijkbaar uit ziekten die door tocht veroorzaakt heeten te zyn''. (Heb ik het niet gezegd, dat de lyst kurieus was?)
''Over de duitsche eenheid''.
''Over de lengte op zee''. (Ik denk dat op zee alles wel even lang zal wezen als op ’t land.)
''Over de plichten van de Regeering omtrent publieke vermakelijkheden''.
''Over de overeenstemming tusschen de schotsche en friesche talen''.
''Over prozodie''.
''Over de schoonheid der vrouwen te Nîmes en te Arles, met een onderzoek naar het stelsel van kolonisatie der Phoeniciërs''.
''Over landbouwkontrakten op Java''.
''Over het zuigvermogen van een nieuw-model pomp''.
''Over legitimiteit van dynastien''.
''Over de volksletterkunde in Javaansche rhapsoden''.
''Over de nieuwe wyze van reven''.
''Over de perkussie, toegepast op handgranaten''. (Dit stuk dateert van 1847, dus van vóór ''Orsini''.)
''Over het begrip van eer''.
{{nop}}<noinclude></noinclude>
l85b8x1m7bc2nc3ok0yilrbbt804xmf
Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/89
104
37450
127241
124788
2022-08-10T21:39:15Z
Vincent Steenberg
280
lintfout
proofread-page
text/x-wiki
<noinclude><pagequality level="3" user="WeeJeeVee" />{{rh||OF ZOOGENAAMDE "KOPPEN-SNELLERS" VAN DIT EILAND.|67}}</noinclude>{{c|{{Img float
| style =
| above =
| file = Albumdernatuur60 091.png
| width = 300px
| align =
| alt = Kaart van Borneo
| cap =
| capalign = center}}}}
{{smaller|1. Bandjermasin (Residentie).—2.Van Thuijll (Schans van).—3. Marabahan (Fort).—4. Tabeniou (Fort).—5. Martapoera (Hoofdplaats van den Sultan).—6. Pengaron (Steenkolen-etablissement).—7. Negara Rivier).—8. Poeloe-Petak.—9. Barito (Rivier).—10. Kapoeas moerong (of kleine Dajak-rivier).—11. Bekompei.—12. Ngadjoes (Stam der).—13. Kahaijan (of groote Dajak rivier.—14. Doeson's.—15. Ot danom's (Stam der).—16. Siang en Moerong.—17. Mendawei (Rivier).—18. Sampit (Rivier).— 19. Pemboean (Rivier).—20. Kotta Waringin (Rivier).— 21. Kaminting (Gebergte).—22. Poenan's (Stam der).—23. Pinoe (Rivier).—24. Melawi (Rivier).—25. Boenoet.—26. Sintang.—27. Sanggou.—28. Malo (Rivier).—29. Tajan (Rivier).— 30. Kapoeas bohang (Rivier).—31. Mandor.—32. Montrado.—33. Serawak.—34. Batang loepar (Rivier).—35. Seribas (Rivier).—36. Koetei (Rivier).—37. Samarinda.—38. CentraalBorneo.}}
{{c|{{smaller|I. Wester- II. Zuid- en Ooster-Afdeeling.}}}}<noinclude></noinclude>
am7j7dguvy8jgm210s1rh47ljfbtnu2
Pagina:Opregte Haarlemsche Courant 1888 no 045.pdf/2
104
39924
127240
125379
2022-08-10T21:37:53Z
Vincent Steenberg
280
typo
proofread-page
text/x-wiki
<noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" /></noinclude><section begin="datdekiesvereenigingamsterdam"/>{{center|{{larger|'''Berichten uit de Staats-Courant.'''}}}}
{{gap}}Door den minister van Koloniën zijn de heeren d<sup>r</sup>. ''G. Schlegel'', hoogl. in de Chineesche taal- en letterk. aan de Rijks Universiteit te Leiden; d<sup>r</sup>. ''J. ten Brink'', hoogl. aan de gemelde Universiteit; ''L. Chatelain, C. van Tiel, N. van Eek'', d<sup>r</sup>. ''W. F. Koppeschaar'' en ''A. Brandes Sz.'', leeraren aan de gemeentelijke H. B. S. met vijfjagen cursus te ’s-Gravenhage; d<sup>r</sup>. ''L. Bleekrode'', leeraar aan de gemeentelijke H. Burgerschool met driejarigen cursus aldaar en ''J. J. A. A. Frantzen'', docent aan het Gymnasium te Amsterdam, benoemd tot leden der commissie tot het afnemen van een vergelijkend examen van hen die wenschen te worden opgeleid tot tolk voor de Chineesche taal in N.-Indie, zijnde aan eerstgen. tevens het voorzitterschap der commissie opgedragen.
<br>{{gap}}— Door den minister van Koloniën is de heer ''L. H. J. van Douveren'' gesteld ter beschikking van den Gouv.-Generaal van N.-Indie om to worden benoemd tot onderwijzer 3<sup>de</sup> kl. daar te lande.
<br>{{gap}}— De Rijks-commissie voor de examens ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koopvaardijschepen zal, overeenkomstig het bij kon. besluit van 18 Januari 1886 n<sup>o</sup> 1 (''Staatsblad'' n<sup>o</sup> 10) vastgestelde reglement voor die examens, aanvangende den 13<sup>den</sup> Maart, te 9½ uur, zitting houden te Rotterdam (gebouw der Loge, Eendrachtsstraat n<sup>o</sup> 14). Om tot een van die examens toegelaten te worden zal de candidaat, onder overlegging van eene geboorte-akte en met opgave van woonplaats, de aanvraag hiertoe vóór 6 Maart schriftelijk en portvrij bij den voorzitter der commissie moeten inzenden. — Zie verder de ''St.-Ct''. van 21 Februari.
<br>{{gap}}— De gewone audienties van de ministers van Marine en van Koloniën zullen Vrijdag a. s. niet plaats hebben.
<section end="datdekiesvereenigingamsterdam"/>
<section begin="nederlandschindie"/>{{center|{{larger|Nederlandsch-Indie.}}
11—17 {{sp|Januar}}i.}}
{{gap}}Aan het verslag der voornaamste gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden, loopende van 24 December tot 7 Januari, ontleent de ''Jav. Ct.'' van 17 Januari het volgende:
<br>{{gap}}''Groot-Atjeh''. — Verscheidene posten en blokhuizen in de linie werden nu en dan licht, Lambaroe en Siroen sedert 3 dezer soms vrij hevig beschoten.
<br>{{gap}}In de door de bevolking nagenoeg geheel verlaten kampongs Lamtenga en Bada buiten de linie nestelden zich ''Habib Samalanga'', eenige Pedireezen, zwervend volk van Groot-Atjeh en van de westkust, en richtten van daar uit nu en dan een goed onderhouden geweervuur op Latubaroe en Siroen en op den transportweg tusschen beide versterkingen.
<br>{{gap}}In den namiddag van den 2<sup>den</sup> dezer werd eene patrouille, stetk 15 bajonetten, die van Lambaroe naar Siroen terugkeerde, overvallen door eene ongeveer 40 man sterke vijandelijke bende, die zich in een aan de kampong Siroen grenzend suikerrietveld had verborgen. Wij kregen bij deze gelegenheid drie dooden en drie gewonden, allen vrij ernstig, doch niet doodelijk, terwijl het verlies van den vijand volgens ingekomen berichten drie dooden en vijf gewonden bedroeg. De aanvoerder der bende, Panglima ''Bansoer'', moet gesneuveld zijn; de vijand liet één doode en eenige wapens in onze handen achter. Daar de bevolking van Siroen van de aanwezigheid der bende geen bericht had gezonden, zal haar eene boete worden opgelegd.
<br>{{gap}}Bij gelegenheid van Nieuwjaar maakten de voornaamste hoofden van het door ons bezette gebied van Groot-Atjeh alsmede de hoeloebalang der IV Moekims Anak Paja en de kedjoeroeans van Melaboe en Loöng hunne opwachting bij den civilen en militairen Gouverneur.
<br>{{gap}}''Onderhoorigheden''. — Toekoe kedjoeran ''Ali'', hoofd van Kroeng Sabil, die weigerachtig bleef om de onrechtmatige aanspraken van Toekoe ''Oemar'' op de peperrechten aldaar te erkennen, werd door dezen aangevallen. Binnen drie dagen maakte T. ''Oemar'' zich meester van het geheele kustgebied van Kroeng Sabil. De hulp, door Tenom gezonden, kwam te laat om het bezetten van dat landschap door T. ''Oemar'' te beletten. {{grijs|[onleesbaar]}} met zijn volk naar het binnenland, vanwaar hij zich naar Tenom begaf.
<br>{{gap}}Bespreking van zaken te Tenom met den assistent-resident leidde tot het besluit dat Tenom met Melaboe vereenigd meer actief tegen T. ''Oemar'' zou optreden.
<br>{{gap}}De door dezen bezette kampong Sawang (in Kroeng Sabil), zoomede zijne bentings te Ketapang Passir en Telok Glo{{grijs|[e]}}mpang werden door twee oorlogechepen — de ''Bandjermasin'' en de ''Bali'' — beschoten. Zoowel hierdoor als door gebrek aan opium begon het gedeelte der bende van T. ''Oemar'', dat in Tati en Lagen werd aangeworven, te verloopen.
<br>{{gap}}Ten einde te voorkomen dat de in Kroeng Sabil aanwezige peper, waarop T. ''Oemar'' de hand had gelegd, werd verhandeld is (bij wijze van politiemaatregel) de uitvoer van die peper uit dat landschap en uit het aangrenzende Rigas verboden voor zoolang T. ''Oemar'' of zijne handlangers zich daar ophouden en het wettig gezag niet hersteld is.
<br>{{gap}}Ter oostkust werd de rust niet verstoord.
<br>{{gap}}In den omtrek van Segli was wederom meer werkzaamheid onder den vijand te bespeuren; de versterking werd meer beschoten.
<br>{{gap}}Den 5<sup>den</sup> dezer, des namiddags te 12 uren 15 minuten, werden te Kotta-Radja lichte schokken van aardbevingen waargenomen. Er viel vrij veel regen. De gezondheidstoestand was iets gunstiger; er kwamen minder gevallen voor van beri-beri; het ziektecijfer was lager, doch het sterftecijfer bleef gelijk.
<br>{{gap}}— Aan het mail-overzicht van de ''Java-Bode'' ontleenen wij het volgende:
<br>{{smaller|{{gap}}„Nog altijd is niet officieel meegedeeld waarom eenigen tijd geleden een eskader naar Lombok is geweest en wat het resultaat was van dien tocht; hetgeen bij sommigen het vermoeden en de hoop wekt, dat met den Vorst van dat eiland nog niet is afgerekend en dat in het voorjaar bij gunstiger weersgesteldheid opnieuw eene expeditie naar zijn Rijk zal vertrekken. Intusschen is het de vraag, of er wel redenen daarvoor zijn. Wel heeft de Radja bij het thans bestaande, reeds langen tijd geleden gesloten tractaat verklaard, dat zijn Rijk eigendom is van het Gouvernement van N.-I., maar tevens heeft dit laatste beloofd zich niet met de binnenlandsche zaken er van te bemoeien, zoolang de Vorst geen strandroof pleegde, den handel beschermde en den ambtenaar, die nu en dan mocht gezonden worden, behandelde als een gezant. Nu blijkt uit hetgeen bekend is niet, dat de Vorst dat tractaat stellig heeft overtreden, en dus verbiedt de politieke eerlijkheid reeds hem lastig te vallen, daarg{{grijs|[e]}}laten dat de Indische Regeering waarlijk geene reden heeft om twist te zoeken. De telegraafkabel, die Makasser met Java zal verbinden, gaat wel over Boleleng (Bali), maar niet over Lombok, en oude handelingen daarover kunnen {{SIC|das|dus}} bezwaarlijk tot oneenigheid aanleiding hebben gegeven, zooals wel is beweerd.<br>{{gap}}„Op Deli heerscht tegenwoordig rust. Radja ''Gharah'' is van Mekka teruggekeerd, doch verlangt volstrekt niet weer aan het hoofd van het landschap Padang te worden gesteld. Zijn zoon is er stedehouder des Sultans van Deli en hijzelf wenscnt ambteloos bij de zijnen te leven. Dit klinkt wel patriarchaal, maar of het op den duur niet tot geschillen en woelingen zal aanleiding geven, is eene andere vraag. Op dit oogenblik echter is alles in dit gezegend deel van Sumatra’s Oostkust voorspoed en vrede, en terwijl overigens in Indie niet anders dan met kommer op het afgeloopen jaar werd teruggezien en het nieuwe maar met weinig blijde verwachting werd ingegaan, hoorde men in het tabaksland bij uitnemendheid slechts juichtonen, die de enkele klachten overstemden.<br>{{gap}}„De veepest, die zich nog hier en daar in de residentie Batavia vertoont, heeft veel schade berokkend, niet echter aan den lande, daar het afmakingssysteem niet is toegepast, maar de zieke beesten zijn afgezonderd en men heeft ze laten doorzieken en hun natuarlijken dood sterven. Toen indertijd het afmaken verplicht was gesteld en dit natuurlijk gepaard ging met schadeloosstelling, heeft men daarop eene uitzondering gemaakt voor de beesten die tot pr{{grijs|o]}}efneimingen dienden ter genezing. Thans heeft men die proefnemingen als regel aangenomen, zoodat de eigenaren d{{grijs|[e]}}r gestorven dieren geene schadevergoeding ontvangen. Hoewel er naar de letter der besluiten, die op deze zaak betrekking hebben, niet veel te zeggen vatlt tegen de weigering van de R{{grijs|[e]}}geering om schade te vergoeden, zoo komt het toch onbillijk voor, dat de eigenaren die moeten dragen, terwijl zij bij de behandeling hunner zieke runderen niet vrij zijn, maar zich naar de bevelen van het bestuur hebben te gedragen. Neemt de Regeering in het algemeen belang die behandeling als een recht op zich, dan behoort zij ook de waarde der onder die behandeling bezweken beesten te vergoeden, als waren die afgemaakt.<br>{{gap}}„Het is in de laatste weken over geheel Java ruw weer geweest, hevige wind en veel regen, zoodat de communicatie tusschen den wal en de reede op verschillende plaatsen der noordkust telkens was afgebroken en in sommige residentiën overstroomingen plaats hadden. Vooral in de residentie Japara richtten deze laatsten veel schade en ongemak voor de bevolking aan. Den 15<sup>den</sup> Januari werden op West-Java een paar schokken van aardbeving gevoeld, ook te Batavia; hetgeen zelden voorkomt.<br>{{gap}}„Nadat in de zitting der Tweede Kamer van 23 November jl. het amendement van den beer ''Van Delden'' door de Regeering was overgenomen en daarna onder afdeeling 37''a'' der Indische begrooting: „uitgaven in het belang van de inlandsche bevolking van Java en Madura, te bestrijden uit het excedent van het hoofdgeld van heerendienstplichtigen over vroegere jaren”, was vastgesteld op twee millioen, richtte de Regeeriog reeds den 13<sup>den</sup> December de volgende circulaire aan de hoofden van gewestelijk bestuur:<br>{{gap}}„„Het is UHEd.G. voorzeker bekend dat door de Tweede Kamer der Staten-Generaal bij de begrooting van uitgaven voor 1888 een bedrag van twee millioen gulden is toegestaan tot het doen van uitgaven in het belang van de inlandsche bevolking van Java en Madura, te bestrijden uit het excedent van het hoofdgeld van heerendienstplichtigen over vroeger jaren.<br>{{gap}}„„Naar aanleiding van deze beslissing wenscht de Regeering, hoewel tot dusver van de hoofden van gewestelijk bestuur geene mededeelingen of voorstellen zijn ontvangen, die op een inderdaad hulpbehoevenden toestand der bevolking wijzen, te onderzoeken of door lage koffie- en rijstprijzen, door vermindering der bonen bij de suiker-industrie en andere ongunstige omstandigheden in eenig gedeelte van het door u bestuurd gewest, zoodanige nood onder de bevolking is ontstaan, dat ter voorziening daarin buitengewone maatregelen van Regeeringswege behooren genomen te worden. Algemeene beschouwingen zijn onvoldoende om het oordeel der Regeering te vestigen, die alzoo verlangt dat bepaalde toestanden medegedeeld worden, waarbij te letten valt op het binnenkomen der belastingen, het verkoopen of verpanden van sieraden, vee en huisraad en op andere kenmerken van achteruitgang der welvaart, die volgens sommige dagbladen hier en daar zouden waargenomen worden.<br>{{gap}}„„Het zal den Gouverneur-Generaal aangenaam zijn uw rapport zoodra mogelijk, maar uiterlijk op 15 Februari aanstaande, rechtstreeks te ontvangen, vergezeld van zoodanige voorstellen als waardoor in den nood der bevolking op de meest zekere en doeltreffende wijze zal voorzien worden, komende het voor dat zulks waar het noodig mocht blijken het best zal geschieden door aanwijzing van werken van algemeen of locaal nut, welke tot leniging van het gebrek voor uitvoering in vrijen arbeid in aanmerking zouden kunnen komen.”}}
<section end="nederlandschindie"/>
<section begin="statengeneraal"/>{{center|{{x-larger|'''{{sp|Staten-Generaa}}l.'''}}
{{larger|Tweede Kamer.}}
{{sp|Zitting van}} 21 {{sp|Februar}}i.}}
{{gap}}Ingekomen zijn de inlichtingen ter zake van de kerkelijke twisten te Wons en Serooskerke. — In handen gesteld eener commissie, bestaande uit de heeren ''Van der Feltz'', ''Huber'', ''De Ranitz'', ''Lohman'' en ''Van der Kaay''.
<br>{{gap}}Aan de orde is de voortzetting der beraadelaging over het wetsontwerp betreffende de verbetering van de rivier de Berkel.
<br>{{gap}}De heer ''Van Pallandt'' betuigt zijn dank aan den heer ''De Ranitz'' voor zijne verdediging van Prov. Staten van Gelderland. Spr. meent, dat de adressen tot afstel van het subsidie hunne oorzaak hebben gevonden in teleurstellingen en in het eigenbelang der adressanten. De angst van opvoer der lasten is de eenige reden van oppositie. H{{grijs|[e]}}t komt sp{{grijs|[r]}}eker echter v{{grijs|[o]}}or, dat het werk te grootsch is opgevat. De ingenieurs zijn bij zulk een werk vol ambitie en zien daardoor bij de raming weleens over het hoofd of het niet met minder kosten zou kunnen tot stand komen. In eene vermindering van subsidie ziet spreker geen heil, maar hij is voor een subsidie van ƒ 14 000 jaarlijks, zijnde 3 pct. van het subsidie in eens.
<br>{{gap}}De heer ''Viruly'' herdenkt den heer ''Jacob Dam'' in zijne telkens terugkeerende ''speeches'' gedurende zijn lidmaatschap dezer Kamer. De Berkel-quaestie is eene quaestie van zeer oude dagteekening. De oplossing der quaestie zou der Kamer van Honderd eene weldaad bewijzen door er haar van te verlossen, doch deze oude, afgeleefde Kamer zou er voorzeker eene belangrijke streek des lands een onschatbaren dienst mede bewijzen. Spreker is bereid in die oplossing te treden, doch hij vraagt zich in de eerste plaats af: Is hier een groot staatsbelang? Spr. meent dat daaromtrent geen twijfel kan bestaan. En de 41 leden die in 1869 het voorstel van den toenmaligen minister ''Fock'' verwierpen hebben dat nimmer ontkend. Maar men wenschte toen eene wet, die het beheer van den Staat over de kleine rivieren zou vaststellen. Doch bovendien, de zaak is van groot belang voor heel de provincie Gelderland. Waarom subsidieert zij dan niet? Prov. Staten hebben van eene leus een beginsel gemaakt. Voor waterkeeringen — zeggen ze — geven we wel subsidie, doch voor water''loozingen'' niet. Is dat een beginsel? Erkennen Prov. Staten het groot belang voor Gerderland, dat zij dan do beurs {{grijs|[onleesbaar]}}. En het komt spreker raadzaam voor den minister in verweging te geven, alsnof te willen onderzoeken in hoeverre Provinciale Staten daartoe bereid zijn. Het plan van den ingenieur heeft bijna onverdeelden bijval verworven. En mag het nu goede politiek heeten, een weloverdacht werk tot half werk te maken? Half werk kost ook geld en het geld is half weggegooid. Begin eerst het hoogst noodzakelijke — zegt men — dan kunt ge later weer subsidie krijgen. Alsof de Reg. en de Staten-generaal zoo scheutig zijn met subsidiën. In principe bestaan tegen het plan geene bezwaren, wel tegen de gevolgen daarvan: hoogere waterschapslasten, bezwaren die z. i. niet geheel overdreven zijn. Spr. tracht dit met cijfers aan te toonen. De vermeerdering van lasten, grondlasten en afdeelingslasten daarbij gevoegd, wordt te hoog. Spr. wil een middel aan de hand doen tot oplossing. Langzamer werken, zegt de heer ''Van der Feltz''. Maar aan Hollandsche ingenieurs langzaamheid aan te bevelen ware ''prêcher des convertis'' (gelach). Hij stelt voor, het subsidie niet op de helft, doch op ¾ te brengen, dat scheelt slechts ƒ 175 000. Eene dergelijke opoffering van den in malaise verkeerenden landbouw is zeer zeker evenzeer als vroeger gerechtvaardigd, vooral in een tijd waarin men zonder eenige discussie (gelijk in de vorige week) groote sommen amortiseert.
<br>{{gap}}De heer ''Æ. Mackay'' acht de zaak van groot belang. Ook hij acht haar echter weinig opgevat in verhouding tot de draagkrachten van de belanghebbenden. De Reg. had meer zuinigheid moeten betrachten. Maar nu is het plan geheel gebaseerd op de helft van het subsidie ad ƒ 350 000. Het eigenmachtig aanstellen van het waterschapsbestuur door het prov. bestuur was ook eene groote fout, eene daad die alleen gemotiveerd zou zijn geweest door het verleenen van een provinciaal subsidie. Spr. acht de klachten, waarvan de heer ''Willink'' zich ten tolk maakte, zeer gegrond. Maar kunnen ze tot afstemming van het ontwerp leiden? Spr. gelooft het niet. Hij gelooft dat de vraag deze is: Zijn we verantwoord door afstemming? Neen, want al het gedane werk ware dan onnut verricht. Spr. gelooft dat het Rijk voor ⅔, de ingelanden voor ⅓ in de kosten behooren bij te dragen.
<br>{{gap}}De heer ''Van der Borch'' zou het beter geacht hebben wanneer de Staat de zaak in eigen beheer had genomen. Spreker twijfelt daarenboven, of het subsidie toereikend zal zijn voor een werk van dergelijken omvang. Ook vreest hij te hooge stijging van lasten. De raming der voorloopige werkzaamheden op 1 ton geeft reden om te vermoeden dat het geheele werk niet voor 6 ton zal kunnen worden uitgevoerd; de raming komt hem voor in sommige opzichten te laag te zijn. De belanghebbenden zijn in de zaak te weinig gekend en daarom is ook niets van oppositie tegen het plan gebleken; maar dat die daarom niet zou kunnen bestaan, wil spreker niet voetstoots erkennen. De aanneming van dit ontwerp — zegt de heer ''Van der Sleyden'' — zal de oppositie ineens smoren. Een fraai middel voorwaar. Men kan z. i. ook moeielijk beweren dat het waterschapsbestuur de ingelanden vertegenwoordigt en spr. acht dit zeer onjuist te zijn. De zwart geteekende toestand van de Berkellanden is zeer overdreven voorgesteld. Spr., die reeds 14 jaar in het Berkeldal woont, kan dat verzekeren. Ook acht spr. met tal van de hem voorgaande sprekers de zaak te hoog opgevat. Door niet-aanneming van het ontwerp is eene wijziging mogelijk van den kostbaren toestand, die niet mag bestendigd worden en die te hooge lasten op de belanghebbenden legt. Omdat het waterschap — gelijk de minister zeide — een feit is, is dit geenszins een beletsel om in eene wijziging van het reglement aan de billijke eischen in het belang der ingelanden tegemoet te komen. Wordt het voorstel verworpen, dan zal uit het Berkelland een juichtoon opgaan uit de borst van velen, die daarvoor der Kamer dank zullen brengen.
<br>{{gap}}De ''minister van Waterstaat'' zet nader het standpunt der Regeering uiteen. Is de verbetering van de Berkel noodig? En is het subsidie gewettigd? Door de toestemmende beantwoording dezer beide vragen door de meerderheid der Kamer zal de aanneming van het wetsontwerp verzekerd zijn. De min. gaat de geschiedenis der zaak in het b{{grijs|[r]}}eede na en acht het, daaruit concludeerende, buiten kijf, dat de eerste vraag volmondig bevestigend moet worden beantwoord. De oprichting van het waterschap werd allerwegen nuttig en gewenscht geacht, zoowel door het prov. bestuur als door belanghebbenden. De meest principieele bestrijding van de zaak was nog die van den heer ''v. d. Borch''; de overige bezwaren golden slechts ondergeschikte zaken. Wat betreft het subsidie, merkt de minister op dat het hier niet is een fixum, doch een maximum. Valt het werk mee, welnu, het subsidie zal minder bedragen. Het werk berust op een stelsel der Reg., niet van ’s minister vinding, doch reeds oud, en heeft ten doel het beheer der kleine rivieren op te dragen aan de daarbij belanghebbenden met subsidie van den Staat. Dat stelsel is sinds jaren door Reg. en Wetg. Macht gevolgd; de min. toont dit met voorbeelden aan. Wat de geopperde denkbeelden betreft, de minister merkt op dat de Rijks-waterstaat nogal eens duur is, doch dit plan, reeds goedgekeurd door drie ingenieurs van het Waterschap, het provinciaal bestuur en die van den Waterstaat, kan dat niet zijn. De raming is niet te hoog, doch zuinig opgevat. Na breede technische beschouwingen acht de minister den aandrang om subsidie van de Provinciale Staten te vragen weinig vereenigbaar met het spoedeischende karakter der zaak. Trouwens, de minister vindt geene reden om in het bij de Staten gevestigde begrip wijziging te willen brengen. Over de verhooging van het subsidie zal de minister zich niet uitlaten; voorloopig acht hij het voorgestelde subsidie het best, vooral nu voor de verhooging geene voorstellen gedaan zijn en anderzijds eene neiging tot verlaging bestaat.
<br>{{gap}}De heer ''A. van Dedem'' wenscht alleen Rijks-subsidie voor bevaarbare, niet voor afwateringsrivieren te geven. Trouwens, blijkens adressen zijn de ingelanden zelven niet op het cadeau gesteld. Met kleine kosten kan men aan de bezwaren tegemoetkomen. Het subsidie is in strijd met de waterschaps-reglementen.
<br>{{gap}}Morgen 11 uur voortzetting.
<br>{{gap}}Het verslag der rapporteurs over de Indische pakketvaart en dat over de overeenkomst met de Hollandsche Spoorweg-Maatschappij zijn gereed; beide ontwerpen zijn aan de orde gesteld, maar zullen niet vóór Donderdag behandeld worden.
{{lijn|4em}}
{{gap}}Tot toelichting van het reeds aangekondigde, thans ingediende ontwerp om den vijfjarigen dienst van de ingelijfden bij de militie te land der lichting van 1883 en den vierjarigen dienst van de ingelijfden bij de zeemilitie der lichting van 1884 met één jaar te verlengen, ten ware de omstandigheden inmiddels raadzaam mochten doen oordeelen hun het ontslag vroeger te verleenen, wordt gezegd:
<br>{{gap}}Bij den algemeenen politieken toestand in Europa is het naar de meening der Regeering noodig, dat de lichting van 1883 der militie van de landmacht en de lichting van 1884 der zeemilitie met 1 Mei niet worden ontslagen, maar voorloopig in dienst gehouden worden. Te minder bezwaar zal tegen dezen maatregel rijzen, wanneer overwogen wordt, hoe weinig last van den door de wet van 31 Mei 1887 (''Stbl''. n<sup>o</sup> 100) getroffen maatregel door de ingezetenen ondervonden is en hoe uiterst gering in aantal de bezwaren zijn geweest, van welke aan de Regeering en aan de Staten-Generaal is gebleken.
<br>{{gap}}Ook dit ontwerp bevat de bepaling, die beoogt de daarbij bedoelde militieplichtigen, voor zoover zij vroeger niet ter zee gevaren hebben en zich indertijd niet voor de zeemilitie hebben aangemeld, niet langer te beletten ter buitenlandsche zeevaart te gaan.
{{lijn|4em}}
{{gap}}{{sp|Pakketvaar}}t. In de memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer betreffende de pakketvaart erkent de minister van Koloniën dat den tegenwoordigen Kamers weinig tijd tot behandeling overblijft. De minister heeft gedaan wat hij kon om de indiening van het ontwerp te bespoedigen en kon de indiening niet achterwege laten op eigen oordeel.
<br>{{gap}}Den minister is medegedeeld dat geld-instellingen die kapitaal zullen verstrekken, slechts tot April e. k. verbonden zijn. Of zij zich langer zullen verbinden, kan hij niet beoordeelen. Eene spoedige beslissing is wenschelijk. Wordt het ontwerp niet aangenomen, dan zal op andere wijze in de behoefte aan eene overeenkomst moeten worden voorzien. Hoe langer de beslissing uitblijft, hoe meer de Regeering afhankelijk wordt van de Nederl.-Indische Stoomvaart-Maatschappij. Uitstel zou leiden tot bestendiging {{SIC|vaa|van}} den tegenwoordigen ongewenschten toestand.
<br>{{gap}}Op het betoog der noodzakelijkheid van het onderhouden van geregelde stoomvaartverbindingen in den Nederlandschen Archipel merkt de minister op, dat een ''geregelde'' dienst op de lijn Batavia-Singapore moet werden verzekerd door de aansluiting op de Engelsche mails.
<br>{{gap}}Wat door de groote meerderheid der leden in het midden is gebracht over gouvernements-exploitatie van de pakketvaart komt den minister geheel juist voor. Omtrent het betoogde van de wenschelijkheid dat de onderneming voor de bediening der pakketvaart werkelijk eene nationale onderneming zal zijn, zegt de minister dat de Maatschappij welke ''Bogaardt'' c. s., voornemens zijn op te richten niet als eene inderdaad nationale kan worden beschouwd.
<br>{{gap}}De vraag, of aanbesteding ook bij aanneming van het wetsontwerp voortgang zou kunnen hebben, moest ontkennend worden beantwoord.
<br>{{gap}}Volstrekte zekerheid is niet mogelijk te krijgen dat de op te richten vennootschap op den duur buiten elken vreemden invloed zal blijven. De nieuwe onderneming wordt evenwel opgericht met medewerking van lichamen, die het grootste belang hebben bij het nationale karakter der onderneming. Wat de nationaliteit van schip betreft, is door den rechter uitgemaakt dat niet door de vlag, maar door den eigenaar de nationaliteit bepaald wordt. De vraag, of het door den heer ''Boissevain'' c. s. gevraagde subsidie niet te hoog is, kan niet volledig worden beantwoord door eene vergelijking met het subsidie van de loopende overeenkomst. De Regeering geeft evenwel de verzekering dat uit de nieuwe overeenkomst beduidende besparingen zullen voortvloeien. In regering der kustvaart blijft de Regeering volkomen vrij. Voor vervoer van particulieren of particulieren handel kan de Regeering geene bepalingen maken hoewel de heer ''Boissevain'' c. s. daartegen geen bezwaar hebben.
<br>{{gap}}Het plan bestaat bij den {{grijs|[heer ''Boissevain'' hieruit zooveel?]}} mogelijk alle noodige schepen op Nederlandsche werven te doen aanbouwen.
<section end="statengeneraal"/>
<section begin="haarlem21februari"/>{{center|{{larger|Haarlem, 21 Februari.}}}}
{{gap}}Jh<sup>r</sup>. ''Schorer'', de Commissaris des Konings in Noord-Holland, heeft gisteren ter eere van ’s Konings verjaardag een diner van 28 couverts gegeven. Onder de aanzittende gasten werden opgemerkt leden van Gedeputeerde Staten met den griffier, de burgemeesters van Amsterdam en Haarlem, de garnizoens-kommandant en andere militaire, burgerlijke en rechterlijke autoriteiten, prof. ''Gunning'', rector van de Universiteit van Amsterdam, het Kamerlid ''Lieftinck'', enz.
<section end="haarlem21februari"/>
<section begin="amsterdam21februari"/>{{gap}}'''Amsterdam,''' 21 Februari. Gisteren avond is nu ook de Kiezersvereeniging „Grondwet” vergaderd geweest om hare candidaten voor de Tweede Kamer te benoemen. De candidatuur van m<sup>r</sup>. ''De Beaufort'' werd met warmte verdedigd door prof. ''Quack'', nadat de voorzitter, m<sup>r</sup>. ''N. G. Pierson'', op zijne vraag of de heer ''De B.'' zich eene candidatuur zou laten welgevallen, had medegedeeld dat hij dit van omstandigheden zou laten afhangen. Ook de heer ''Heldt'' werd met aandrang aanbevolen, vooral ook omdat zijne verkiezing in zijn district niet zeker scheen te zijn en hij in de Kamer niet meer mocht ontbreken. De slotsom was, dat benoemd werden de heeren: ''J. T. Cremer'' met 70, ''J. G. Gleichman'' met 69, m<sup>r</sup>. ''A. F. K. Hartogh'' met 69, m<sup>r</sup>. ''J. P. R. Tak van Poortvliet'' met 69, jh<sup>r</sup>. m<sup>r</sup>. ''J. W. H. Rutgers van Rozenburg'' met 68, m<sup>r</sup>. W. H. de Beaufort'' met 68, ''A. Gildemeester'' met 68, m<sup>r</sup>. ''A. Kerdijk'' met 57, ''J. D. Veegens'' met 37 stemmen. De heer ''B. H. Heldt'' verkreeg 36 stemmen. Er waren 71 stemmen uitgebracht.
<br>{{gap}}Tot candidaat voor de Provinciale Staten werd met 43 van de 66 stemmen (21 blanco biljetten) de heer ''Willeumier'' benoemd.
<section end="amsterdam21februari"/>
<section begin="sgravenhage21februari"/>{{gap}}'''’s-Gravenhage,''' 21 Februari. In eene gisteren avond alhier gehouden vergadering der anti-revolutionaire Kiesvereeniging „Nederland en Oranje” is candidaat gesteld voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal de heer ''L. J. S. van Kempen'', lid van den Gemeenteraad.
<br>{{smaller|{{gap}}De Gemeeteraad besloot heden niet in behandeling te nemen het nieuwe verordenings-ontwerp op de brandweer. Het was de heer ''Van Kempen'', die daartoe het voorstel deed, omdat het hem vreemd voorkwam, dat deze belangrijke quaestie met zooveel overhaasting behandeld werd. Daar toch gebleken was, dat het zooveel tijd gevorderd heeft alvorens nieuwe voorstellen den Raad bereikten, strookte het zeer zeker niet met het belang van de gemeente het ontwerp zoo kort na de indiening in openbare behandeling te nemen. De openbare meening heeft zich in den laatsten tijd te duidelijk uitgesproken omtrent deze zaak dan dat zij met zooveel haast behandeld moest worden. Daarbij oordeelde hij haar niet van zoo groote urgentie. Op deze gronden wenschte hij de behandeling nog eenige weken aan te houden. De burgemeester wenschte gaarne precies te weten hoe lang. Aan dit verlangen voldeed de heer ''Van Kempen'' door eene maand uitstel te vragen. Ten hoogste werd dit voorstel ondersteund door den heer ''Schroot'', die tevens eenige algemeene wenken gaf, welke B. en W., indien de Raad zich met het uitstel mocht vereenigen, tijdens hetzelve konden ter harte nemen en in een sub-ontwerp belichamen, als daar is het invoeren van het Bell-telephoon-systeem. Tevens zinspeelde hij op te uitgebreide inrichting van het centrale station. De burgemeester weersprak de meening alsof in dezen met overijling te werk was gegaan en kwam op tegen de bewering dat de zaak niet urgent was. De {{SIC|motio|motie}} van den heer ''Van Kempen'', om de behandeling een maand op te schorten werd hierop aangenomen 18 met tegen 15 stemmen.}}
<section end="sgravenhage21februari"/>
<section begin="rotterdam21februari"/>{{gap}}'''Rotterdam,''' 21 Februari. In de heden middag gehouden vergadering der Maatschappij tot verkoop en bebouwing van gronden op Fijenoord is het jaarverslag en de rekening goedgekeurd. Gedurende het afgesloten tijdvak werden verkocht 6010 vierk. M. met eene opbrengst van ƒ 142 268,98½. Na afschrijving bedraagt het batig saldo der winst- en verliesrekening ƒ 18 419,99½, dat aan het hoofd „bouwgronden” ten bate komt. De bouwgronden komen op de balans voor tot eene waarde van ƒ 2 399 946,97½ en bestonden op 31 Dec. te zamen uit 60 109 vierk. M.
<br>{{gap}}– De afdeeling Rotterdam der Ned. Vereeniging tot bescherming van Dieren heeft in het afgeloopen jaar niet minder dan 1103 onbeheerde honden doen afmaken. Het nadeelig saldo der rekening bedraagt ƒ 241,39½. De Vereeniging telt 770 leden.
<section end="rotterdam21februari"/>
<section begin="nieuwkoop20februari"/>{{gap}}'''Nieuwkoop,''' 20 Februari. In eene kiezersvergadering der afdeeling Nieuwkoop van de Centrale Kiesvereeniging „Vrijheid en Orde” te Breukelen is met algemeene stemmen tot candidaat voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal gesteld de heer ''Royaards van den Ham'' te Utrecht.
<section end="nieuwkoop20februari"/>
<section begin="schoterland20februari"/>{{gap}}'''Schoterland,''' 20 Februari. Op verschillende plaatsen in deze gemeente zag men gisteren avond hoog opvlammende vuren, waarvan enkele den hemel met een rossen gloed kleurden. Het waren vreugdevuren, ontstoken ter eere van Z. M. den Koning op zijn verjaardag, terwijl bovendien de torenklokken werden geluid. Opmerkelijk is het dat deze gewoonte van zeer jongen datum is. Vóór een tiental jaren werd zelden een vuur ontstoken, nu zag men er ten minste 5 te gelijk, waarvan de brandstoffen werden bijeengebracht door de schooljeugd, die reeds vóór 6 à 7 weken met zamelen van allerlei ingrediënten aan de huizen in de dorpen begon. Eén stapel was zoo hoog dat het laatste vrachtje stroo en hout met eene ladder naar boven gebracht moest worden.
<section end="schoterland20februari"/>
<section begin="tilburg21februari"/>{{gap}}'''Tilburg,''' 21 Februari. Het bestaan van het „Tilburgsch Algemeen Verzekerings- en Ondersteuningsfonds voor Werklieden” is thans gewaarborgd. De statuten zijn door ’s Konings goedkeuring bekrachtigd en het fonds is nog met verschillende milde gaven begiftigd, zoodat het besluit genomen is, het met primo Maart in werking te doen treden.
<section end="tilburg21februari"/>
<section begin="schoolberichten"/>{{center|{{larger|'''Schoolberichten.'''}}}}
<section end="schoolberichten"/>
<section begin="toeninde"/>{{gap}}Toen in de laatste algemeene vergadering der Vereeniging voor Volksonderwijs, den 31<sup>sten</sup> Mei van het vorige jaar te Amsterdam gehouden, door den heer ''J. Versluys'' in overweging was gegeven of, zooals in het verslag dier vergadering vermeld staat, „thans niet dienstig zou zijn eenige rechtsgeleerden uit te noodigen om alvast een wetsontwerp op den leerplicht in gereedheid te brengen en alzoo bedenkingen tegen de uitvoerbaarheid reeds vooraf te ontzenuwen”, werd door den voorzitter geantwoord, „dat het hoofdbestuur dit denkbeeld gaarne in ernstige overweging zal nemen”.
<br>{{gap}}Zoo is inderdaad geschied. Het besloot (zoo meldt het ''Volksblad'') de heeren m<sup>rs</sup>. ''H. Ph. de Kanter'' te Brielle, ''M. C. J. Willeumier'' te Amsterdam en jh<sup>r</sup>. ''L. F. H. Michiels van Kessenich'' te Roermond uit te noodigen om aan dit denkbeeld, zoo mogelijk, uitvoering te geven; ean welke uitnoodiging genoemde heeren bereidwillig hebben voldaan.
<br>{{gap}}Aan een en ander openbaarheid te geven, behoorde natuurlijk niet aan het hoofdbestuur der Vereeniging, maar uitsluitend aan de drie heeren, die, geheel vrijwillig en zonder eenig uitdrukkelijk mandaat, de taak hadden aanvaard, de uitvoerbaarheid van het beginsel van den leerplicht door het formuleeren van een wetsontwerp aan te toonen. Zooals men weet, heeft thans een lid dier commissie, de heer ''De Kanter'', zelf het geheim opgeheven.
{{lijn|4em}}
<section end="toeninde"/>
<section begin="tothoofdder"/>{{gap}}Tot hoofd der openbare school voor minvermogenden aan de Badhuisstraat te Scheveningen is benoemd de heer ''H. R. Hölscher'', hoofd der openbare school te Woubrugge.
<section end="tothoofdder"/>
<section begin="kunstenenwetenschappen"/>{{center|{{x-larger|'''Kunsten en Wetenschappen.'''}}}}
<section end="kunstenenwetenschappen"/>
<section begin="inbretagneheeft"/>{{gap}}In Bretagne heeft, naar gemeld wordt, de Parijsche romanschrijver ''Pierre {{SIC|Gaccone|Zaccone}}'' een eigenaardig tooneelspelersgezelschap ontdekt, dat zich bezighoudt met het vertoonen van Middeleeuwsche stukken, als de Lijdensgeschiedenis, de Vier Heemskinderen enz. Het is in het dorp Plonaret, niet ver van Lannion, gevestigd en bestaat alleen uit boeren en ambachtslieden. Ofschoon het dikwijls bij de bedevaarts-feestelijkheden („pardons”) optrad, trok het tot dusver niet de aandacht, vermoedelijk omdat het zich uitsluitend van het Bretonsch bedient.
<br>{{gap}}Thans echter zal het medewerken bij de inwijding van een nieuwen schouwburg te Morlaix op den 14<sup>den</sup> April. Het zal overdag namelijk in den ouden schouwburg optreden en des avonds de eerste voorstelling in den nieuwen bijwonen, waaraan ook voorname spelers van het Théâtre Français zullen deelnemen. Tal van belangstellende kunstenaars, schrijvers, geleerden en liefhebbers worden bij deze gelegenheid te Morlaix verwacht.
{{lijn|4em}}
<section end="inbretagneheeft"/>
<section begin="voorheteerst"/>{{gap}}Voor het eerst sedert 1878 zullen bij de wereldtentoonstelling te Parijs de prijzen voor beeldende kunst door eene van Staatswege benoemde jury worden toegekend, met dien verstande echter dat met het oog op vroegere misbruiken, de juryleden zelf van de mededinging zijn uitgesloten. De schilder ''Bouguereau'' vond dit eene ongehoorde zaak en heeft met ''Meissonier'' e. a. eene beweging tegen die uitsluiting op touw gezet, echter zonder veel kans op slagen.
{{lijn|4em}}
<section end="voorheteerst"/>
<section begin="inhethotel"/>{{gap}}In het Hôtel Continental te Parijs zal aanst. Donderdag een feest gegeven worden ten bate van het weeshuis voor kinderen van kunstenaars. Onder anderen zal men er eene nieuwe soort van Chineesche schimmen kunnen zien. ''Sara Bernhardt'' zal achter een verlicht gordijn een der tooneelen uit de „Tosca” als schaduwbeeld vertoonen, de dames ''Judic'' en ''Granier'' het duo uit „M<sup>me</sup> Angôt”, enz.
{{lijn|4em}}
<section end="inhethotel"/>
<section begin="opdeheden"/>{{gap}}Op de heden door de heeren ''Fr. Muller & C<sup>o</sup>.'' en ''Van Pappelendam & Schouten'' in den Brakken Grond te Amsterdam gehouden veiling der belangrijke collectie oude schilderijen en antiquiteiten uit het kabinet van den heer ''S. B. Bos'' te Harlingen zijn o. a. de volgende hooge prijzen besteed. N<sup>o</sup> 1. ''Aart van Antum'' „Passeren vant Statenyacht voorbij Isselmonde Augustus MDCXVII” ƒ 205. N<sup>o</sup> 3 en 4 ''Arent Arentsen'', visschers en jagers, visschers en landlieden ƒ 560. N<sup>o</sup> 8 en 9. ''G. Ban'', twee portretten, ƒ 605. N<sup>o</sup> 14. ''Sybrant van Beest'', varkenmarkt, ƒ 400. N<sup>o</sup> 15. ''C. Bega'', de kasteleines, ƒ 400. N<sup>o</sup> 16. Dezelfde , herberg, ƒ 180. N<sup>o</sup> 18. ''J. Beuckelaer'', vette keuken, ƒ 1690. N<sup>o</sup> 19. ''A. H. van Beyeren'', visch ƒ 590. N<sup>o</sup> 24. ''P. Bout'', halt voor eene herberg, ƒ 145. N<sup>o</sup> 26 en 27. ''R. Brakenburg'', sober maal en goede sier, ƒ 500. N<sup>o</sup> 34 ''Jan van Bijlert'', Hollandsche familie, ƒ 680. N<sup>o</sup> 38 ''P. Claesz'', stilleven, ƒ 380. N<sup>o</sup> 40 ''A. van Croos'', landschap met rivier, ƒ 250. N<sup>o</sup> 47 ''J. van Duynen'', visch, ƒ 130. N<sup>o</sup> 49 ''G. van den Eeckhout'', de hermiet, ƒ 330. N<sup>o</sup> 50 ''A. Elzheimer'', Salomo schatten voor den tempel ontvangende, ƒ 170. N<sup>o</sup> 56 ''H. Goltzius'', de conchylioloog, ƒ 285. N<sup>o</sup> 57 ''J. van Goyen'', het bolwerk, ƒ 2000. N<sup>o</sup> 58 de Haarlemmermeer, ƒ 560. N<sup>o</sup> 61 ''J. Hannot'', vruchten, ƒ 161. N<sup>o</sup> 62 ''W. Claesz. Heda'', familieportretten, ƒ 955. N<sup>o</sup> 63 ''C. de Heem'', vruchten, ƒ 225. N<sup>o</sup> 65 ''Th. Helmbreker'', bedeeling, ƒ 255. N<sup>o</sup> 66 ''B. van der Helst'', twee portretten, ƒ 1500. N<sup>o</sup> 72 ''J. Jordaens'', kop van een dronkaard, ƒ 170. N<sup>o</sup> 76 en 77, ''N. v. L. Lius'', bloemen en vruchten, ƒ 205. N<sup>o</sup> 81 ''Jan Lis'', binnenhuis, ƒ 310. N<sup>o</sup> 82 ''N. Maes'', portret, ƒ 700. N<sup>o</sup> 95 en 96 ''M. J. Mierevelt'', portretten, ƒ 940. N<sup>o</sup> 97 ''W. van Mieris'', ƒ 130. N<sup>o</sup> 100 ''J. M. Molenaer'', familiefeest, ƒ 155. N<sup>o</sup> 102 ''Klaes Molenaer'', Hollandsch dorp, ƒ 510. N<sup>o</sup> 103 dezelfde, dorp en vaart, ƒ 315. N<sup>o</sup> 110 ''J. L. E. Morgenstern'', kerk van {{SIC|binnon|binnen}}, ƒ 130. N<sup>o</sup> 111 dezelfde, idem, ƒ 125. N<sup>o</sup> 117 ''E. H. v. d. Neer'', admiraal De Ruyter en zijn gezin, ƒ 690. N<sup>o</sup> 118 ''C. Netscher'', kinderportretten, ƒ 290. N<sup>o</sup> 119 ''J. Ochtervelt'', triktrakspelers, ƒ 350. N<sup>o</sup> 120 ''M. v. Oosterwijk'' en ''W. Vaillant'', vrouwebuste, ƒ 800. N<sup>o</sup> 123 ''A. Palamedesz'', een conversatie, ƒ 230. N<sup>o</sup> 132 ''W. Romeyn'', landschap in Italie, ƒ 185. N<sup>o</sup> 133 ''P. P. Rubens'' en ''Jan Breughel'' (de Fluweelen), eene heilige, ƒ 250. N<sup>o</sup> 140 ''B. v. S.'', herberg, ƒ 400. N<sup>o</sup> 142 ''M. Simons'', najaarsvruchten, ƒ 300. N<sup>o</sup> 143 dezelfde, stilleven, ƒ 235. N<sup>o</sup> 144 dezelfde, vruchten, ƒ 310. N<sup>o</sup> 145 ''J. van Son'', vruchten, ƒ 290. N<sup>o</sup> 147 ''J. A. van Staveren'', grijsaard den Bijbel lezende, ƒ 370. N<sup>o</sup> 151 ''A. Storck'', zeehaven in de Levant, ƒ 280. N<sup>o</sup> 152 ''D. Teniers'' (de oude), dorpsschool, ƒ 200. N<sup>o</sup> 154 ''A. Terwesten'', Venus en Adonis, ƒ 116, en n<sup>o</sup> 155 van denzelfde, Diana en hare nymphen ƒ 133. N<sup>o</sup> 161 ''J. v. d. velde'', mansportret, ƒ 290. N<sup>o</sup> 162. ''A. P. v. d. Venne'', „’t Is jammerlyck”, ƒ 116. N<sup>o</sup> 167. ''J. Verholje'', portret van patriciër en zijne vrouw, ƒ 172. N<sup>o</sup> 169. ''H. Verschuring'', vertrek naar de jacht, ƒ 160. N<sup>o</sup> 170. ''Jan Victors'', Hollandsch landschap, ƒ 1550. N<sup>o</sup> 171. ''D. Vinckeboons'', Vlaamsche kermis, ƒ 550. N<sup>o</sup> 177. ''P. Wouwerman'', wit paard, ƒ 130. N<sup>o</sup> 178. Dezelfde, ruitergevecht, ƒ 265. N<sup>o</sup> 184. ''C. Puytlinck'' alias ''Trechter'', dood gevogelte, ƒ 405. N<sup>o</sup> 185. ''C. Troost'', ƒ 395. N<sup>o</sup> 186. ''Jacob de Wit'', ƒ 1500. N<sup>o</sup> 187. ''H. Goltsius'', ƒ 725, enz.
{{lijn|4em}}
<section end="opdeheden"/>
<section begin="maatschappijtotbevordering"/>{{center|Maatschappij tot bevordering der Toonkunst.}}}}
{{gap}}''Afd. Goes'', 22 Febr., 7½ u. „Die heilige Nacht”, ''Niels W. Gade;'' „Morgenhymne”, ''F. Lachner;'' „Rhapsodie”, ''J. Brahms;'' „Heimfahrt”, ''J. Rheinberger;'' „Meeresstille u{{grijs|[.]}} glückl. Fahrt”, ''L. v. Beethoven;'' vocaal-kwartetten, ''J. Brahms, A. Krug;'' klavier-soli, ''H. v. Bülow, F. Chopin, A. Henselt, F. Liszt, C. Tausig.'' Directeur: ''C. Samans''.
{{lijn|4em}}
<section end="maatschappijtotbevordering"/>
<section begin="verschillendeberichten"/>{{center|{{x-larger|'''Verschillende Berichten.'''}}}}
<section end="verschillendeberichten"/>
<section begin="delaatstetrein"/>{{gap}}De laatste trein uit Rotterdam, die gewoonlijk te 11 u. 24 m. te Amsterdam aankomt, kwam gisteren eerst 2 u. 44 m. na middernacht aan, voornamelijk omdat de aansluiting te Antwerpen was gemist. Bovendien had de trein een oponthoud dicht bij Antwerpen, door het aanrijden van eene boerenkar, zoodat een wielband van de locomotief sprong. Persoonlijke ongelukken hebben niet plaats gehad.
{{lijn|4em}}
<section end="delaatstetrein"/>
<section begin="indenloop"/>{{gap}}In den loop van het laatste kwartaal van het vorige jaar zijn te Harderwijk voor den dienst in de koloniën aangenomen 412 man, waaronder 266 Nederlanders. Van de vreemdelingen waren 70 Duitschers, 54 Belgen, 10 Luxemburgers, 8 Zwitsers, 2 Franschen, 1 Oostenrijker en 1 Deen. Behalve dezen werden van de verschillende korpsen hier te lande overgenomen voor den dienst in de koloniën 167 man, zoodat het Indische leger met 579 man versterkt werd. Er werden in het geheel uitgezonden naar Oost-Indie 10 detachementen, ter sterkte gezamenlijk van 495 man, benevens 22 officieren. West-Indie ontving in dat kwartaal geene suppletietroepen. Onder de manschappen die naar Oost-Indie werden gezonden behoorden 369 Nederlanders. Uit Oost-Indie keerden terug 216 man beneden den rang van officier; hun gemiddelde diensttijd was 8 jaren; 121 hunner waren Nederlanders; van de vreemdelingen waren 36 Belgen, 30 Duitschers, 19 Franschen, 4 Luxemburgers, 3 Oostenrijkers en 3 Zwitsers. Uit West-Indie keerden terug 22 man, waarbij 21 Nederlanders en 1 Duitscher, na een gemiddeld dienstcijfer ven 6 jaar te Curaçao of Suriname. Van alle teruggekeerde manschappen werden er 145 gepensioneerd, tot een totaal bedrag van ƒ 30 816. Aan handgeld werd in het geheele kwartaal uitbetaald ƒ 142 856.
{{lijn|4em}}
<section end="indenloop"/>
<section begin="dehaagschekookschool"/>{{gap}}De Haagsche Kookschool is gisteren middag geopend. Wèl dreigde de brand, die weinige dagen geleden daar uitbrak, die plechtigheid te doen mislukken, doch door de krachtsinspanning van de werklieden en den ijver van het bestuur werd het in staat gesteld gisteren de dames en heeren te ontvangen in dezelfde kamer waar het vuur had gewoed. Sporen er van waren niet meer te zien; alleen was de vloer niet gecireerd. In het lokaal waren de dames en heeren van het bestuur vereenigd met een aantal dames-belangstellenden en enkele heeren, o. a. de voorzitter van de Maatschappij tot bevordering van Nijverheid, de voorzitter van de Haagsche Industrieschool en andere genoodigdem. Door den voorzitter van het bestuur, den heer ''M. Hijmans van Wadenoyen'', werd in eene geestige en onderhoudende rede de lijdensgeschiedenis van de zaak geschetst en de directrice, mej. ''Manden'', van Groningen, deelde mede, dat er reeds 36 inschrijvingen voor de damescursussen waren ontvangen.
{{lijn|4em}}
<section end="dehaagschekookschool"/>
<section begin="dezerdagenheeft"/>{{gap}}Dezer dagen heeft de Londensche commissie van openbare werken het plan gemaakt om één millioen p. st. beschikbaar te stellen voor het in toepassing brengen van eene chemische theorie voor de reiniging van het rioolwater. Intusschen heeft zich dezer dagen een zekere heer ''Webster'' bij haar aangemeld, bewerende, dat hij beter en goedkooper door middel van electriciteit het doel kan bereiken. Op welke wijze hij die wil aanwenden is natuurlijk zijn geheim. De uitwerking zou zijn: alle onzuiverheden naar de oppervlakte te doen stijgen. De commissie heeft hem de vrijheid gegeven om op zijne eigene kosten, onder toezicht van een lid der commissie, proeven te nemen op groote schaal.
{{lijn|4em}}
<section end="dezerdagenheeft"/>
<section begin="eeneengelschedame"/>{{gap}}Eene Engelsche dame stelde dezer dagen eene actie in tegen een apotheker om de volgende reden: Een geneesheer door haar over eene kwaal geraadpleegd, had haar {{SIC|gesschreven|geschreven}}, dat „tempus edax rerum” — d. w. z. de tijd, die de dingen doet uitslijten — haar zou genezen. Zij had die Latijnsche uitdrukking als een recept opgevat en als zoodanig aan een apotheker gezonden. Diens bediende had een broodwatertje klaar gemaakt en haar daarvoor een paar shillings laten betalen. Zij had geruimen tijd die quasi-medicijn gebruikt en heel wat shillings betaald. Tenslotte was zij werkelijk genezen. Den geneesheer later ontmoetende, betuigde zij hem haren innigen dank. Toen kwam het bedrog uit. De bediende nam bijtijds de vlucht. De genezen patient heeft thans, zooals gezegd is, tegen den apotheker eene actie ingesteld om het betaalde geld terug te krijgen.
{{lijn|4em}}
<section end="eeneengelschedame"/>
<section begin="eeneoperazangeres"/>{{gap}}Eene opera-zangeres te Londen had eenige dagen geleden op straat juweelen ter waarde van 500 p. st. verloren. Zij werden haar Vrijdag ll. door drie jongens teruggebracht, die de uitgeloofde belooning, 50 p. st., ontvingen.
{{lijn|4em}}
<section end="eeneoperazangeres"/>
<section begin="luidenseenbericht"/>{{gap}}Luidens een bericht uit Vernon, in Illinois, zijn meer dan 500 huizen aldaar door een wervelstorm beschadigd. Eene der wijken werd tijdens den storm voor drie vierden in de asch gelegd. Meer dan 100 personen werden gekwetst en 29 verloren het leven. De schade wordt op ½ millioen dollars geschat.
{{lijn|4em}}
<section end="luidenseenbericht"/>
<section begin="tegentis"/>{{gap}}Te Gent is een fabrikant aan trichinose overleden. Men vermoedt dat hij de kiem der ziekte heeft opgedaan in de Ardennen, waar hij onlangs eene reis voor zaken deed.
<section end="tegentis"/>
<section begin="desneeuw"/>{{gap}}{{sp|De sneeu}}w. – Ook in Denemarken is zooveel sneeuw gevallen, dat „alle spoorwegen” – zoo seint men uit Kopenhagen van den 19<sup>den</sup> dezer – onberijdbaar geworden zijn.
<br>{{gap}}In Frankrijk is het Zondag en in den nacht van Zondag op Maandag blijven doorsneeuwen, tot groot nadeel voor het reizigers- en postverkeer. Drie locomotieven bleken machteloos om een trein die bij Béthune was blijven steken te ontzetten. Te Tergnier, Atrecht en Amiens lag de sneeuw bijna twee meter hoog. In het westen is men er intusschen in geslaagd de banen voorbij Chartres vrij te maken en de treinen van Bretagne zijn weer nagenoeg op tijd aangekomen. Op het Orleanser net is het minder gunstig gesteld.
<section end="desneeuw"/>
<section begin="weerbericht"/>{{center|{{larger|'''Weerbericht van 21 Februari.'''}}}}
{{lijn|4em}}
{{center|'''Overzicht van de algemeene weersgesteldheid,'''<br>opgemaakt door de Filiaal-Inrichting te Amsterdam van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut.}}
{{gap}}Hoewel in het zuiden van Europa de barometers zijn gerezen en daardoor de depressie in beteekenis verminderde, zijn de barometerverschillen hier te lande nog zeer groot. Zij nemen echter af. Dientengevolge waait het bij ons nog hard uit n.o. en worden bij ons de krachtigste winden waargenomen.
<br>{{gap}}Nog bijna algemeen is de wind van noord tot oost in ons werelddeel.
<br>{{gap}}De hoogste barometeraanwijzing is 768,9 mM., te Petersburg; de laagste 747,2, te Sicie.
<br>{{gap}}In Frankrijk werd het een weinig warmer, doch verder is de temperatuur overal weder afgenomen.
<br>{{gap}}Op de Britsche eilanden en in het westen en zuiden van Frankrijk vriest het niet. Overal elders vorst.
<br>{{gap}}De hoogste temperatuur is 37° Fahr., te Stornoway en te Shields; de laagste 6° Fahr. te Haparanda.
{{center|'''Grootste verschil van barometerstand in Nederland:'''}}
{|
| Gisteren avond
| align="right" | 7
|
| uur: Groningen
| 6.8
| boven Maastricht.
|-
| Heden ochtend
| align="right" | 8
|
| uur: Groningen
| 6.4
| boven Maastricht.
|-
| Heden middag
| 12
| ½
| uur: Helder...
| 5.7
| boven Maastricht.
|}
{{gap}}{{sc|Te verwachten wind:}} Oostelijk.
{| width="100%"
| colspan="2" width="50%" align="center" | '''Barometerstand te Amsterdam.'''
{{smaller|(waargen. aan de Filiaal-Inr.).}}
{{lijn|2em}}
| colspan="2" width="50%" align="center" | '''Thermometerstand te Haarlem.'''
{{smaller|(waargen. aan Teylers Stichting)}}
{{lijn|2em}}
|-
| Gisteren avond
| 8 uur: 754.6
| Hoogste gisteren:
| align="right" | 33°
|-
| Heden ochtend
| 8 uur: 755.8
| Laagste heden nacht:
| align="right" | 27°
|-
| {{gap}}„{{gap}}middag
| 2 uur: 755.5
| Hoogste heden middag:
| align="right" | 28°
|}
{{center|'''Overzicht van barometer- en thermometerstand gedurende de laatste week.'''}}
[[Bestand:Opregte Haarlemsche Courant 1888 no 045 Overzicht van barometer- en thermometerstand gedurende de laatste week.jpg|500px|center]]
{{gap}}{{sc|Verwachting:}} Guur weder.
<section end="weerbericht"/><noinclude><references/></noinclude>
5rc7avcu85ve9nee6wt3imscxo4kh7p
Wikisource:GUS2Wiki
4
40181
127232
127013
2022-08-10T12:14:17Z
Alexis Jazz
11203
Updating gadget usage statistics from [[Special:GadgetUsage]] ([[phab:T121049]])
wikitext
text/x-wiki
{{#ifexist:Project:GUS2Wiki/top|{{/top}}|This page provides a historical record of [[Special:GadgetUsage]] through its page history. To get the data in CSV format, see wikitext. To customize this message or add categories, create [[/top]].}}
Deze gegevens komen uit een cache die voor het laatst is bijgewerkt op 2022-08-08 om 08:00:29Z. Er {{PLURAL:5000|is maximaal één resultaat|zijn maximaal 5000 resultaten}} beschikbaar in de cache.
{| class="sortable wikitable"
! Uitbreiding !! data-sort-type="number" | Aantal gebruikers !! data-sort-type="number" | Actieve gebruikers
|-
|HideFundraiser || 8 || 0
|-
|HotCat || 18 || 4
|-
|LocalLiveClock || 3 || 2
|-
|RTRC || 4 || 2
|-
|UTCLiveClock || 1 || 0
|}
* [[Speciaal:GadgetUsage]]
* [[m:Meta:GUS2Wiki/Script|GUS2Wiki]]
<!-- data in CSV format:
HideFundraiser,8,0
HotCat,18,4
LocalLiveClock,3,2
RTRC,4,2
UTCLiveClock,1,0
-->
71vlclog6cilui5gf42al65oil9e068
Pagina:Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants Cesare Ripa 1644.djvu/525
104
40458
127242
127227
2022-08-11T08:22:33Z
Vincent Steenberg
280
/* Proefgelezen */
proofread-page
text/x-wiki
<noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" />{{RH|{{gap|3em}}|''Tegenſtrijdigheyt''. {{sc|{{sp|Contrariet}}a}}.{{gap|1em}}''Tijd''. {{sc|{{sp|Temp}}o}}.|503}}</noinclude><section begin="theoria"/>ſuyvert van alle aerdſche genegentheeden. Gelijck dit onder andere Platoniſten, ''Iamblichus'' bewijst, tot wien dit behoudende licht noch niet was gekomen, maer was alleene, om ’t ſelve den Naevolgers van ''Chriſto'', die de eeuwige Wijsheyt des Vaeders is, te openbaeren.
<section end="theoria"/>
<section begin="contrarieta"/>{{center|{{sc|{{sp|Contrariet}}a}}. ''Tegenſtrijdigheyt''.}}
{{Initiaal|E}}En leelijcke onthulde Vrouwe, die de hayren in ’t wilde over de ſchouderen geſpreyt zijn, zijnde gekleet aen de rechter ſijde, van boven nae beneden, in ’t wit, en van de ſlincker ſijde in ’t ſwart, daerom ſal het ſlordigh gemaeckt en ontgort zijn, om te toonen dat het ſelve in alle deelen des lichaems tegens malkander verſchilt.
<br>{{gap}}Zy houd in de rechter hand een vat vol Waeter wat neerhellende, en in de ſlincker houdſe een vat vol vlammend Vier. Op der aerde ſtaen twee Raeders, d’eene tegens d’ander gekeert, diewelcke gedraeyt zijnde, elx een beſondere en tegenſtrijdige keere doen.
<br>{{gap}}Leelijck wortſe gemaelt, om dat het een leelijcke ſake is, altijt de waerheyt, de goede meeninge en ’t klaer bewijs, van andere luyden, tegen te ſtreven.
<br>{{gap}}De hayren in ’t wilde geſpreyt, als geſeyt is, geven te kennen de wilde en quade gedachten, diewelcke den wegh aen het verſtand, aen de memorie, en aen den wille openen, ten einde zy al te ſaemen tot tegen te ſpreecken, inſpannen.
<br>{{gap}}Het ſwarte, witte, miſmaeckte en ontgorde kleet, bediet de Tegenſtrijdigheyt, dieder is tuſſchen het licht en de duyſterniſſe, daer by die geene vergelijckende, die het geſelſchap van andere luyden vlieden, om ſich niet te vereenigen mette natuyrlijcke en blijcklijcke reeden.
<br>{{gap}}Zy houd mette rechter hand een vat met Waeter, en in de ſlincker een vat met Vier, want deſe twee hoofdſtoffen hebben gantſch tegenſtrijdige werckingen, als zijnde heet en koud, en derhalven wat d’eene werckt, dat kan d’ander niet doen, en hier door ſtaenſe in geſtadige Tegenſtrijdigheyt, tweedracht en oorlogh.
<br>{{gap}}Men ſchildert twee Raeders aen haer ſijde, op de maniere als geſeyt is, want ''Pierius'' verhaelt in zijn {{sc|xxxi}} boeck, dat de natuyre van de beweginge aengemerckt zijnde, dieder is in de circkelen, veroorſaeckt dat de Wiskonſtenaers, willende Hieroglyphiſcher wijſe, de Tegenſtrijdigheyt uytdrucken, twee circkels ſtelden, diewelcke als zy malkanderen raeckten, gelijckmen dat ſiet geſchieden in de Meulenwercken en andere, dat door ’t draeyen van ’t eene Rad, ſich ’t ander keert in een tegenſtrijdige beweginge. En hier door kan men de Tegenſtrijdigheyt ſeer wel vertoonen.
<section end="contrarieta"/>
<section begin="tempo1"/>{{center|{{sc|{{sp|Temp}}o}}. ''Tijd''.}}
{{Initiaal|E}}En oud Man in weerſchijn, van verſcheyden vreemde verwen gekleet, en ſal dit kleet koſtlijck gemaeckt zijn vol ſterren, om dat dieſelve van tijd tot tijd heerſchappye voeren over de verderflijcke dingen: Hy ſal gekroont zijn met Rooſen, koorenayren, vruchten en verdrooghde tacken, als een Koningh en Heere van ’t Iaer, en van het ſayſoen des tijds, ſtaende op den Zodiac: want zijn kracht is om hoogh in den Hemel geſtelt, ons de beweginge van de Son en andere Planeeten toemeetende, onderſcheydende en vernielende de Maenden, Iaeren en Tijden. Hy ſal een Spiegel in der hand hebben, diewelcke ons te verſtaen geeft, dat van den Tijd alleen de teghenwoordige Tijd wort geſien die haer weſen heeft, en die daer en boven noch ſoo kort en onſeker is, datſe de valſche beeldeniſſe van den Spiegel daer in overtreft. Ter ſijden heeft hy een mager en dor kindeken, en van d’ander ſijde een ſchoon en vet, beyde met een Spiegel, weſende dit de voor by gepaſſeerde Tijd, die ſich in de gedachten der Menſchen verſlijt, en de toekomende Tijd, wast geſtadigh, door de Hope, aen.
<br>{{gap}}Voor de voeten ſal een groot Boeck weſen, waer in twee andere kinderkens ſchrijven, houdende ’t eene de Son op ’t hoofd voor den Dagh, en ’t ander de Maene voor den Nacht.
<section end="tempo1"/>
<section begin="tempo2"/>{{center|{{sc|{{sp|Temp}}o}}. ''Tijd''.}}
{{Initiaal|E}}En oud Man in verſcheyden verwen gekleet, houdende in de rechter hand een Slange, die als een Circkel gekromt is, vertoonende
<section end="tempo2"/><noinclude>{{Rechts|toonende}}</noinclude>
ooru1bffc9p98dx1hvccx3uci6aid1k
Pagina:Architectura vol 005 no 007.djvu/3
104
40459
127233
2022-08-10T18:52:24Z
Vincent Steenberg
280
/* Proefgelezen */
proofread-page
text/x-wiki
<noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" /></noinclude>{{RH|{{larger|EGYPTISCHE KUNST.}} {{smaller|{{sc|plaat i}}.}}||{{smaller|{{sc|bijvoegsel van „ARCHITECTURA”}}}}}}
{{RH|ARCHITECTURA ET||{{smaller|'''1897 - N{{smaller|<sup>o</sup>}}. 7.'''}}}}
AMICITIA.
{{dhr|2}}
{| align="center" width="362px"
| colspan="2" | {{sc|fig. 1}}.
|-
| colspan="2" | [[Bestand:Architectura vol 005 no 007 plaat 1 fig 1 Egyptisch-koning.jpg|400x775px|center]]
|-
| EGYPTISCH-KONING.
| align="right" | RELIEF.
|-
| colspan="2" | {{sc|„seti-meneptah” eene - of­fe­ran­de - aan­bie­dend - naar - een - ge­schil­derd - af­giet­sel - bri­tish - mu­seum - lon­den.}}
|}
{{dhr|3}}
{| width="498px" align="center"
| colspan="2" align="right" | {{sc|fig. 2}}.
|-
| colspan="2" | [[Bestand:Architectura vol 005 no 007 plaat 1 fig 2 Assyrisch koning.jpg|500x775px|center]]
|-
| RELIEF - WIT - MARMER.
| align="right" | „ASSYRISCH KONING.
|-
| colspan="2" | {{sc|origineel in het british museum}}.
|}
{{dhr|2}}
{{Rechts|''Photolith. Roeloffzen & Hübner, Amsterdam''.}}<noinclude><references/></noinclude>
neiuaiihjlnyu4nta8elx0t3dqllf4c
Pagina:Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu/61
104
40460
127235
2022-08-10T19:49:32Z
Vincent Steenberg
280
/* Proefgelezen */
proofread-page
text/x-wiki
<noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" />{{RH|'''Si-So'''||59}}
{{lijn}}
{{Verkeerd-om inspringen/begin|2em|0em}}</noinclude><section begin="siebenmannerbuch"/>gaf Von Schrenck Notzing, met medewerking van Dr. Gruber, Dr. Kröner, Studienrat Lambert, Dr. Oesterreich, Dr. Tischner en Dr. Walter uit: „Die physikalischen Phänomene der groszen Medien; eine Abwehr.” Hierin komen deze geleerden op voor het werkelijk voorkomen der verschijnselen. Hun practische ervaring stelt hen in het voordeel bij de anderen.{{Verkeerd-om inspringen/einde}}
<section end="siebenmannerbuch"/>
<section begin="sixiemesens"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Sixième sens:''' zesde zintuig. De theorie van het bestaan van het z.g. zesde zintuig werd het eerst opgesteld door Montravel, ter verklaring der supranormale verschijnselen. Richet verstond er onder: de verschillende vormen van telepathie, helderziendheid, psychometrie, voorspelling, voorafgaande waarschuwingen, kristalzien en spookverschijnselen.}}
<section end="sixiemesens"/>
<section begin="skotografie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Skotografie:''' zie: [[Occult woordenboekje/Psychographieën|psychografie]] en: [[Occult woordenboekje/Gedachtengraphie|gedachtengrafie]].}}
<section end="skotografie"/>
<section begin="slade"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Slade, Henry:''' Door de onderzoekingen van prof. Zöllner e.a. bekend Amerikaans medium voor leischrift. (1877). Bij hem zouden ook magische knopen gelegd zijn. Tevens apporten. Zöllner stelde ter verklaring van deze merkwaardige verschijnselen op zijn theorie der vierde dimensie.}}
<section end="slade"/>
<section begin="sloan"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Sloan, John C.:''' uit Glasgow. Brits trance- en directe stemmedium, dat 12 jaar met J. Arthur Findlay werkte.}}
<section end="sloan"/>
<section begin="smith"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Smith, Hélène:''' (1861—1929). Pseudoniem van Catherine Elise Muller uit Genève, bekend door het werk van prof. Flournoy: „Des Indes à la planète Mars” (1899) (Van Indië naar de planeet Mars). In trance sprak en schreef ze een vreemde taal, die een Marstaal zou zijn geweest en die een sterke verbastering van het Frans bleek (glossolalie). Ook verkreeg men door haar mediumschap apporten en telekinetische verschijnselen. Ze schilderde vaak in trance.}}
<section end="smith"/>
<section begin="somnabulisme"/>{{Verkeerd-om inspringen/begin|2em|-2em}}'''Somnambulisme:''' de toestand van slaapwandelen, een op trance gelijkende toestand; komt zowel spontaan als kunstmatig opgewekt voor (door hypnose of magnetische passes). De vermogens van het onbewuste nemen dan de plaats in van die van het normale bewustzijn. In deze toestand worden soms hele reizen gedaan, elk gevaar zorgvuldig vermijdend; zelfs wordt de plaats vermeden, waar in normale omstandigheden een obstakel zich bevindt,
<section end="somnabulisme"/><noinclude>{{Verkeerd-om inspringen/einde}}</noinclude>
pf40zpams5zhzcvc4jyqce6yktz2ioi
Pagina:Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu/62
104
40461
127236
2022-08-10T20:01:26Z
Vincent Steenberg
280
/* Niet proefgelezen */
proofread-page
text/x-wiki
<noinclude><pagequality level="1" user="Vincent Steenberg" />{{RH|60||'''Sp'''}}
{{lijn}}
{{Verkeerd-om inspringen/begin|2em|0em}}</noinclude><section begin="somnabulisme"/>b.v. een stoel, die voor die gelegenheid verzet is. De intellectuele vermogens nemen toe, zoals blijkt bij het oplossen van vraagstukken, of het maken van opstellen (intellectuele exaltatie). In tegenstelling met de gewone slaap behouden de spieren hun gewone gespannenheid.{{Verkeerd-om inspringen/einde}}
<section end="somnabulisme"/>
<section begin="spectra"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spectra:''' fluïdische larven. (Zie aldaar).}}
<section end="spectra"/>
<section begin="spheer"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spheer''' of '''sfeer:''' bolrond lichaam, hemel- of wereldbol, gezichtskring. Ook: stemming, geestelijke gesteldheid.<br>Verder: verblijfplaats der geesten; meestal onderscheidt men 7 sferen, waarvan men dan de derde het Zomerland noemt, waar reeds veel geluk heerst. Door evolutie komt men van de ene sfeer in de andere. Alleen uit de lagere sferen is {{sp|directe}} communicatie mogelijk; uit de hogere slechts door overschakeling.<br>Anderen denken zich de sferen meer als toestanden van de geest; dus zonder aan een bepaalde plaats te denken.}}
<section end="spheer"/>
<section begin="spierlezen"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spierlezen:''' zie: [[Occult woordenboekje/Onwillekeurige spierbewegingen|onwillekeurige spierbewegingen]].}}
<section end="spierlezen"/>
<section begin="spirit"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spirit:''' (Engels) geest (overgegane).}}
<section end="spirit"/>
<section begin="spiritisme"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spiritisme:''' de leer, dat er een voortbestaan na de stoffelijke dood is en tevens de mogelijkheid van communicatie tussen de beide werelden door middel van een medium. De verschijnselen zijn zo oud als de wereld. De bijbel en alle oude heilige boeken staan er vol van. Het modern spiritualisme dateert van 31 Maart 1848. (Hydesville: Fox).}}
<section end="spiritisme"/>
<section begin="spiritischebladen"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spiritische Bladen:''' Het 14 daags orgaan van de Nederlandsche Vereeniging van Spiritisten „Harmonia”. Het grootste
en meest gelezen spiritisch blad .
Spiritualisme : allereerst de filosofische richting, die het werkelijke (absolute) als geestelijk aanneemt, het lichamelijke
als verschijningsvorm of product van de geest of ais ge-
heel niet voorhanden. Het tegengestelde dus van het
materialisme .
In Engeland spreekt men steeds van spiritualisme, in-
plaats van spiritisme .
Hier verstaan we meestal onder spiritisme de studie der
verschijnselen, terwijl spiritualisme dan betekent, de we-
reld- en levensbeschouwing, die op de spiritische feiten
kan worden gebouwd, en die bijna steeds religieus is .}}
<section end="spiritischebladen"/><noinclude><references/></noinclude>
k2yiefd0gm6907jxuvzojt7ed4yv21e
127237
127236
2022-08-10T21:08:46Z
Vincent Steenberg
280
/* Proefgelezen */
proofread-page
text/x-wiki
<noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" />{{RH|60||'''Sp'''}}
{{lijn}}
{{Verkeerd-om inspringen/begin|2em|0em}}</noinclude><section begin="somnabulisme"/>b.v. een stoel, die voor die gelegenheid verzet is. De intellectuele vermogens nemen toe, zoals blijkt bij het oplossen van vraagstukken, of het maken van opstellen (intellectuele exaltatie). In tegenstelling met de gewone slaap behouden de spieren hun gewone gespannenheid.{{Verkeerd-om inspringen/einde}}
<section end="somnabulisme"/>
<section begin="spectra"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spectra:''' fluïdische larven. (Zie aldaar).}}
<section end="spectra"/>
<section begin="spheer"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spheer''' of '''sfeer:''' bolrond lichaam, hemel- of wereldbol, gezichtskring. Ook: stemming, geestelijke gesteldheid.<br>Verder: verblijfplaats der geesten; meestal onderscheidt men 7 sferen, waarvan men dan de derde het Zomerland noemt, waar reeds veel geluk heerst. Door evolutie komt men van de ene sfeer in de andere. Alleen uit de lagere sferen is {{sp|directe}} communicatie mogelijk; uit de hogere slechts door overschakeling.<br>Anderen denken zich de sferen meer als toestanden van de geest; dus zonder aan een bepaalde plaats te denken.}}
<section end="spheer"/>
<section begin="spierlezen"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spierlezen:''' zie: [[Occult woordenboekje/Onwillekeurige spierbewegingen|onwillekeurige spierbewegingen]].}}
<section end="spierlezen"/>
<section begin="spirit"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spirit:''' (Engels) geest (overgegane).}}
<section end="spirit"/>
<section begin="spiritisme"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spiritisme:''' de leer, dat er een voortbestaan na de stoffelijke dood is en tevens de mogelijkheid van communicatie tussen de beide werelden door middel van een medium. De verschijnselen zijn zo oud als de wereld. De bijbel en alle oude heilige boeken staan er vol van. Het modern spiritualisme dateert van 31 Maart 1848. (Hydesville: Fox).}}
<section end="spiritisme"/>
<section begin="spiritischebladen"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spiritische Bladen:''' Het 14 daags orgaan van de Nederlandsche Vereeniging van Spiritisten „Harmonia”. Het grootste en meest gelezen spiritisch blad.}}
<section end="spiritischebladen"/>
<section begin="spiritualisme"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spiritualisme:''' allereerst de filosofische richting, die het werkelijke (absolute) als geestelijk aanneemt, het lichamelijke als verschijningsvorm of product van de geest of als geheel niet voorhanden. Het tegengestelde dus van het materialisme.<br>In Engeland spreekt men steeds van spiritualisme, inplaats van spiritisme.<br>Hier verstaan we meestal onder spiritisme de studie der verschijnselen, terwijl spiritualisme dan betekent, de wereld- en levensbeschouwing, die op de spiritische feiten kan worden gebouwd, en die bijna steeds religieus is.}}
<section end="spiritualisme"/><noinclude><references/></noinclude>
5z0sl61aur0je5z6h45c1tji2hw6s22
Pagina:Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants Cesare Ripa 1644.djvu/526
104
40462
127243
2022-08-11T08:26:05Z
Vincent Steenberg
280
/* Niet proefgelezen */
proofread-page
text/x-wiki
<noinclude><pagequality level="1" user="Vincent Steenberg" />{{RH|504|''Tijd''. {{sc|{{sp|Temp}}o}}.{{gap}}''Lentes Evenaer'', &c.|{{gap|3em}}}}</noinclude><section begin="tempo2"/>dat de Tijd ſeer langhſaem en gemacklijck gaet, hebbende ’t hoofd met een groene ſluyer bedeckt. Boven op de kuyf ſal hy grijs weſen, want de koude en de ſneeu, die door de grijſigheyt zijn afgebeeld, zijn oorſaecke dat de aerde ſich niet bekleet met kruyden en bloemen.
De Slange, als boven geseyt is, bediet het Iaer, nae 't gevoelen van de Oude, dat door den Tijd wort gemeten en onderscheyden, zijnde onscheydelijck met sich selve t'samen gevoeght.
<section end="tempo2"/>
<section begin="tempo3"/> Tempo. Tijd.
Een oud Man met vleugels, die een Circkel in de hand houd, staende tusschen een vervallen huys, hebbende den mond open, de tanden vertoonende, die als ysere tanden uyt sien.
Hy is gevleugelt, nae 't spreeckwoord, de tijd vlieght onwederroeplijck; 't welck door de eervaerentheyt soo klaer is, en om ons de plaegen van onse ellenden niet bitterder te maecken, sullen wy daer van geen langh verhael doen.
De Circkel, is een teycken, dat de Tijd altijd draeyt, hebbende uyt haer Natuyre noch begin noch einde, maer is haer begin en eynde alleen aen aerdsche dingen en aen de Elementen die Spherisch zijn.
Het neergevallen huys, de opene mond en yserige tanden, betoonen, dat de Tijd bouwt, verwoest, verteert, en alle dingen sonder kosten en moeyten te gronde werpt.
<section end="tempo3"/>
<section begin="tempo4"/> Tempo. Tijd.
Een oud Man, die aen de rechter voet gevleugelt zijnde, op een Rad staet, met een Waeghschaele of met een Geometrisch gewicht in de hand.
De rechter voet op 't Rad, die met zijn ommetreck, nergens anders als op een punt raeckt, dat oock nimmermeer stille of vast staet, doet ons begrijpen, dat de Tijd niet in sich heeft, als de verledene en toekomende Tijd, zijnde de tegenwoordige in een oogenblick ondeylbaer.
De Waeghschael of Geometrisch gewicht vertoont, dat de Tijd die geene is, die alle dingen vereffent en gelijck maeckt.
<section end="tempo4"/><noinclude><references/></noinclude>
firj20wld1k51pwl1k5p0dqyuz306km
Pagina:Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu/63
104
40463
127244
2022-08-11T08:47:41Z
Vincent Steenberg
280
/* Proefgelezen */
proofread-page
text/x-wiki
<noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" />{{RH|'''Sp'''||61}}
{{lijn}}</noinclude><section begin="splitsingderpersoonlijkheid"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Splitsing der persoonlijkheid:''' de psychiatrie leert ons zielszieken kennen, die op verschillende tijden verschillende karakters vertonen, soms wel drie of vier en zo totaal verschillend, dat het is, of een andere persoonlijkheid zich door hen uit. Ook door hypnose kan men die splitsing der persoonlijkheid bereiken.<br>Sommigen willen nu de manifestaties van trance-mediums ook verklaren door deze persoonssplitsingen, waardoor de spiritistische verklaring ontzenuwd zou zijn.<br>Tot welke conclusie men dan zou moeten komen, toont een studie van b.v. Mrs. Piper (zie: M. Sage: „Die Mediumschaft der Frau Piper”), of Mrs. Osborne Leonard, of van Mrs. Garrett. Men zie [[Occult woordenboekje/Garrett, Mrs. Eileen|aldaar]].}}
<section end="splitsingderpersoonlijkheid"/>
<section begin="spokenkieker"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spökenkieker:''' (spokenziener), Duits dialectische naam voor iemand, die de gave van het tweede gezicht heeft. Het betreft vooral het vooruitzien van sterfgevallen in de omgeving.}}
<section end="spokenkieker"/>
<section begin="spontaan"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Spontaan:''' van zelf optredend, niet kunstmatig verwekt.}}
<section end="spontaan"/>
<section begin="spookverschijnselen"/>{{Verkeerd-om inspringen/begin|2em|-2em}}'''Spookverschijnselen:''' ten onrechte menen velen, dat daaronder alleen moet worden verstaan: fantomen, verschijningen van afgestorvenen. Men onderscheidt plaatselijke (aan een bepaalde plaats gebonden) en persoonlijke (aan een bepaalde persoon — medium — verbonden), verder: zichtbare en hoorbare, doch ook de andere zintuigen kunnen beïnvloed worden.<br>Voorbeelden: het openen van deuren, rappings, het horen vallen van meubelen, stuk vallen van glaswerk, voetstappen of ruisen van kleren, enz. enz.<br>Verder zijn er: aanrakingen, alsof men wordt beetgepakt. Sommige spookverschijnselen duren slechts kort, andere vele jaren. Ze komen vaak voor bij kinderen in de puberteitsjaren.<br>Persoonlijke spookverschijnselen noemt men meestal: Poltergeistverschijnselen.<br>Verder: stenenregen, sihrih-spuwen, apporten, enz.<br>Men zie ook: Illig: „Zwijgen de doden?” en Dr. Tenhaeff: „Hoofdstukken uit de parapsychologie” en: „Spookhuizen” van Flammarion. Dikwijls houden ze op, als de ongelukkige
<section end="spookverschijnselen"/><noinclude>{{Verkeerd-om inspringen/einde}}</noinclude>
esa050tldn15s541hfu0j32zmzizr0q
Pagina:Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu/64
104
40464
127245
2022-08-11T08:49:52Z
Vincent Steenberg
280
/* Niet proefgelezen */
proofread-page
text/x-wiki
<noinclude><pagequality level="1" user="Vincent Steenberg" />{{RH|62||'''Sp-Su'''}}
{{lijn}}
{{Verkeerd-om inspringen/begin|2em|0em}}</noinclude><section begin="spookverschijnselen"/>geest, die ze veroorzaakte, zijn boodschap kan doorgeven, of een of ander onrecht kan herstellen.{{Verkeerd-om inspringen/einde}}
<section end="spookverschijnselen"/>
<section begin="spr"/>S.P.R. : Society for Psychical Research (vereniging voor psy .
chisch onderzoek) . In Engeland opgericht in 1882 door Sir
W. F. Barrett e .a.
De Nederlandse S.P .R . werd opgericht in 1920.
Stainton Moses : zie : Moses .
Stanislawa, P. : De vrouw van een Pools officier. Von
Schrenck Notzing constateerde bij haar afgifte van ecto .
plasma . Ze werd in 1930 door Dr . Osty op bedrog betrapt .
Staudenmeler, Dr. L. : Professor in de chemie, die bij zichzelf
mediamieke verschijnselen expres opwekte, om ze to be-
studeren . Hij moest zijn proefnemingen staken, daar hij er
lichamelijk en geestelijk aan to gronde zou zijn gegaan .
Zijn methode was geheel verkeerd.
Stead, William T. : (1849-1912), journalist, vredesapostel,
kampioen voor het spiritisme ; bekend door : ,Brieven van
Julia", dat door automatisch schrift werd verkregen . Hij
opende in 1909 het Julia-bureau, waar men mediums kon
consulteren en waaraan een bibliotheek was verbonden .
Na zijn dood (hij verdronk met de Titanic in 1912), zette
zijn dochter Estelle het bureau voort, tot 1936 .
Hij heeft zich later meermalen gemanifesteerd .
Steen der wijzen : alchemistisch poeder, om het ene metaal
in het andere to doen overgaan .
Stenenregen : Een Poltergeistverschijnsel, waarbij soms in
gesloten vertrekken stenen worden geworpen . Soms val-
len ze loodrecht, soms komen ze als in glijvlucht, soms
beschrijven ze de vreemdste banen. Soms komen ze met
grote snelheid tegen iets aan, zonder het to beschadigen,
op andere tijden is de snelheid gering en brengen ze on-
heil aan .
Zie : de-materialisatie en : re-materialisatie .
Stigma : meervoud : stigmata. Zie : Therese Neumann.
Auto-suggestie speelt hier een grote rol.
Subjectieve 1k : Thomson Jay Hudson heeft in zijn standaard-
werk : „De wet der psychische verschijnselen" (,,The law
of psychic phenomena"), de hypothese van het objectieve
<section end="spr"/><noinclude><references/></noinclude>
f7icn0b9f5menovlppqyg8fv1aaxnuu